3.3 Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Deze paragaaf geeft de actuele stand van het weerstandsvermogen en de risico’s van de gemeente Midden-Groningen weer. Op 27 februari 2020 is de kadernota “Integraal Risicomanagement en Weerstandsvermogen” vastgesteld. Deze nota vormt de basis voor het risicomanagement en hierin is vastgelegd op welke wijze de benodigde weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit wordt bepaald. 

De risico’s die de gemeente loopt zijn in deze paragraaf weergegeven en toegelicht. Vervolgens is de weerstandscapaciteit van onze gemeente weergegeven. De weerstandscapaciteit geeft inzicht of er voldoende middelen beschikbaar zijn om, in het geval een risico zich voordoet, het risico op te vangen. Tot slot zijn een aantal financiële kengetallen opgenomen die kort worden toegelicht. Deze financiële kengetallen geven inzicht in de financiële conditie van de gemeente.

Integraal risicomanagement

Terug naar navigatie - Integraal risicomanagement

Risico’s zijn gebeurtenissen die het behalen van doelen kunnen beïnvloeden zowel in positieve als in negatieve zin. Het proces van integraal risicomanagement is cyclisch en sluit zoveel mogelijk aan op de bestaande P&C-cyclus. Bij integraal risicomanagement richt de organisatie zich niet alleen op financiële risico’s, maar juist ook op andere typen risico’s op alle denkbare niveaus. Voorbeelden van niet-financiële risico’s zijn juridische risico’s, imago- en frauderisico’s. Deze hebben niet (altijd) direct een financiële impact, maar kunnen (op termijn) wel grote gevolgen voor de gemeente. In de paragraaf weerstandsvermogen wordt een actueel beeld gegeven van de risico’s in de algemene dienst en het grondbedrijf. 

Weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Weghalen

Weerstandscapaciteit bestaat uit alle middelen waarover de gemeente beschikt om niet voorziene financiële tegenvallers te dekken. De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de componenten:

  • Algemene Reserve
  • Reserve grondexploitaties 
  • Onbenutte belastingcapaciteit
  • Aanwendbare stille reserves
  • Post onvoorzien

Bij de jaarrekening 2022 is een bestemmingsreserve grondexploitaties gevormd om onder andere de risico’s met betrekking tot de grondexploitatie op te vangen. De risico’s grondexploitaties dienen te worden opgenomen in de risicotabel. Daarom wordt de reserve grondexploitatie ook meegenomen in de beschikbare weerstandscapaciteit. De benodigde weerstandscapaciteit bestaat uit de risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie.

Beschikbare weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Beschikbare weerstandscapaciteit

In de volgende tabel is de berekening gemaakt van de beschikbare weerstandscapaciteit. Onvoorzien wordt niet meegenomen aangezien dit bedrag vaak in het begrotingsjaar wordt aangewend voor niet begrote kosten, niet zijnde risico’s. 

Benodigde weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Beschikbare weerstandscapaciteit

In de risicoparagraaf (artikel 11 BBV) worden alleen de risico’s opgenomen waar (deels) geen beheersmaatregel tegenover staat (restrisico’s). Het totale risicobedrag € 3.688.300 (zie overzicht risico’s). De ratio van het weerstandsvermogen (= beschikbare weerstandscapaciteit/ benodigde weerstandscapaciteit) is afgerond 4,29. Hieruit blijkt dat er voldoende weerstandscapaciteit beschikbaar is om de risico's op te vangen.

Overzicht risico's

Risicotabel 2022

Terug naar navigatie - Risicotabel 2022

De grootste risico’s voor onze gemeente zijn in beeld gebracht. De risico’s zijn beoordeeld aan de hand van de uitgangspunten zoals hiervoor benoemd.

Terug naar navigatie - Overzicht risico's

Hierna worden de in het risico overzicht genoemde risico’s nader toegelicht.

1. Grondexploitaties
De risico’s zijn ontleend aan de Meerjaren Prognose Grondexploitaties. De risico’s bestaan uit tegenvallende verkoopopbrengsten, onvoorziene stijgingen van de kosten en wijzigingen van de markt. Waar de risico’s kunnen worden afgedekt door winstpotentie is het risico op € 0 gesteld. Het totaalbedrag van de risico’s grondexploitaties is € 1.229.000.

2. Sociaal Domein / Jeugd
Financieel heeft het sociaal domein de afgelopen jaren flink onder druk gestaan.  De uitvoering van de jeugdhulp gaf de grootste druk. Deze financiële uitdagingen hadden hun weerslag op de gehele gemeentelijke begroting. Het rijk, gemeenten en zorgaanbieders hebben in de afgelopen twee jaar ingezet op de hervorming van de jeugdhulp. De afspraken hierover zijn in juni 2023 definitief vastgelegd in de Hervormingsagenda. Met deze Hervormingsagenda committeren het rijk, gemeenten en zorgaanbieders zich aan het verbeteren van de kwaliteit van de jeugdzorg en de begrenzing van de kosten.  Voor de komende jaren blijft dit een belangrijke en tegelijkertijd moeilijke opgave.  Een deel van de maatregelen in de Hervormingsagenda is inhoudelijk en financieel onderbouwd.  Deze hebben we in onze gemeente al doorgevoerd en financieel verwerkt in de begroting. Een groot deel van de maatregelen in de Hervormingsagenda moet nog verder inhoudelijk uitgewerkt worden, maar is financieel al verwerkt in de meerjarenbegroting. In de begroting 2024 is hiervoor € 400.000, - verwerkt. Dit is een risico met een kans van 75% op realisatie. Tegelijkertijd zien we in onze gemeente nog steeds een groei in het gebruik van de jeugdzorg. Hier ligt dus een forse opgave voor onze gemeente de komende jaren. Hoe houden we de balans tussen wat kinderen en gezinnen nodig hebben en het beschikbare budget daarvoor? Met onze eigen beheersmaatregelen zetten we in op het beter en goedkoper maken van de jeugdzorg. Deze beheersmaatregelen gaan uit van de principes van onze visie Sociale veerkracht. En we werken samen met gemeenten en zorgaanbieders in de jeugdhulpregio Groningen aan de verdere uitwerking van de Hervormingsagenda.  Met hetzelfde doel om de jeugdzorg beter en goedkoper te maken.

3. Risico BUIG 
Er wordt actief ingezet om inwoners te helpen om (weer) mee te doen aan de samenleving met betaald werk. Het risico is aanwezig dat deze doelstelling niet volledig wordt gehaald waardoor de BUIG uitkeringen hoger uitvallen dan verwacht.

4. Btw 
De risico’s ten aanzien van de btw hebben met name betrekking op de wijze van inrichting van de btw-administratie. De afrekening van het btw-compensatiefonds vindt jaarlijks achteraf plaats.

5.  Aardbevingen
Uitgangspunt is dat de kosten ten gevolge van de aardgaswinning voor 100% een budgettair neutraal effect hebben in de begroting. Er is een bedrag opgenomen voor het risico dat het effect niet budgettair neutraal is.
Inmiddels is er meer zekerheid over de financiering. Daartegenover staat dat de opdracht groter en meer complexer wordt wat vervolgens weer leidt tot een groter risico.

6. NPG
Het risico bij NPG-projecten bestaat uit dat de toegekende NPG-middelen (dit zijn specifieke uitkeringen) niet voldoende blijken om de extra kosten vanwege toekomstige loon- en prijsstijgingen voor de gehele looptijd uit het project te dekken.

7. Beroepszaak onderwijs
Tegen de 5-jaarlijkse afrekening 2006-2010 van de kosten van het openbaar primair onderwijs liep een beroepszaak. De Raad van State heeft uitspraak gedaan. Naar aanleiding daarvan zijn vervolgprocedures voor de 5-jaarlijkse afrekening over de periode 2011-2015 en de gebroken periode 2016-2017 gestart. De procedure voor de periode 2011-2015 is inmiddels ingetrokken. Er resteert nog een risico op een vervolgprocedure over de periode 2016-2017. Dit risico is geraamd op € 200.000.

8. Effecten gasbesluit 2030
Het Kabinet wil dat de gaswinning in Groningen uiterlijk 2030 is gestopt. Onduidelijk is wat de neveneffecten zijn voor de gemeente Midden-Groningen.

9. Algemene uitkering
De raming van de algemene uitkering uit het gemeentefonds is gebaseerd op de mei- en septembercirculaire 2023. Hierbij is rekening gehouden met de nadelige effecten van de nieuwe verdeling van het gemeentefonds. De invoering van het nieuwe model wordt tijdig geëvalueerd en aan de hand van deze evaluatie wordt besloten over het traject 2026 en verder.
Het kabinet heeft een andere financieringssystematiek voor gemeenten aangekondigd. Vooruitlopend daarop heeft het kabinet besloten om de algemene uitkering vanaf 2026 niet langer via de huidige normeringsystematiek (samen de trap op en samen de trap af) te indexeren. Daarmee vervalt de koppeling van de algemene uitkering aan de rijksuitgaven. Het accres wordt vanaf 2026 alleen bijgesteld als gevolg van de jaarlijkse loon en prijsontwikkeling zoals dat door het CPB wordt geraamd. Hierdoor neemt de financiële ruimte vanaf 2026 aanzienlijk af en komen gemeenten vanaf 2026 structureel middelen tekort om hun taken uit te voeren. Gesprekken van VNG met het kabinet over de zekerheid over structurele financiën vanaf 2026 hebben nog niet tot een oplossing geleid. Het Rijk heeft bij de septembercirculaire 2022 een eerste aanzet gedaan door voor 2026 een eenmalige rijksbijdrage beschikbaar te stellen van € 1 miljard. Deze eenmalige rijksbijdrage is bij de meicirculaire 2023 structureel doorgetrokken. De aanvullende middelen die wij hiervan ontvangen nemen niet het gehele tekort weg. Mogelijk dat hier in de komende circulaires meer duidelijkheid wordt gegeven door het kabinet.
Daarnaast wordt de algemene uitkering berekend op basis van een groot aantal verdeelmaatstaven. Actualisatie en/of vaststelling van de verdeelmaatstaven (plaatselijk en landelijk) gedurende het begrotingsjaar leiden jaarlijks tot herverdeeleffecten.

10. Bomenbestek
In de uitvoering van het bomenbestek is een geschil ontstaan met een gecontracteerde partij over de facturering. Het betreft een incidenteel risico van c.a. € 132.000 tegen een kans van 40%.

11. Cyberrisico’s
We schatten de kans, op basis van de preventieve maatregelen die we zelf al hebben genomen, op een hack/ransomware aanval op 5%. De maximale schade wordt ingeschat op €4,4 miljoen voor het herstel en opbouw van nieuwe voorzieningen.

12. Privacy overtredingen
Het risicobedrag is gebaseerd op de maximale boete vanuit de Autoriteit Persoonsgegevens. De kans dat dit zich voordoet is ingeschat op 5%.

13. Invoering omgevingswet
Aan de invoering van de Omgevingswet is een onzekerheid verbonden rondom legesopbrengsten enerzijds en kosten anderzijds. De Omgevingswet treedt per 1 januari 2024 in werking. 
Er moet dan in ieder geval in het eerste kwartaal van 2024 nog vergunningaanvragen worden afgehandeld die eind 2023 zijn ingediend. In principe vallen de legesopbrengsten in het jaar waarin de aanvraag omgevingsvergunning is ingediend, waarbij de kosten pas in 2024 worden gemaakt. Hierin zit een financieel risico. Vanaf de invoeringsdatum valt de bouwtechnische toets voor een deel bij de gemeente weg en daarmee de kosten en legesopbrengsten. Daar komt wel een extra kostenpost bij voor het nieuwe systeem rondom de meldingen onder de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen. Tevens wordt voor Omgevingsvergunningen milieu voorgesteld om ook leges te heffen.

14. Harmonisatie sportaccommodaties
De gemeente wil de afspraken die zijn gemaakt met de verschillende buitensportverenigingen harmoniseren aangezien er sprake is van ongelijkheid.  Harmonisatie van het accommodatiebeleid is van de doelstellingen uit de beleidsnotitie Sport en Bewegen in Midden-Groningen 2021-2025. De financiële consequenties hiervan moeten nog in kaart worden gebracht.

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Financiƫle kengetallen

Wij nemen in de paragraaf weerstandsvermogen een zestal verplichte kengetallen op. In onderstaande tabel zijn deze kengetallen opgenomen: 


Het doel van het opnemen van bovenstaande kengetallen is om uw raad een betere onderbouwing te geven over het oordeel van het structureel en reëel sluitend zijn van de begroting. De definities van de gehanteerde kengetallen zijn:

  1. De netto schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen) geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft zodoende een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. 
  2. De gecorrigeerde netto schuldquote laat zien wat het aandeel is van de verstrekte leningen en wat dit betekent voor de schuldenlast;
  3. De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. 
  4. De structurele exploitatieruimte is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte een gemeente of provincie heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. 
  5. De grondexploitatie geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten.
  6. De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeenten zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde.