Het nadelig saldo van de lasten en baten op het programma Sociaal voor 2024 is met € 6,3 miljoen toegenomen ten opzichte van de begroting 2023 na wijziging. Het nadelig saldo na bestemming (door lagere onttrekking aan reserves in 2024 dan in 2023) is € 10,3 miljoen lager. We lichten per product de belangrijkste wijzigingen toe, waarbij we rekening houden met reservemutaties.
Inkomensregelingen
Het saldo bij het product Inkomensregelingen na reservemutaties is ten opzichte van 2022 met € 1,3 miljoen verbeterd. De lasten zijn met € 1,85 miljoen afgenomen, de baten met € 61.000 afgenomen en de onttrekking aan de reserve is met € 3,1 miljoen afgenomen.
Lasten (€ 1.851.000 voordelig): De lasten BUIG, periodieke bijstandsuitkeringen en loonkostensubsidie, nemen toe met € 562.000 ten opzichte 2023 vanwege de wettelijke minimumloonstijging van 10,15% en toepassen nieuwe werkwijze Loonkostensubsidie. Voor de BBZ-regeling is de neerwaartse bijstelling baten en lasten (€ 244.000) per saldo een neutrale aanpassing. Het budget voor bijzonder bijstand wordt structureel verhoogd door hogere lasten bewindvoering met € 192.000. Vanuit de bijzondere bijstand worden de incidentele lasten energietoeslag uitgekeerd in 2023 hierdoor is een daling van het budget ten opzichte van 2023 van € 2,227 miljoen. In 2023 is het besluit genomen voor het Maatwerkfonds Energie crisis de incidentele lasten zijn geraamd in 2023 wat een lagere last veroorzaakt in 2024 van € 725.000 voor subsidies en € 50.000 voor aanvragen van inwoners die in financiële problemen zijn gekomen. De lasten van het Meedoenfonds stijgen in 2024 met € 150.000 door hogere lasten van voorzieningenwijzer, verhoging budget activiteitenfonds vanwege toename gebruik van het fonds, toename verleende subsidie aan het Jeugdfonds Sport en Cultuur en Voedselbank in 2024 en overige indexaties. Vanwege de personele mutaties naar aanleiding van onder andere het beleidsplan Kredietbank en vroeg signalering zullen de salarislasten stijgen met € 300.000. Voor schuldhulpverlening ondernemers is het nadeel van € 37.000 ten opzichte van 2023. De lasten van de kwijtscheldingen laten een toename zien van € 122.000 ten opzichte van de oorspronkelijke begroting 2023. De toename van € 36.000 bij huisvesting BWRI komt hoofdzakelijk door € 21.000 hogere energielasten Haydnlaan en een eenmalige hogere storting van € 12.000 in de onderhoudsvoorziening gebouwen om de voorziening op peil te houden. Vanwege de sloop Molenraai 1 zijn de doorbelaste kosten vastgoed € 8.000 lager. Overige plussen en minnen tellen op tot een nadeel van € 4.000.
Baten (€ 61.000 nadelig): Op basis van de Rijksbegroting en Voorjaarsnota van het Rijk, is de verwachting dat de baten van de Buig toenemen met een bedrag van € 265.000 in 2024. Dit is het gevolg van de systematiek van de Buig, de bijdrage die wij ontvangen is afhankelijk van de realisatie van 2023. Dit is voorlopig een eerste raming we wachten nog op het voorlopig macrobudget van het Rijk. Voor de BBZ-regeling is de neerwaartse bijstelling baten en lasten (€ 244.000) per saldo een neutrale aanpassing. Het tarief voor schuldhulpverlening is naar beneden bijgesteld die heeft als gevolg een verlaging aan baten van € 23.000 in 2024 ten opzichte van 2023. De realisatie van verhaal op bijzondere bijstand is hoger dan ingeschat we passen de begroting positief aan met € 15.000. De oorzaak van de negatieve bijstelling van € 54.000 gebouwenbeheer is een correctie op de begroting 2023.
Mutatie reserves (€ 3.124.000 nadelig): De onttrekkingen van de mutatie reserve nemen af met € 3.120.000. We verwachten dat de middelen voor Maatwerkfonds energiecrisis, Energietoeslag, communicatieplan Kredietbank en restant krediet 2022 voor schuldhulpverlening ondernemers in 2023 besteed worden.
(Werk)Participatie
Het saldo bij het product (Werk)Participatie na reservemutaties is ten opzichte van 2023 met € 844.000 verslechterd. De lasten zijn met € 266.000 toegenomen, de baten met € 585.000 afgenomen, de mutatie reserve is € 7.000 voordelig.
Lasten (€ 266.000 nadelig): Het werkbedrijf BWRI verwacht een hogere interne omzet van € 300.000 deze opbrengsten worden verrekend met de salarislasten van de WSW-medewerkers. Naar aanleiding van de conceptbegroting van Wedeka is onze bijdrage voor het exploitatietekort naar beneden bijgesteld met € 34.000. Het nadelig effect in de lasten van tijdelijke huisvesting kosten BWRI van € 303.000 worden gedekt uit de onttrekking mutatie reserve. De huisvestingslasten BWRI zo ook de doorberekende huisvesting lasten zijn aanzienlijk lager vanwege verkoop of sloop ban de Vosholen 119 en Molenraai 1. Het effect van deze lasten is € 590.000 voordelig. In 2023 zijn er salarislasten begroot onder project Overschild deze salarislasten behoren bij het NPG-project hulpteam Overschild, het effect is € 66.000 voordelig ten opzichte van 2023. De subsidie aan Werkpro is geïndexeerd en bij de Voorjaarsnota 2023 structureel verhoogd, daardoor zijn de lasten € 133.000 hoger. Voor de overige posten betreffende; salarislasten WSW-medewerkers en Nieuw Beschut, werkplekbegeleiding, salarislasten naar aanleiding van evaluatie startorganisatie en ontwikkeling Ontwikkelbedrijf waarvan de begrotingswijziging 2023 nog wordt verwerkt is de afwijking ten opzichte van 2023 € 817.000. Overige posten plussen en minnen tellen op tot een nadeel van € 10.000.
Baten (€ 585.000 nadelig): De externe omzet is naar beneden bijgesteld en daar en tegen is de interne omzet verhoogd. Het nadelig effect hiervan in de baten is € 357.000 ten opzichte van 2023. In 2023 is het pand van de Vosholen verkocht ten opzichte van 2023 is dit een nadelig effect van € 360.000. De opbrengst voor Loonkostensubsidie is verhoogd in 2023 en baten van werkplekbegeleiding wordt administratief verwerkt als negatieve last, ten opzichte van 2023 betekent dit een voordeel van € 318.000. Het nadeel in de baten voor re-integratie is € 180.000 vanwege de onzekerheid over de hoogte van de te ontvangen ESF-subsidie React-EU voor ondersteuning kwetsbare werkenden en werkzoekenden.
Mutatie reserves (€ 7.000 voordelig):
In 2023 is er een eenmalige storting in de afschrijvingsreserve BWRI gedaan van € 223.000, dit betreft de boekwinst verkoop Vosholen 119. In 2024 een storting in de reserve BWRI 2024 van € 279.000 voor dekking van de tijdelijke huisvestingslasten. In 2023 is er onttrekking geraamd van € 576.000. Deze middelen hebben betrekking op budgetoverhevelingen 2022 voor personele lasten inburgering € 68.000, personele lasten Ondernemersloket € 88.000 en ESF-subsidie €420.000. Van de ESF-middelen wordt verwacht dat er € 336.000 in 2024 nodig zijn. In 2024 verwachten we een onttrekking van € 303.000 uit de reserve BWRI voor dekking van de tijdelijke huisvestingskosten.
Burgerparticipatie
Het saldo bij het product Burgerparticipatie na reservemutaties is ten opzichte van 2023 met € 362.000 verbeterd. De lasten zijn met € 432.000 afgenomen, de baten zijn gelijk gebleven en de onttrekking aan de reserve is met € 70.000 afgenomen.
Lasten (€ 432.000 voordelig): De basissubsidie Kwartier is geïndexeerd, daardoor zijn de lasten € 103.000 hoger. Door de verdubbeling taakstelling statushouders worden de salarislasten verhoogd. Ten opzichte van 2023 betekent dit een verhoging van € 179.000. De lasten voor de opvang van de vluchtelingen uit Oekraïne zijn met € 225.000 toegenomen ten opzichte van de begroting 2023. Dit heeft voornamelijk een administratieve oorzaak. Het totaal van de in de begroting 2024 opgenomen lasten voor Oekraïne komt nu uit op € 900.000. Het resterende deel van de lasten (en baten) volgt bij een begrotingswijziging in 2024. Voor de opvang van vluchtelingen in Zuidbroek zijn de lasten met € 900.000 afgenomen. Dit komt omdat het totale bedrag aan lasten in 2023 wordt verwacht. In 2023 zijn nog incidentele coronamiddelen beschikbaar van € 26.000, deze vervallen in 2024. Overige plussen en minnen tellen op tot een voordeel van € 13.000.
Mutatie reserves (nadeel € 70.000): In de begroting 2023 na wijziging wordt rekening gehouden met overhevelingen uit de jaarrekening 2022. In onze meerjarenbegroting houden we geen rekening met mogelijke overhevelingen.
Wmo oude taken
Het saldo bij het product Wmo oude taken is ten opzichte van 2023 met € 1.745.000 verslechterd. De lasten zijn met € 1.667.000 toegenomen, de baten met € 78.000 afgenomen.
Lasten (€ 1.667.000 nadelig): Bij het opstellen van de begroting Wmo huishoudelijke hulp hebben we gebruik gemaakt van het Wmo-voorspelmodel van de VNG. Dit model voorspelt hoeveel mensen gebruik gaan maken van voorzieningen in de komende vijf jaren. Hieruit volgt een toename van 4,2% huishoudelijke hulp. Daarnaast is er rekening gehouden met het verwachte effect van inflatie op de tarieven van aanbieders (loon-prijs in combinatie met materiaalkostenindex). Per saldo stijgen de lasten van huishoudelijke hulp met € 1.317.000.
De lasten van rolstoelen en vervoersmiddelen nemen toe door toename van het aantal aanvragen. De lasten van rolstoelen stijgen met € 48.000 en van vervoersmiddelen met € 303.000. Overige plussen en minnen tellen op tot een verschil van € 1.000 voordelig.
Baten (€ 78.000 nadelig): De baten van publiek vervoer zijn lager, maar vergelijkbaar met de realisatie 2022 en de prognose 2023.
Wmo nieuwe taken
Het saldo bij het product Wmo nieuwe taken is ten opzichte van 2023 met € 1.568.000 verslechterd. De lasten zijn met € 7.590.000 toegenomen en de baten zijn met € 6.022.000 toegenomen.
Lasten (€ 7.590.000 nadelig): De lasten en baten van beschermd wonen zijn verwerkt in de begroting. Hierdoor stijgen de lasten met € 6.011.000. De salarislasten van WMO uitvoering zijn toegenomen door CAO indexatie, het in huis uitvoeren van toezicht WMO en indexatie subsidie samenwerkingspartners (€ 556.000). Bij het opstellen van de begroting Wmo begeleiding en dagbesteding hebben we gebruik gemaakt van het Wmo-voorspelmodel van de VNG. Dit model voorspelt hoeveel mensen gebruik gaan maken van voorzieningen in de komende vijf jaren. Hieruit volgt een toename van 3,1%. Daarnaast is er rekening gehouden met het verwachte effect van inflatie op de tarieven van aanbieders (loon-prijs in combinatie met materiaalkostenindex). Per saldo stijgen de lasten van begeleiding en dagbesteding met € 822.000. Vanuit het WMO transformatiebudget en inloopfunctie GGZ hebben we een aantal algemene voorzieningen opgezet. Deze worden nu structureel in de begroting verwerkt. De lasten hiervan zijn € 163.000. Middels deze algemene voorziening zorgen we ervoor dat inwoners later instromen in WMO dagbesteding. Door krapte op de arbeidsmarkt lukt het niet om de functie toezichthouder Jeugd/Wmo in te vullen, waardoor we nog langer externe inzet nodig zijn voor uitvoering en overdracht van deze taken. De lasten hiervan zijn € 80.000. Overige plussen en minnen tellen op tot een voordeel van € 43.000.
Baten (€ 6.022.000 nadelig): De lasten en baten van beschermd wonen zijn verwerkt in de begroting. Hierdoor stijgen de baten met € 6.022.000.
Accommodaties
Het saldo bij het product Accommodaties na reservemutaties is ten opzichte van 2023 met € 305.000 verslechterd. De lasten zijn met € 237.000 toegenomen, de baten met € 32.000 toegenomen en de onttrekking aan reserves is met € 100.000 afgenomen.
Lasten (€ 237.000 nadelig): De toename van de lasten wordt veroorzaakt door hoger toegerekende personele lasten inclusief gestegen lonen van € 220.000 en huisvestingskosten voor wijk- en buurtcentra van € 19.000. Verder stellen wij uw raad voor om incidenteel € 100.000 voor wijkcentrum Spokie beschikbaar te stellen. Om het wijkcentrum een nieuwe, stevige plek in de wijk te geven en te bouwen aan een eventueel nieuw stichtingsbestuur is een tweede jaar sociaal beheer nodig. Dit leidt tot een lastentoename van € 100.000. Voor energiecompensatie wijk- en buurtcentra is in 2023 incidenteel € 100.000 aan lasten begroot. Deze lasten worden uit de reserve Maatwerk Fonds Energiecrisis gedekt. De lasten worden voor 2024 met € 100.000 terug geraamd. Dit leidt tot een lastendaling van € 100.000. Overige afwijkingen in de lasten tellen op tot een voordeel van € 2.000.
Baten (€ 32.000 voordelig): De baten zijn € 32.000 hoger. Dit wordt vooral verklaard door meer huurinkomsten.
Mutatie reserves (€ 100.000 nadelig): Voor 2023 is incidenteel € 100.000 als onttrekking uit de reserve Maatwerk Fonds Energiecrisis begroot. Deze onttrekking wordt voor 2024 met € 100.000 terug geraamd. Dit leidt tot een nadeel van € 100.000.
Jeugd
Het saldo bij het product Jeugd na reservemutaties is ten opzichte van 2023 met € 3.617.000 verslechterd. De lasten zijn met € 3.570.000 gestegen, de baten met € 47.000 afgenomen en de mutatie reserves zijn per saldo € 235.000.
Lasten: (€ 3.570.000 nadelig): Vanaf 2023 werken we met een reële jeugdbegroting. Dit zetten we voort in 2024. De begroting 2024 is gebaseerd op Q2 2023 + indexatie (loon-prijs in combinatie met materiaalkostenindex). In totaal stijgen de kosten van jeugd daardoor met € 3.328.000. Aandachtspunt hierin is de mate waarin we de bezuinigingen vanuit de hervormingsagenda Jeugd kunnen realiseren. Aangezien we hier onzekerheden zien, hebben we de besparingsoptie die het Rijk ziet opgenomen in de risicoparagraaf. De basissubsidie van Kwartier is geïndexeerd, hierdoor stijgen de lasten met € 113.000. Ook de lasten van de wettelijke bijdrage jeugdgezondheidszorg stijgen door indexatie (€ 135.000). Voor Welzijn op Recept is € 153.000 toegevoegd voor vergroten weerbaarheid van de inwoners. Tarief kinderopvang is conform verwachte stijging maximum uurtarief 2024 gestegen met € 54.000. De lasten op volksgezondheid dalen met € 228.000 omdat we in de meerjarenbegroting geen rekening houden met budgetoverhevelingen. Overige verschillen tellen op tot € 15.000 nadelig.
Baten: (€ 47.000 nadelig): De baten zijn lager door beëindiging van een project, ook de lasten vervallen. Per saldo is dit neutraal.
Mutatie reserves (€ 235.000 voordelig): In de begroting 2023 na wijziging wordt rekening gehouden met budgetoverhevelingen uit de jaarrekening 2022. In onze meerjarenbegroting houden we geen rekening met mogelijke overhevelingen.
Onderwijs
Het saldo bij het product Onderwijs na reservemutaties is ten opzichte van 2023 met € 967.000 verslechterd. De lasten zijn met € 692.000 toegenomen, de baten zijn met € 132.000 toegenomen en de mutatie reserves zijn per saldo € 407.000 afgenomen.
Lasten (€ 692.000 nadelig): Vanuit het contract met de vervoerders voor leerlingenvervoer zijn wij verplicht om ieder jaar de NEA-indexatie toe te passen. De NEA-indexatie geeft de kostenontwikkeling in het wegvervoer weer. Voor 2024 is de indexatie van 4,3% van toepassing. De lasten stijgen met € 53.000. De lasten van schoolgebouwen stijgen met € 275.000 door gestegen lasten voor energie, onroerendzaakbelasting en hogere schoonmaakkosten. De lasten van leerplicht/schoolverlaters zijn gestegen ten opzichte van 2023 met € 102.000, door toegerekende personeelslasten. Bij de projecten Onderwijsachterstandenbeleid (OAB), Nationaal Programma Onderwijs (NPO) en Regiodeal Tijd voor Toekomst wijken de lasten in 2024 af van 2023 (€ 259.000 nadelig). De geldt eveneens voor de baten, waardoor er per saldo geen financieel effect is. Overige verschillen tellen op tot € 3.000 nadelig.
Baten (€ 132.000 voordelig): In de begroting 2023 was rekening gehouden met het effect van een Rijksbijdrage, die in de begroting 2024 verwerkt is als lagere kapitaallasten bij onderwijshuisvesting. Doordat een aantal panden langer wordt aangehouden dan eerst gepland, is dit voordeel niet zichtbaar in de begroting 2024. Nadeel van € 156.000. Bij de leerplicht/schoolverlaters zijn de baten € 36.000 hoger ten opzichte van 2023 oorzaak was dat de bate van Rubicon te laag in de begroting was verwerkt. Bij de projecten Onderwijsachterstandenbeleid (OAB), Nationaal Programma Onderwijs (NPO) en Regiodeal Tijd voor Toekomst wijken de baten in 2024 af van 2023 (€ 259.000 voordelig), dit geldt ook voor de lasten (zie hierboven) waardoor er per saldo geen financieel effect is. Overige verschillen tellen op tot € 7.000 nadelig.
Mutatie reserves (€ 407.000 nadelig): De onttrekking aan de reserve is € 279.000 lager omdat er ook minder eenmalige lasten verwacht worden voor het scholenprogramma. Daarnaast werd er in 2023 € 128.000 onttrokken aan de reserve scholenprogramma voor de dekking van de kapitaallasten van oude schoolgebouwen die een jaar later dan gepland werden gesloopt.