2.2 Programma Sociaal

2.2.0 Inleiding

Terug naar navigatie - 2.2.0 Inleiding - Visie, doelstelling en opbouw programma

Visie Sociale veerkracht
Ieder mens telt en iedereen mag er zijn. Iedereen heeft betekenis voor zichzelf en zijn omgeving. Hier staan wij voor. Dit dragen we uit in onze visie Sociale veerkracht (2019). Deze visie gaat uit van eigenaarschap en zeggenschap van mensen over hun eigen leven en het groter maken van de kring rondom mensen. We besteden aandacht aan de veerkracht en levenslust van mensen: we richten ons op wat wél goed gaat, wat mensen zelf kunnen en wat zij samen met de mensen om hen heen kunnen doen om problemen en moeilijkheden aan te pakken. Zo ontstaan betere oplossingen. En voelen mensen zich beter en gezonder. Het samenleven met anderen in dorp of wijk lukt daardoor ook beter. 

Doelstelling Sociale veerkracht
Inwoners staan centraal. Het is belangrijk dat alle inwoners kunnen meedoen. Meedoen door betaald werk, vrijwilligerswerk of zinvolle dagbesteding. We willen ongelijk investeren om gelijke kansen te creëren. 

Opbouw programma Sociaal
In dit programma beschrijven we hoe we in de komende jaren werken aan de opgaven voor de gezondheid, het welzijn, het opgroeien, onderwijs en meedoen van alle inwoners. Samen met inwoners en onze maatschappelijke partners, vanuit de visie Sociale veerkracht. Daarvoor brengen we de verschillende beleidstaken in samenhang en verbinding en stellen we doelen vanuit sociale veerkracht. Als eerste willen we het eigenaarschap van inwoners stimuleren. Onze inwoners krijgen meer zeggenschap, ook in situaties waar deze onder druk staat. Denk bijvoorbeeld aan jeugdbescherming en uithuiszetting. We willen de brede kring om mensen heen aanspreken. We versterken de zelf- en samenredzaamheid, zodat we hulp en ondersteuning kunnen inzetten waar deze echt noodzakelijk is.

We houden ons aan de wetten die daarvoor zijn gemaakt: de Jeugdwet, Wmo en Participatiewet. We brengen sociale veerkracht in de praktijk met de projecten van ons lokaal programma NPG. Met deze projecten investeren we in de grote verandering die we willen maken. Zo zetten we in op gelijke kansen en talentontwikkeling van alle kinderen met Tijd voor Toekomst en Jongerenwerk plus. We zetten met de projecten Ervaringsdeskundigen in armoede en uitsluiting en Jongeren met Toekomst in op de aanpak van armoede en schulden. Met volle aandacht voor eigenaarschap en zeggenschap. Het sociaal werkbedrijf (vanaf 2026 Midwerk) geeft inwoners weer perspectief op werk en hun talentontwikkeling.  

Ontwikkelingen in 2026-2028
Hervormingsagenda Jeugd  
De financiële uitdagingen van de jeugdhulp hadden hun weerslag op de gehele gemeentelijke begroting. Het rijk, gemeenten en zorgaanbieders zijn bezig met een hervorming van de jeugdhulp. Leidraad zijn onder andere de Hervormingsagenda jeugd en Toekomstscenario jeugd en gezin uit 2023. Daarmee committeren het rijk, gemeenten en zorgaanbieders zich aan het verbeteren van de kwaliteit van de jeugdzorg en de begrenzing van de kosten. Voor de komende jaren blijft dit een belangrijke en tegelijkertijd moeilijke opgave. Begin 2025 heeft de commissie van Ark in een evaluatie gewezen op de knelpunten in het financiële kader van de Hervormingsagenda en het rijk geadviseerd gemeenten te compenseren. Daaraan is door het kabinet deels tegemoet gekomen. Een groot deel van de maatregelen in de Hervormingsagenda moet nog verder inhoudelijk uitgewerkt worden.  Dat doen we in regionaal en lokaal verband: we werken aan een andere manier van inkopen, die de transformatiedoelstellingen beter ondersteunt, en aan verbetering van onze toegang. De verwachte besparingseffecten van deze transformatie zijn deels al mee gerekend in de begrotingen vanaf 2026.

Ontwikkeling Lokale toegang jeugd  
We zagen  in de afgelopen jaren nog steeds een groei in het gebruik van de jeugdzorg. Dit is een landelijke trend. Die groei is bij ons vooral terug te zien in de kosten, waar het cliëntenaantal zich stabiliseert of licht daalt. Tot nu toe probeerden we vooral met beheersmaatregelen, die gericht zijn op verbeteringen binnen de huidige kaders, de kosten te beheersen. Waar we daarmee doorgaan, verleggen we tegelijkertijd het accent naar een andere manier van werken. Leidraad zijn de hierboven genoemde landelijke agenda's en regionale ontwikkelingen. In samenhang daarmee werken we aan de transformatie van onze toegang, samen met onze uitvoeringspartner Kwartier. In het 1e kwartaal 2026 legt het college de raad een voorgenomen besluit voor hoe het college deze uitvoering van de sociale teams uiterlijk januari 2028 vorm wil gaan geven.  

Participatiewet in Balans 
Met de komst van de Participatiewet in Balans, met een beoogde invoeringsdatum van 1 januari 2026, zal de focus veel meer komen te liggen op (individuele) toepassing van de menselijke maat in plaats van werken vanuit regelgeving. Vanuit vertrouwen en de samenwerking met onze inwoners wordt de persoonlijke situatie centraal gesteld. Deze nieuwe werkwijze past goed past bij onze visie Sociale Veerkracht en het werken met de doorbraak methode. 

Nij begun met de Sociale en Economische agenda
In 2025 zijn de Sociale en Economische agenda vastgesteld door rijk en regio. Beide agenda's maken onderdeel uit van de kabinetsreactie Nij begun met 50 maatregelen, gericht op de verbetering van schadeherstel en versterking en op een beter toekomstperspectief voor Groningen en Noord-Drenthe. De Sociale agenda bevat 10 doelen met een groot aantal maatregelen die bijdragen aan het vergroten van kansengelijkheid voor kinderen en jongeren in de regio, het verbeteren van de gezondheid van alle inwoners in de regio, het versterken van de leefbaarheid en sociale samenhang, het verbeteren van het arbeidsperspectief van jongeren en inwoners met een achterstand op de arbeidsmarkt en het verminderen van armoede en schulden. De doelstellingen en de maatregelen van de Sociale agenda sluiten goed aan op bestaand beleid en bestaande programma's  in de regio en in onze gemeente, zoals Tijd voor Toekomst, Kansen voor kinderen, Nij begunbanen en meer.  Op basis van een convenant is de tijdelijke governance voor de Sociale agenda geregeld tot en met 2026. Binnen dit convenant wordt in 2026 verder gewerkt aan de uitwerking en uitvoering van de maatregelen in de regio. 

 

2.2.1 Gezondheid

Inleiding

Terug naar navigatie - 2.2.1 Gezondheid - Inleiding

De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet Publieke gezondheid (WPG). Onze visie Sociale veerkracht vormt de basis voor ons lokale gezondheidsbeleid. Met ons lokale Gezondheidsbeleid werken we samen aan een gezonde basis voor alle inwoners. Gezondheid is meer dan de afwezigheid van ziekte. we geven dit vorm vanuit onze visie sociale veerkracht en het gedachtegoed van Positieve Gezondheid.  Ervaren gezondheid heeft veel raakvlakken met verschillende levensgebieden, zoals mentaal welbevinden, het ervaren van zingeving, sociale verbinding, mee kunnen doen in de samenleving, voldoende bewegen en een gezonde leefomgeving. We hebben aandacht voor het individu én de hele sociale en fysieke omgeving. Binnen ons gezondheidsbeleid werken we zo integraal mogelijk.

Regionaal werken we met alle  Groninger gemeenten aan het inhoud geven aan ons gezamenlijk Regioplan.  De Groninger gemeenten werken tevens samen met ruim 70 partners binnen de netwerkorganisatie Gezond Groningen aan de transformatie van zorg naar gezondheid.

Ambities

Terug naar navigatie - 2.2.1 Gezondheid - Ambities

Inwoners voelen zich gezond en veerkrachtig. Het lukt hen om tot eigen keuzes en oplossingen te komen voor een gezond leven.  Als gemeente willen wij samen met de inwoner inzetten op preventie, facilitering en het benutten van kansen en mogelijkheden. Waar nodig bieden we  passende steun, zorg en voorzieningen. 

Terug naar navigatie - 2.2.1 Gezondheid - Trends en ontwikkelingen

Gedeelde regionale opgaven
De Groninger gemeenten werken steeds meer samen. Zij geven vanuit een regionaal kader invulling aan gedeelde opgaven. Het regioplan laat vier uitdagingen zien: grote gezondheidsverschillen, veel mentale gezondheidsproblemen, een stijgende zorgvraag en toenemende schaarste in het zorgaanbod. Aangevuld met de impact van armoede en de aardbevingsproblematiek zijn dit de opgaven voor onze gemeente. De samenwerking versterkt ook onze positie als regio. 

Van zorg naar gezondheid
De transformatie van zorg naar gezondheid krijgt regionaal en lokaal meer vorm vanuit de doelen van de Hervormingsagenda en de opdracht en noodzaak om een sterke sociale basis binnen de gemeenten te realiseren. In de transitie van ons aanbod in welzijn en de toegang tot zorg geven we hier vorm aan.

Gezondheidsmonitor GGD
De GGD voert elke 4 jaar de Gezondheidsmonitor uit op verschillende momenten voor jeugd en volwassenen. Deze gegevens geven ons inzicht in de fysieke en mentale gezondheid die onze inwoners ervaren. We kunnen deze informatie vergelijken met voorgaande jaren en met andere gemeenten. Deze cijfers zijn waardevol bij het maken van beleidskeuzes. In 2025 verscheen de gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen.  De meest actuele gezondheidsmonitor voor jeugd is in 2024 gepubliceerd.

Vanuit de Gezondheidsmonitor van de GGD vallen een aantal zaken op. Rond roken, middelengebruik en overgewicht stagneert de stijgende lijn bij volwassenen en lopen sommige percentages licht terug. Tegelijkertijd zien we dat het aantal volwassenen dat met stress kampt groeit. Bij jongeren is het beeld dat het stressniveau snel stijgt bij jongens en extreem stijgt bij meisjes. Vanuit onze visie sociale veerkracht werken we aan normalisering en het versterken van de sociale omgeving van al onze inwoners. Voor inwoners die extra ondersteuning nodig hebben faciliteren we snelle toegang tot laagdrempelige ondersteuning in de buurt, het liefst in groepsverband.

Doelstelling

Terug naar navigatie - 2.2.1 Gezondheid - Doelstelling

a. Alle betrokkenen werken intensief samen

Terug naar navigatie - 2.2.1 Gezondheid - Doelstelling - a. Alle betrokkenen werken intensief samen

Het gezondheidsbeleid vergt zowel intern als extern samenwerking en afstemming. Onze inwoners hebben zelf  invloed op hun eigen gezondheid. Dit vraagt om een bewustwording en gedragsverandering die alleen via intensieve samenwerking tot stand kan komen. Intern werken we vanuit diverse beleidsdisciplines samen aan de gezondheid van onze inwoners via Health in all policies (HIAP).  Daarnaast werken we met andere gemeenten samen aan goed opdrachtgeverschap richting de GGD,  binnen het Integraal zorgakkoord (IZA) aan ons regioplan en via de netwerkorganisatie Gezond Groningen aan de transformatie van zorg naar gezondheid.

Acties

b. Stimuleren van gezonde leefstijl

Terug naar navigatie - 2.2.1 Gezondheid - Doelstelling - b. Stimuleren van gezonde leefstijl

Het stimuleren van een gezonde leefstijl is integraal verweven in de beleidsterreinen binnen het sociaal domein. We richten ons daarbij op alle inwoners en kwetsbare inwoners in het bijzonder. We investeren ongelijk om gelijke kansen mogelijk te maken. Door middel van activiteiten willen wij het bewustwording vergroten, kennis overdragen en inwoners handvatten geven omtrent gezonde leefstijl. Daarbij richten wij ons niet alleen op roken, drinken en middelengebruik maar ook op gezonde voeding, voldoende beweging en ontspanning. 

Acties

Indicatoren

Terug naar navigatie - 2.2.1 Gezondheid - Indicatoren

De cijfers uit de Gezondheidsmonitor geven een beeld van  de gezondheid van onze inwoners en ontwikkelingen hierbinnen. Tegelijkertijd hebben we als gemeente maar beperkt invloed op deze indicatoren. In de uitvoering van ons beleid streven we naar bewustwording van onze inwoners. Zo werken we samen aan een verandering in houding en gedrag rondom behoud  en stimulering van de eigen gezondheid. 

Naam indicator 2022 2024
Percentage volwassenen dat rookt MG 19% 18%
Percentage volwassenen dat rookt provinciaal 19% 19%
Percentage volwassenen met overgewicht MG 60% 55%
Percentage volwassenen met overgewicht provinciaal 51% 50%
Percentage overmatig alcoholgebruik MG 13% 11%
Percentage overmatig alcoholgebruik provinciaal 16% 14%
Percentage jongeren met overgewicht in groep 7 MG 19% 22%
Percentage jongeren met overgewicht in groep 7 provinciaal 19% 17%
Percentage jongeren dat in de afgelopen maand had gedronken MG 34% 30%
Percentage jongeren dat in de afgelopen maand had gedronken provinciaal 33% 30%
Percentage inwoners dat VOLDOET aan de beweegrichtlijn MG 45% 45%
Percentage inwoners dat VOLDOET aan de beweegrichtlijn Provinciaal 51% 50%
Percentage jongeren dat zich (zeer) vaak gestrest voelt MG 48,5% 59,7%
Percentage jongeren dat zich (zeer) vaak gestrest voelt Provinciaal 46,6% 55,9%
Percentage jongeren dat rookt MG 6% 13%
Percentage jongeren dat vaped MG 8% 18%
Percentage volwassenen dat zich altijd of meestal gelukkig voelt MG 65% 60%
Percentage volwassenen dat zich altijd of meestal gelukkig voelt Provinciaal 63% 58%

2.2.2 Welzijn

Inleiding

Terug naar navigatie - 2.2.2 Welzijn - Inleiding

Welzijn gaat over het ervaren welbevinden van onze inwoners. Hoe kunnen zij volop meedoen in de maatschappij via een sterk sociaal netwerk, door werk, vrijwilligerswerk of zinvolle dagbesteding. Hoe leven onze inwoners samen in dorpen en wijken en voelen ze zich van betekenis? 

Terug naar navigatie - 2.2.2 Welzijn - Trends en ontwikkelingen

Welzijn
Welzijn gaat over hoe tevreden inwoners zijn over hun leven. Dat hangt af van verschillende factoren. We willen dat inwoners zich fysiek, emotioneel en sociaal sterk voelen. Het gaat vooral om:

  • Mee kunnen doen in de samenleving (werk, hobby, activiteiten);
  • Zingeving (van betekenis zijn);
  • Mentaal welbevinden (je goed voelen).

Inwoners moeten, binnen hun mogelijkheden, kunnen meedoen en de leefbaarheid in hun omgeving verbeteren. Met breed welzijnswerk (mantelzorgondersteuning, vrijwilligerswerk, maatschappelijke activering en opbouwwerk) ondersteunen we dit. We werken daarbij samen met vrijwilligers- en eerstelijnszorgorganisaties.

Met de doorontwikkeling van Sociale veerkracht realiseren we samen met inwoners betere oplossingen, zoals algemene voorzieningen. Het informele veld krijgt hierin een belangrijkere rol, zodat minder beroep wordt gedaan op schaarse en dure professionele zorg. Onder het informele veld vallen maatschappelijke organisaties zoals Kwartier Zorg en Welzijn, vrijwilligersorganisaties zoals Humanitas, de Kleding- en Voedselbank en inwoners(groepen).

Samenwerking welzijn en sociale teams
Ondersteuningsvragen pakken we zo laagdrempelig mogelijk op. Via integrale sociale teams bieden we vooral voorliggende ondersteuning, liefst in groepsverband. Daardoor is minder vaak professionele zorg nodig. We werken ook aan het bereiken van inwoners die nog niet goed in beeld zijn, zoals nieuwkomers (Humanitas) en mensen die eenzaam zijn (Kwartier Zorg en Welzijn).

GALA, IZA en AZWA
In 2026 werken we verder aan het plan van aanpak Midden-Groningen 2023–2026 (Gezond en Actief Leven Akkoord), het Regioplan Gezond Groningen en het Regioplan Mentale Gezond. We richten ons op mantelzorg en vrijwilligerswerk, welzijn op recept, mentale gezondheid en vitaal ouder worden. We sluiten aan bij het AZWA (Aanvullend Zorg- en Welzijns Akkoord), een vervolg op het Integraal Zorgakkoord, dat inzet op betere toegang tot zorg, minder administratiedruk, meer preventie en extra technologie. Voor Midden-Groningen betekent dit betere afstemming van voorzieningen, versterking van preventie en ondersteuning dichter bij inwoners.

Wonen en zorg
In 2025 is de Woonzorgwelzijnsvisie 2025–2030 opgesteld om in te spelen op de groei van het aantal ouderen en inwoners met een zorgvraag. De visie richt zich op meer zelf- en samenredzaamheid, voldoende passend en toekomstbestendig wonen, leefbare dorpen en wijken, en innovatie in wonen, welzijn en zorg. In 2026 werken we dit uit in een uitvoeringsprogramma met concrete afspraken samen met partners, mantelzorgers, vrijwilligers en inwoners.

Doelstelling

Terug naar navigatie - 2.2.2 Welzijn - Doelstelling

a. Het verbeteren van de weerbaarheid van inwoners met psychosociale klachten

Terug naar navigatie - 2.2.2 Welzijn - Doelstelling - a. Het verbeteren van de weerbaarheid van inwoners met psychosociale klachten

Gezondheid en welbevinden gaat niet alleen over hoe iemand zich lichamelijk voelt. Een groot aantal inwoners komt regelmatig bij de huisarts met psychosociale problemen. Zeker in het aardbevingsgebied komen psychosociale problemen veel voor. Deze problemen gaan vaak samen met lichamelijke klachten, somberheid, angst, stress en een ongezonde leefstijl. Artsen verwijzen patiënten nog vaak door naar medische of psychologische zorg. Een medische of psychologische behandeling is echter niet altijd nodig. Mensen kunnen in die situaties beter geholpen zijn bij mogelijkheden om zich weer lekkerder in hun vel te voelen en om sociaal actiever te zijn. Wij willen deze inwoners helpen om weer perspectief te krijgen en een betekenisvol leven te kunnen leiden. 

Acties

b. Het bevorderen van het welbevinden van ouderen (65+) waarbij eigen regie en zelfredzaamheid het uitgangspunt is

Terug naar navigatie - 2.2.2 Welzijn - Doelstelling - b. Het bevorderen van het welbevinden van ouderen (65+) waarbij eigen regie en zelfredzaamheid het uitgangspunt is

De komende jaren groeit het aantal ouderen (60+) in onze gemeente, terwijl het aantal kinderen daalt. Vooral de groep 75-plussers neemt toe, de zogenoemde dubbele vergrijzing. We willen dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig thuis wonen en actief blijven in de samenleving, met behoud van regie over hun leven.

Op basis van het Rekenkameronderzoek (mei 2023) is in 2024 met de doelgroep een uitvoeringsagenda opgesteld. In 2025 volgde, opnieuw samen met de doelgroep, een uitvoeringsagenda voor 2025 en 2026. Deze sluit aan op de Woonzorgwelzijnsvisie 2025–2030 en het aangepaste gezondheidsbeleid.

Acties

c. Versterken van de informele ondersteuning

Terug naar navigatie - 2.2.2 Welzijn - Doelstelling - c. Versterken van de informele ondersteuning

Inwoners in onze gemeente zetten zich graag in voor anderen, en deze samenredzaamheid vinden wij belangrijk. Vrijwilligerswerk en mantelzorg zijn vormen van informele ondersteuning die we willen versterken. Vanuit Sociale veerkracht zetten we in op het versterken van het sociale netwerk van inwoners.

Daarnaast ondersteunen we mantelzorgers, vrijwilligers en hun organisaties door kennis te vergroten, goede informatie en advies te geven, en hen te waarderen met het mantelzorgcompliment en Vrijwilligers Bedankt!. De steunpunten Mantelzorg en de vrijwilligerscentrale van Kwartier Zorg en Welzijn spelen hierin een belangrijke rol.

Indicatoren

Terug naar navigatie - 2.2.2 Welzijn - Indicatoren
Indicatoren 2022 2023 2024
Welzijn op recept
- Aantal toeverwijzingen* 328 335 286
- Toename gevoel van welzijn 63% n.n.b.
Grip en Glans
- Aantal deelnemers** 37 15
- Aantal cursussen 5 3
Vrijwilligers
- Aantal inschrijvingen vacaturebank 71 127 115
- Aantal geslaagde bemiddelingen*** 98 137 96
- Aantal hulpvragen Vrijwillige Hulpdienst 198 314
Mantelzorgers
- Aantal geregistreerde mantelzorgers**** 1.021 858 951
- Aantal vrijwilligers Luisterend Oor 13 14 13
- Aantal Respijtvrijwilligers 8 6 2
* afgenomen vanwege verloop in personeel en inwerken nieuwe medewerkers ** BWRI heeft ook aanbod wat lijkt op Grip & Glans, waardoor instroom vanuit BWRI sterk is afgenomen *** aantal vrijwilligers neemt af en nieuwe groep hulpvragers met vaak mentale en/of fysieke beperking zijn moeilijker plaatsbaar **** het bestand is geactualiseerd, dit verklaart de afname van het aantal geregistreerde mantelzorgers in 2023

2.2.3 Wmo

Inleiding

Terug naar navigatie - 2.2.3 Wmo - Inleiding

We voeren de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) uit. Met de Wmo ondersteunen we inwoners met een beperking en/of met chronische, psychische of psychosociale problemen. De problemen kunnen gaan over zelfredzaamheid en meedoen. We helpen zoveel mogelijk in de eigen thuissituatie en leefomgeving. Als dit niet kan, bieden we tijdelijk opvang. Onze Wmo-medewerkers beoordelen aanvragen voor ondersteuning. Ze voeren gesprekken met inwoners om hun behoeften en situatie te begrijpen. Ze stellen daarna passende ondersteuning vast. We regelen dat de ondersteuning wordt gestart. We houden de kwaliteit van de geleverde diensten goed in de gaten. We maken gebruik van algemene voorzieningen en bieden ook maatwerkvoorzieningen aan. Bij de uitvoering toetsen we altijd aan de Wet. We houden toezicht op de uitvoerende organisaties. 

Terug naar navigatie - 2.2.3 Wmo - Trends en ontwikkelingen

De komende jaren zullen inwoners vaker een beroep doen op ondersteuning via de Wmo. Dit komt doordat er meer ouderen zijn en omdat het belangrijk is dat mensen zelfstandig wonen, ook als ze ouder worden. De hulp die nodig is, wordt ook zwaarder en ingewikkelder. 

Wonen en zorg
Als gevolg van de Wet versterking regie volkshuisvesting (Wvrv) gaat er veel veranderen. Dit heeft ook gevolgen voor het onderwerp wonen en zorg. Zo wordt het schrijven van een woonzorgvisie verplicht.  In de woonzorgwelzijnsvisie staat geschreven hoe we aan kijken tegen wonen en zorg voor de langere termijn.  Dit is onder andere belangrijk omdat er te weinig woningen zijn voor verschillende doelgroepen. We maken afspraken over het aantal sociale huurwoningen en wie daarvoor in aanmerking komt. Verder maken we afspraken met zorgpartijen over de zorg van de toekomst. Ook omdat er in de toekomst meer ouderen zijn die zorg nodig hebben. De woonzorgwelzijnsvisie wordt vertaald naar een gezamenlijke uitvoeringsagenda. In de woonzorgwelzijnsvisie staan ambities aan de hand van de volgende vier thema's:  (1) Inwoners en het netwerk (2) het huis (3) de wijk en het dorp en (4) organisaties.  

Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord (AZWA)
De afgelopen jaren is gewerkt aan de uitvoering van het Integraal Zorgakkoord (IZA) en het Gezond Actief Leven Akkoord (GALA). Hierbij kan gedacht worden aan het maken van afspraken over de zorg van de toekomst.  We vinden het belangrijk dat mensen gezond leven. Op die manier voorkomen we dat mensen zorg nodig hebben. Dat is belangrijk omdat er in de toekomst meer mensen zijn die zorg nodig hebben. Dat komt omdat mensen steeds ouder worden en de groep mensen van 65 jaar en ouder groter wordt. We maken afspraken met huisartsen en zorgpartijen over wie wat doet in de zorg en op welke manier. Op die manier hopen we dat de zorg niet veel duurder wordt en zijn er ook in de toekomst genoeg mensen die de zorg kunnen geven die nodig is. Om dit beter te doen en te versnellen is het Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord (AZWA). Op het moment van schrijven weten we nog niet precies wat dit betekent. Hierover volgen afspraken op landelijk niveau, in de regio en bij ons als gemeente.  

Afschaffing abonnementstarief
Het wetsvoorstel om het abonnementstarief voor de Wmo af te schaffen is als gevolg van vervroegde verkiezingen controversieel verklaard. Dat betekent dat dit wetsvoorstel pas in behandeling wordt genomen na de vervroegde Tweede Kamerverkiezing van 29 oktober 2025.  Het doel van dit wetsvoorstel is dat er weer een inkomensafhankelijke eigen bijdrage van de inwoner gevraagd wordt. 

Beschermd Wonen en opvang
De invoering van het woonplaatsbeginsel en het objectief verdeelmodel voor Beschermd Wonen is uitgesteld. Dat betekent dat het geld dat van het Rijk komt voorlopig niet op een andere manier verdeeld wordt over de regio's en de gemeenten.  Voor de langere termijn kan dat betekenen dat we meer geld kregen dan waar we eerder vanuit gingen. Dit is mede afhankelijk van wat gebeurt na de vervroegde Tweede Kamerverkiezingen. We hebben als regio als doel gesteld dat er in 2030 geen mensen meer dakloos zijn.  We zorgen er samen met andere partijen voor dat er huizen bij komen. Ook proberen we te voorkomen dat mensen dakloos raken door bijvoorbeeld hulp bij schulden en andere problemen. 

Doelstelling

Terug naar navigatie - 2.2.3 Wmo - Doelstelling

a. Inwoners zijn betrokken bij beleid en uitvoering

Terug naar navigatie - 2.2.3 Wmo - Doelstelling - a. Inwoners zijn betrokken bij beleid en uitvoering

We willen aan inwoners vragen wat ze van ons beleid en de uitvoering vinden. We spelen in op vragen en ontwikkelingen in de samenleving. We betrekken bij voorkeur de inwoners vooraf, zoals bij de uitvoeringsagenda ouderenbeleid of bij de regenboogagenda.

Acties

b. Inwoners zijn zelfredzaam binnen hun eigen mogelijkheden

Terug naar navigatie - 2.2.3 Wmo - Doelstelling - b. Inwoners zijn zelfredzaam binnen hun eigen mogelijkheden

Inwoners zijn zelfredzaam binnen hun eigen mogelijkheden met hulp van hun netwerk.  We ondersteunen inwoners die dit nodig hebben op verschillende manieren. Hierdoor kunnen inwoners langer zelfstandig blijven wonen en meedoen in de samenleving . We zetten toezichthouders in die onderzoeken of de ondersteuning goed genoeg is (kwaliteit) en of het geld op de juiste plek terecht komt (rechtmatigheid).  

Acties

Indicatoren

Terug naar navigatie - 2.2.3 Wmo - Indicatoren
Zorg in Natura 2021 2022 2023 2024
Betreft Eenheid van aantal per week Aantal cliënten Per week Aantal cliënten Per week Aantal cliënten Per week Aantal cliënten Per week
BG Basis uren 537 1.492 524 1.291 517 1.195 476 1.073
BG Plus uren 58 212 32 128 21 83 21 109
Dagbesteding Basis dagdelen 249 1.213 232 1.095 215 990 215 823
Dagbesteding Plus dagdelen 16 74 12 52 11 45 11 36
HH1 uren 1.751 4.062 1.816 4.137 1.931 4.311 1.931 4.446
HH2 uren 132 341 119 299 102 262 102 224
PGB 2021 2022 2023 2024
Betreft Eenheid van aantal per week Aantal cliënten Per week Aantal cliënten Per week Aantal cliënten Per week Aantal cliënten Per week
BG uren 109 529 73 383 53 254 47 254
Dagbesteding dagdelen 25 120 18 66 18 65 16 65
HH1 uren 35 110 29 95 26 80 26 75
HH2 uren 2 7 0 0 0 0 0 0

2.2.4 Jeugd, jeugdgezondheidszorg en onderwijs

Inleiding

Terug naar navigatie - 2.2.4 Jeugd, jeugdgezondheidszorg en onderwijs - Inleiding

De jeugd is de toekomst. In onze gemeente wonen ruim 11.000 kinderen tot en met 18 jaar, voor het merendeel in een gezin. We willen graag dat deze kinderen kansrijk en veerkrachtig opgroeien. Als gemeente dragen we bij aan een omgeving waarin dat mogelijk is. Dat doen we op verschillende manieren. We verrijken het onderwijs, stimuleren een gezonde leefstijl en een veilig en stabiel thuis, organiseren ondersteuning van de omgeving of van professionals en leren vaardigheden aan om stress en tegenslag het hoofd te bieden. Daarmee realiseren we een stevige pedagogische basis, die de ontwikkeling van kinderen stimuleert en ouders ondersteunt bij het opvoeden. Een stevige basis draagt bij aan het gezond, veilig en kansrijk opgroeien en helpt bij het omgaan met alledaagse problemen.

De zorg voor sociale veerkracht van onze inwoners komt voor uit de wettelijke taken in de Jeugdwet, Wet publieke gezondheid, Wet primair onderwijs, en Wet Kinderopvang.  Daarnaast hebben we keuzes gemaakt binnen de beleidsruimte van deze wettelijke kaders. Die keuzes zijn uitgewerkt in de visie Sociale veerkracht, het Langjarig perspectief jeugdhulplandschap (de regionale visie op jeugdhulp en inkoop), het Onderwijskansenakkoord, de Gemeenschappelijke regeling Publieke gezondheid en zorg en in Verordeningen en Nadere regels. 

Met jeugdzorg is in 2026 € 43,7 miljoen gemoeid. Dat bestaat voor het grootste deel, namelijk € 38,2 miljoen, uit 'zorg in natura' (ZIN), persoonsgebonden budgetten (PGB), algemene voorzieningen en uitvoeringskosten. Verder bestaat dat totaalbedrag uit  € 1,9 miljoen voor de jeugdgezondheidszorg (JGZ) en uit  € 3,7 miljoen, zijnde de kosten voor  de toegang, inclusief de kosten voor de  Ondersteuning jeugd en gezin (OJG). 

In dit hoofdstuk beschrijven we de gemeentelijke ambitie op het gebied van jeugd, jeugdgezondheidszorg en onderwijs. Deze ambitie wordt vertaald naar doelstellingen en acties.

Terug naar navigatie - 2.2.4 Jeugd, jeugdgezondheidszorg en onderwijs - Trends en ontwikkelingen

Transformatie regionale zorglandschap
Het regionale zorglandschap staat aan de vooravond van een grondige transformatie, die de komende jaren haar beslag krijgt. In het verlengde van de Regiovisie jeugd hebben de tien gemeenten die regionaal samenwerken eind 2024 het Langjarig perspectief transformatie jeugdhulp in Groningen vastgesteld. Door anders in te kopen wordt gewerkt aan een kwalitatieve verbetering van de jeugdzorg en kostenbeheersing. Basishulp jeugd wordt lokaal ingekocht en daaropvolgend wordt aanvullende hulp (de wat ‘zwaardere’ jeugdhulp; denk onder andere aan jeugd-ggz) centraal ingekocht en in sub-regio's georganiseerd. Onderwijs-jeugdhulp wordt deels ondergebracht in de basishulp, deels in de aanvullende hulp. Basishulp en aanvullende hulp zullen verleend worden door een beperkt aantal aanbieders. Op basis van gedeelde verantwoordelijkheid werken die samen met de gemeente aan de doelstellingen van laagdrempeligheid, ‘eigen kracht’ en ‘ondersteunen in plaats van medicaliseren’. Deze uitgangspunten gelden ook voor het segment van de hoog-specialistische jeugdhulp. De inkoop daarvan begint al eerder, namelijk in 2025. De achtergrond van deze transformatie van het zorglandschap zijn de Hervormingsagenda, het Richtinggevend kader lokale toegang en het Toekomstscenario jeugd en gezin. De leidende gedachten uit deze landelijke agenda's worden in de regionale herziening van het zorglandschap en de daaruit voortvloeiende inkoopstrategie meegenomen. De transformatie is een proces dat doorloopt tot 2030 en is een regionale opgave, waar Midden-Groningen, evenals de overige regiogemeenten, nauw bij betrokken is.  Ze werkt mede door in de transformatie van onze toegang tot advies en hulp (zie hieronder).

Transformatie lokale toegang
De organisatie die de lokale toegang tot jeugdhulp (en overige vormen van hulp) voor de gemeente verzorgt wordt omgevormd tot een gemeentelijke stichting. Dit proces krijgt in 2026 voor een groot deel haar beslag, maar zal ook in de jaren daarna nog veel aandacht vragen. De lokale toegang biedt ondersteuning en verwijst indien nodig naar hulp voor de doelgroep 0 tot 100 jaar. Vanuit het perspectief van jeugd betekent dit dat de toegang in grote lijnen werkt volgens de uitgangspunten van de Hervormingsagenda en die van de regionale inkoop van jeugdhulp. Belangrijk daarin zijn onder meer: handen en voeten geven aan ‘normaliseren’, adequaat beoordelen en vanaf het begin bieden van de gepaste ondersteuning of hulp. De lokale toegang gaat naast basisondersteuning naar alle waarschijnlijkheid ook de basishulp jeugd aanbieden. Dat laatste betekent dat lokaal in te kopen jeugdhulp (zie hierboven: transformatie zorglandschap) bij deze gemeentelijke stichting wordt ondergebracht. De wijze waarop we dat willen organiseren wordt gezamenlijk uitgewerkt.  

Nationaal Programma Groningen (NPG) en de Sociale agenda (Nij begun)

Vanuit het NPG wordt er gewerkt aan een goede toekomst voor iedereen. De projecten  Tijd voor Toekomst en Moeders van Midden-Groningen zijn er voor onze kinderen en jongeren. Daarnaast dragen ze bij aan sociale veerkracht en is er verbinding met andere projecten zoals NPG Ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting. De NPG-projecten zijn verder uitgewerkt in hoofdstuk 2.5.4.
In Nederland bepaalt het opleidingsniveau en inkomen van ouders in grote mate de kansen op school. Zo lopen kinderen die opgroeien in een arm gezin een grotere kans om niet terecht te komen op het niveau dat bij hun talenten past. We zetten daarom extra in op het versterken van onderwijskansen. Dit doen we door het Onderwijskansenakkoord uit te voeren en  het onderwijs te verrijken met een aanvullend aanbod.  We zetten in op  versterking  van dit aanbod vanuit de kansen die de Sociale agenda van Nij Begun biedt.  

Doelstelling

Terug naar navigatie - 2.2.4 Jeugd, jeugdgezondheidszorg en onderwijs - Doelstelling

a. Jeugdigen en gezinnen met ondersteuningsvragen kunnen rekenen op passende ondersteuning

Terug naar navigatie - 2.2.4 Jeugd, jeugdgezondheidszorg en onderwijs - Doelstelling - a. Jeugdigen en gezinnen met ondersteuningsvragen kunnen rekenen op passende ondersteuning

Jeugdigen en de gezinnen waarin ze opgroeien hebben soms ondersteuning nodig en soms intensievere vormen van begeleiding of hulp. We willen er graag voor zorgen dat deze doelgroepen snel weer zelfredzaam of 'samen-redzaam' worden. Om dat te bereiken, voeren we onze wettelijke taken uit op basis van de visie Sociale veerkracht. Daarnaast gaan we aan de slag met verbetering van onze toegang en organiseren we lokale basishulp jeugd. Daarbij houden we oog voor kostenbeheersing.

Acties

b. Jeugdigen en ouders kunnen rekenen op kwalitatief goede kinderopvang en op een rechtmatige en doelmatige inzet van jeugdhulp

Terug naar navigatie - 2.2.4 Jeugd, jeugdgezondheidszorg en onderwijs - Doelstelling - b. Jeugdigen en ouders kunnen rekenen op kwalitatief goede kinderopvang en op een rechtmatige en doelmatige inzet van jeugdhulp

We zorgen ervoor dat jeugdhulp rechtmatig en doelmatig wordt verleend, zodat de schaarse middelen optimaal worden ingezet. Ook werken we aan kwalitatief hoogwaardige kinderopvang.

Acties

c. Kinderen krijgen gelijke kansen in het onderwijs

Terug naar navigatie - 2.2.4 Jeugd, jeugdgezondheidszorg en onderwijs - Doelstelling - c. Kinderen krijgen gelijke kansen in het onderwijs

We willen dat alle kinderen kansrijk opgroeien. Achterstanden en uitval willen we voorkomen. 
Voor peuters met risico op achterstand bieden we extra uren in de peuterspeelzaal met ondersteunend taal -en rekenaanbod (voorschoolse educatie, VE). We streven naar een bereik van meer dan 75% van de doelgroepkinderen. Dit aanbod is van goede kwaliteit en er is veel aandacht voor samenwerking met ouders en een goede overdracht naar het basisonderwijs. 

We dagen kinderen en jongeren uit om hun talenten te ontwikkelen. Hiervoor verbinden we het onderwijs met welzijn, sport en cultuur. We werken aan samenhangende ondersteuning met het kind/gezin als uitgangspunt. Dit vraagt om een goede samenwerking kind-gezin-onderwijs-omgeving-ondersteuning. De ondersteuning is gericht op normaliseren en het vergroten van veerkracht. 

Wij helpen jongeren om zo lang mogelijk op school te blijven. Onze leerplichtambtenaren controleren op naleving van de leerplicht en werken we werken aan het voorkomen van voortijdig schoolverlaten. Hiervoor werken zij samen met ouders,  scholen en  de sociale teams. Voor de oudere leeftijdsgroep van 16 tot 23 jaar hebben we een regionale aanpak. Die bestaat uit een pakket aan maatregelen met als doel jongeren die dat kunnen een diploma te laten behalen op minimaal HAVO-, VWO- of MBO 2-niveau.  Dit is regulier beleid dat jaarlijks wordt uitgevoerd.

De Sociale Agenda biedt de mogelijkheid dit beleid te versterken en/of uit te breiden met aanvullende  maatregelen. In 2026 wordt concreter  hoe de uitvoering er uit gaat zien en hoe dit aansluit op wat de gemeente al doet . 

De belangrijkste indicatoren zijn

  • Deelnamepercentage voorschoolse educatie;
  • Aantal voortijdig schoolverlaters;
  • Aantal deelnemers leerlingenvervoer.

Acties

d. Kinderen krijgen onderwijs in een stimulerend, veilig en toekomstbestendig schoolgebouw

Terug naar navigatie - 2.2.4 Jeugd, jeugdgezondheidszorg en onderwijs - Doelstelling - d. Kinderen krijgen onderwijs in een stimulerend, veilig en toekomstbestendig schoolgebouw

We hebben een wettelijke zorgplicht voor huisvesting van het primair en voortgezet onderwijs. Dit gaat over nieuwbouw, uitbreiding en renovatie van een school, herstel van constructiefouten en herstel en vervanging in verband met schade. 

Acties

e. Volwassenen kunnen meedoen in onze samenleving doordat ze voldoende geletterd zijn

Terug naar navigatie - 2.2.4 Jeugd, jeugdgezondheidszorg en onderwijs - Doelstelling - e. Volwassenen kunnen meedoen in onze samenleving doordat ze voldoende geletterd zijn

Iedereen moet kunnen meedoen in de samenleving. Echter, te veel inwoners hebben nog moeite met lezen, rekenen en het gebruiken van een computer of smartphone. Om mee te kunnen doen heb je deze vaardigheden wél nodig. Vanuit WEB-middelen en extra gelden via centrumgemeente Groningen zetten we in op de aanpak laaggeletterdheid voor volwassenen. Via onderwijskansenbeleid en voorschoolse educatie investeren in taalontwikkeling en leesbevordering bij kinderen.

Acties

Indicatoren

Terug naar navigatie - 2.2.4 Jeugd, jeugdgezondheidszorg en onderwijs - Indicatoren
Voortijdige schoolverlaters 2023/2024
Aantal voortijdige schoolverlaters 145
Percentage voortijdige schoolverlaters landelijk 2,3%
Percentage voortijdige schoolverlaters Midden-Groningen 3,2%
Veiligheid 2024
Aantal medewerkers sociaal team die getraind zijn in systemisch werken 8
Meldingen Veilig Thuis 357
Aantal kinderen betrokken bij huiselijk geweld/kindermishandeling (VHB + warme overdracht) 245
Overdracht van Veilig Thuis naar sociaal team (VHB + warme overdracht) 284
Preventie 2024
Nu niet zwanger (opgeschaalde casus) Totaal 20 waarvan 13 anticonceptie
Voorzorg gestart 9
Stevig ouderschap Regulier 8 gezinnen Prenataal 2 gezinnen 0 Grote gezinnen
Aantal bereikte jongeren via jongerenwerk individuele coaching
Verbeteren jeugdhulp 2024
Aantal unieke cliënten met tenminste één jeugdhulpindicatie 1975
Gemiddeld rapportcijfer jeugdhulp 7,3
Aantal uithuisplaatsingen (cijfers JB Noord)

2.2.5 Participatiewet

Inleiding

Terug naar navigatie - 2.2.5 Participatiewet - Inleiding

BWRI (Bedrijf voor Werk, Re-integratie en Inkomen) voert de Participatiewet uit. Ook het taakveld armoede is belegd bij het beleidsteam van BWRI en daarmee onderdeel van de bestuursopdracht armoede. Vanaf 2026 staat BWRI als een volwaardig sociaal ontwikkelbedrijf, passend bij de landelijke ontwikkeling. Ze gaat dan verder onder de naam Midwerk (ontwikkeling, werk, inkomen). Een naam goed passend bij de cultuur van gemeente Midden-Groningen en BWRI en waarin de samenhang van het sociaal ontwikkelbedrijf als onderdeel van Midden-Groningen mooi is weergegeven. Hierbij is en blijft het doel, dat we inwoners daar waar nodig helpen om (weer) volwaardig mee te kunnen doen aan de samenleving.

Om dit te bereiken bieden we aan inwoners, die niet in staat zijn om zelfstandig in hun inkomen te voorzien, (tijdelijk) inkomensondersteuning. Daarnaast krijgen inwoners met een inkomen op het sociaal minimum daar waar nodig financiële hulp, zodat ze alle noodzakelijke kosten kunnen betalen. Daarin hebben we extra aandacht voor kinderen die opgroeien in armoede. Niet alleen alle inwoners met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt kunnen zich binnen Midwerk ontwikkelen, maar ook inwoners uit een bredere doelgroep kunnen hiervoor bij ons terecht. Dit doen we bij voorkeur richting betaald werk door het inzetten van hun talenten. Daarnaast zetten we in op persoonlijke ontwikkeling, vrijwilligerswerk en op maatschappelijke en sociale activering. Vanuit het Doorstroompunt hebben we een verbindende rol in onze arbeidsmarktregio, waarbij wordt samengewerkt om jongeren op de goede weg te helpen. Het gaat hierbij nu om hulp aan jongeren van 18 tot 23 jaar die zonder startkwalificatie uitvallen van school.

Vanuit het Rijk ontvangen we financiële middelen voor het:

  • verstrekken van uitkeringen als betaald werk (nog) niet lukt;
  • extra ondersteunen van inwoners met een laag inkomen;
  • ontwikkelen van talenten van inwoners;
  • organiseren van beschermde werkplekken;
  • toekomstbestendig inrichten en versterken van de infrastructuur van het sociaal ontwikkelbedrijf.

Ambities

Terug naar navigatie - 2.2.5 Participatiewet - Ambities

Iedere inwoner kan op een volwaardige manier meedoen aan de samenleving, doordat in het levensonderhoud kan worden voorzien en de middelen er zijn om deel te nemen aan sociale activiteiten. We stellen inwoners in staat hun talenten te ontwikkelen en in te zetten, bij voorkeur richting betaald werk. De regie ligt bij de inwoner zelf; zij nemen het initiatief om stappen te zetten in hun ontwikkeling en loopbaan. Midwerk vervult hierbij een sleutelrol om dit proces op een goede manier te faciliteren. Dit doen we door kansen te creëren op het gebied van werk, inkomen, begeleiding en perspectief voor degenen die hierin een steuntje in de rug kunnen gebruiken.

Terug naar navigatie - 2.2.5 Participatiewet - Trends en ontwikkelingen

Wetgeving
Het wetsvoorstel Participatiewet in Balans heeft vertraging opgelopen, waardoor de beoogde gefaseerde inwerkingtreding nu vanaf 1 januari 2026 wordt verwacht. De Wet tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek geeft gemeenten de bevoegdheid om een vaste vergoeding te verstrekken aan alleenverdienende huishoudens met een lager besteedbaar inkomen door een complexe samenloop van fiscale regels, toeslagen en sociale zekerheid. Gemeenten ontvangen hiervoor tijdelijk in de jaren 2025, 2026 en 2027 een decentralisatie-uitkering, via de meicirculaire. Deze regeling sluit aan op de regeling alleenverdienersproblematiek 2023 & 2024, waarvoor gemeenten, waaronder Midden-Groningen, reeds budget ontvingen voor bijzondere bijstand aan deze huishoudens.

Met de invoering van het wetsvoorstel “Van school naar duurzaam werk”, wordt de maximumleeftijd van de doelgroep van de Doorstroompunten verhoogd van 23 naar 27 jaar. Vanuit het Rijk worden hiervoor extra middelen beschikbaar gesteld. De oorspronkelijke ingangsdatum was gepland voor 1 augustus 2025, maar is door budgettaire wijzigingen uitgesteld naar 1 januari 2026. 

Rijksmiddelen
Onze gemeente heeft met het sociaal ontwikkelbedrijf Midwerk een plek waar inwoners, met of zonder bijstandsuitkering, zich kunnen ontwikkelen, scholing kunnen volgen en werkervaring kunnen opdoen. Het biedt betaald werk aan wie (nog) niet bij een reguliere werkgever terecht kan, met als doel duurzame inzetbaarheid. Door de veranderende arbeidsmarkt zijn blijvende investeringen nodig. Van 2025 tot 2035 stelt het Rijk, via de meicirculaire, jaarlijks een impulsbudget beschikbaar om Midwerk verder te ontwikkelen tot een toekomstbestendige organisatie. Voor dit impulsbudget heeft gemeente Midden-Groningen een financiële verplichting binnen de Gemeenschappelijke Regeling Wedeka voor de inwoners die daar zijn geplaatst met een Wsw-indicatie

Regionale ontwikkelingen 
Binnen Werk In Zicht is de JTF-subsidie “Waardewerk” aangevraagd. Deze subsidie loopt van 
1 september 2025 tot 1 oktober 2028 en heeft als doel werkgelegenheid te creëren voor inwoners die nu (nog) geen aansluiting vinden op de arbeidsmarkt. Het project sluit aan bij de sociale agenda van Nij Begun, waardoor er ook op lange termijn middelen beschikbaar blijven voor een structurele inbedding in het werkontwikkelbedrijf. 

Lokale ontwikkelingen
We zijn aan de slag met de aanbevelingen van het minimabeleid. Dit vraagt om een kritische blik op inzet en gebruik van geboden ondersteuning.. Met een meer (uit)vraag gestuurde werkwijze zal er veel meer aansluiting zijn op ondersteuning bij de werkelijke behoeften van onze inwoners.

Doelstelling

Terug naar navigatie - 2.2.5 Participatiewet - Doelstelling

a. De financiële hulp past goed bij wat onze inwoners met een laag inkomen nodig hebben

Terug naar navigatie - 2.2.5 Participatiewet - Doelstelling - a. De financiële hulp past goed bij wat onze inwoners met een laag inkomen nodig hebben

We vinden het  belangrijk dat alle inwoners mee kunnen doen aan sportieve, culturele of andere sociale activiteiten. Dit mag geen onhaalbaar privilege zijn voor inwoners met een laag inkomen of die weinig geld te besteden hebben. Daarom ondersteunen we deze inwoners door het inzetten van verschillende financiële regelingen. Hierbij hebben we extra aandacht voor kinderen, waarbij we intergenerationele armoede willen tegengaan en/of doorbreken door kinderen een kans te geven zich volop te ontwikkelen. Dit doen we bijvoorbeeld door de inzet van het Meedoenfonds, Jeugdfonds Sport- en Cultuur en Stichting leergeld.

De financiële ondersteuning betreft ook de inzet van bijvoorbeeld bijzondere bijstand, inkomenstoeslag en de aanvullende ziektekostenverzekering . Hieronder valt ook de inzet op compensatie voor de alleenverdienende inwoner.

We verstrekken subsidies aan maatschappelijke organisaties die binnen onze gemeente een belangrijke rol spelen om armoede tegen te gaan. Hiermee kunnen inwoners met een laag inkomen worden geholpen. Het gaat onder andere om: Kledingbank Maxima, Voedselbank, Stichting Urgente Noden, Jeugdfonds Sport en Cultuur, Stichting leergeld en Vereniging Humanitas.

Acties

b. Inwoners hebben een betaalde baan. Als dat (nog) niet lukt, dan blijven inwoners hun talenten en mogelijkheden gebruiken

Terug naar navigatie - 2.2.5 Participatiewet - Doelstelling - b. Inwoners hebben een betaalde baan. Als dat (nog) niet lukt, dan blijven inwoners hun talenten en mogelijkheden gebruiken

Door in te zetten op de individuele talenten en mogelijkheden zetten inwoners bij voorkeur een stap richting betaald werk. Het is bekend dat inwoners met een betaalde baan zich niet alleen gezonder en gelukkiger voelen, maar ook minder vaak naar de huisarts gaan en minder medicijnen gebruiken. En ook niet onbelangrijk, kinderen die opgroeien in een gezin waarvan de ouders werken, gaan vaak een betere toekomst tegemoet. Lukt de stap naar betaald werk (nog) niet dan wordt er ingezet op persoonlijke ontwikkeling, vrijwilligerswerk en op maatschappelijke- en sociale activering. 

Werk in Zicht is het samenwerkingsverband van gemeenten, UWV, sociaal ontwikkelbedrijven en partners voor de arbeidsmarktregio Groningen en Noord-Drenthe. Werk in Zicht heeft het Programmaplan 2023-2027 opgesteld. De activiteiten hierin zijn gericht op drie sporen, te weten; bereiken, ontwikkelen en duurzame inzetbaarheid. Naast de inzet op re-integratie en bemiddeling van inwoners met een uitkering wordt ook ingezet op onbenut arbeids- en ontwikkelpotentieel. Hiermee willen we 20.000 inwoners in de regio een stap vooruithelpen. Enerzijds vanwege de huidige krapte op de arbeidsmarkt, anderzijds zijn er inwoners die (nog) niet in staat zijn om hieraan deel te nemen door een beperking of omdat scholing en ontwikkeling niet passend zijn. Voor de uitvoering van het plan krijgen we geld van de arbeidsmarktregio.
Een onderdeel van deze samenwerking is de JTF-subsidie “Waardewerk”. Inwoners die (nog) geen aansluiting vinden op de arbeidsmarkt krijgen een overbrugbaan van maximaal 18 maanden binnen het werkontwikkelbedrijf. Hiermee krijgen zij een inkomen, stabiliteit en ontwikkelmogelijkheden om door te stromen naar passend werk. De samenwerking met (lokale) bedrijven zorgt voor inzicht in benodigde competenties en opleidingsvormen.

Acties

c. Inwoners met een arbeidsbeperking kunnen een eigen inkomen verdienen

Terug naar navigatie - 2.2.5 Participatiewet - Doelstelling - c. Inwoners met een arbeidsbeperking kunnen een eigen inkomen verdienen

Als consequentie van de wetswijziging van 1 januari 2015 kunnen er geen mensen meer instromen in de Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw). Om de beweging in de terugloop van medewerkers met een Wsw-indicatie op te kunnen vangen, is afgesproken dat het aantal beschutte werkplekken en afspraakbanen binnen het werkontwikkelbedrijf jaarlijks met maximaal 20 fte wordt uitgebreid.

Acties

e. Inwoners die nieuw zijn in Nederland voelen zich hier thuis en kunnen snel meedoen, het liefst via betaald werk

Terug naar navigatie - 2.2.5 Participatiewet - Doelstelling - e. Inwoners die nieuw zijn in Nederland voelen zich hier thuis en kunnen snel meedoen, het liefst via betaald werk

Veel nieuwkomers van buiten Europa, vaak vluchtelingen, zijn verplicht om in te burgeren. De Wet inburgering 2021, die op 1 januari 2022 van kracht is geworden, heeft als doel om inburgeringsplichtigen sneller te laten participeren in de Nederlandse samenleving, bij voorkeur via betaald werk. Dit betekent dat zij de Nederlandse taal leren, kennis opdoen over onze cultuur en weten hoe zaken in Nederland geregeld zijn. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de begeleiding van inburgeringsplichtigen en het aanbieden van een passend inburgeringstraject

Acties

Indicatoren

Terug naar navigatie - 2.2.5 Participatiewet - Indicatoren

 

   

Aantal huishoudens met een bijstandsuitkering 2021 2022 2023 2024 (Prognose) 2025 (Prognose)
Algemene bijstand 1.697 1.593 1.614 1.616 1.580
Bereik minimavoorziening 2021 2022 2023
Bijzondere bijstand (aantal huishoudens) 1.865 1.644 1.457
Individuele Inkomenstoeslag (aantal huishoudens) 1.229 1.250 1.199
Webwinkel Meedoenfonds (aantal personen) 3.604 3.891 3.875
Kledingbank Maxima (aantal personen) 1.316 2.392 ca. 2.400*
Jeugdfonds Sport en Cultuur (aantal kinderen) 223 173 288
Voorzieningenwijzer (aantal huishoudens) 220 83
Aantal inwoners die vanuit de uitkering een betaalde baan hebben gevonden 2021 2022 2023
Aantal 174 132 111
Aantal inwoners die zijn ondersteund 2021 2022 2023
Begeleid naar betaald werk 174 132 111
Ondernemers die zijn geholpen door het Zelfstandigenloket 2022 2023
Aantal ondernemers gesproken 189 110
Hulp bij problematische schulden 49 16
Begeleid naar baan of bijbaan 48 9
Begeleiding startende ondernemers 29 18
Hulp bij beëindiging onderneming 13 4
Uitstroom uit de bijstand (geheel of gedeeltelijk) 11 4
Aantal inwoners met een arbeidsbeperking die een betaalde baan heeft bij een normale werkgever 2021 2022 2023
Aantal (peildatum 31 december) 108 119 127
Aantal inwoners met een baan in de beschermde omgeving van het ontwikkelbedrijf BWRI 2021 2022 2023
Opdracht van het Rijk 37 41 44
Aantal ingevulde plekken (peildatum 31 december) 64 79 89
Aantal inburgeringstrajecten WI2021 2022 2023
Aantal gestart 82 123
Aantal lopend (peildatum 31 december) 0 147
Aantal afgerond (peildatum 31 december) 0 71
Vluchtelingen uit Oekraïne worden goed opgevangen 2021 2022 2023
Aantal vluchtelingen geholpen met leefgeld 347 255
Opmerking: Gezien de ontwikkelingen is er gekozen voor een andere opmaak indicatoren. * Daarnaast wordt vanuit de evaluatie minimabeleid gekeken hoe we het bereik van de minimavoorzieningen naar de toekomst anders/beter kunnen monitoren en hoe dit op een juiste wijze vorm te geven in de opmaak van de andere indicatoren.

2.2.6 Schuldhulpverlening

Inleiding

Terug naar navigatie - 2.2.6 Schuldhulpverlening - Inleiding

De Kredietbank Midden-Groningen voert de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) uit. Ons beleidsplan 2022-2026 met de titel ‘Samen zorgen voor rust in je geldzaken’ helpt ons hierbij. Belangrijke onderwerpen voor 2026 zijn: 

  • Het aantal inwoners met geregistreerde problematische schulden in Midden-Groningen verlagen;
  • Het bieden van maatwerk aan verschillende doelgroepen; 
  • Inwoners blijven zoveel mogelijk zelf de baas over hun financiën. 

Ambities

Terug naar navigatie - 2.2.6 Schuldhulpverlening - Ambities

Samen met onze klanten zorgen wij voor rust in geldzaken. Wij willen makkelijk bereikbaar zijn voor onze inwoners en werken op basis van vertrouwen. Wanneer wij hulp bieden, blijven inwoners zoveel mogelijk zelf de baas over hun financiële situatie. Wij hebben een persoonlijke aanpak en stellen onze klant centraal. Dat doen wij vanuit de overtuiging dat iedereen in Midden-Groningen recht heeft op een toekomst zonder geldzorgen. 

Terug naar navigatie - 2.2.6 Schuldhulpverlening - Trends en ontwikkelingen

De schuldenproblemen in Midden-Groningen zijn groot. Gemiddeld heeft 8,9% van de Nederlanders problematische schulden. In Midden-Groningen is dit 10,7%. (Bron: CBS, Schuldenproblematiek in beeld, januari 2024). Wij willen deze problemen aanpakken. Daarom sluiten wij aan bij de landelijke ontwikkelingen zoals de invoering van de basisdienstverlening. Ook in de regio zijn wij betrokken om schuldenproblematiek aan te pakken. Zo werken wij actief mee aan het uitwerken en uitvoeren van de maatregel 'Versterken financiële weerbaarheid' uit Nij Begun. 

Landelijke ontwikkelingen 
Het kabinet, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), de Vereniging voor Schuldhulpverlening en Sociaal Bankieren (NVVK), en de Vereniging van Leidinggevenden in het Sociaal Domein (Divosa) hebben op 21 maart 2024 een plan getekend waarmee de schuldhulpverlening in Nederland nog verder wordt versterkt. Deze basisdienstverlening moet leiden tot een toegankelijk hulpaanbod dat in iedere gemeente uit dezelfde onderdelen bestaat. Veel van de onderdelen maken al deel uit van onze dienstverlening.  Het onderdeel 'begeleiding vanuit de basisdienstverlening' verdient nog extra aandacht. Dit is onderdeel van de plannen van Nij Begun.

Regionale ontwikkelingen 
In de sociale agenda van Nij Begun is de maatregel 'Versterken financiële weerbaarheid' opgenomen. Deze maatregel bestaat uit drie onderdelen: een (doorbraak)fonds, financiële voorlichting/educatie en de (nog uit te werken) 'doel-doen-methode'. In dit plan werken inwoners met schuldenproblematiek aan zelfgekozen doelen. Deze doelen sluiten aan op hun talenten en mogelijkheden. Het plan sluit aan bij de eisen uit de basisdienstverlening. Voor het jaar 2026 is onze ambitie om 10 trajecten volgens dit plan uit te voeren. 

Lokale ontwikkelingen 
Eind 2026 loopt het beleidsplan van de Kredietbank 'Samen zorgen voor rust in je geldzaken' af. In 2026 werken wij daarom aan een nieuw beleidsplan. In dit beleidsplan houden wij rekening met alle lokale, regionale en landelijke ontwikkelingen. Zoals de doelen van de nieuw te vormen raad en college van komend jaar, Nij Begun en de Basisdienstverlening. 

Doelstelling

Terug naar navigatie - 2.2.6 Schuldhulpverlening - Doelstelling

a. Het percentage inwoners met geregistreerde problematische schulden is gelijk aan of lager dan het landelijk gemiddelde

Terug naar navigatie - 2.2.6 Schuldhulpverlening - Doelstelling - a. Het percentage inwoners met geregistreerde problematische schulden is gelijk aan of lager dan het landelijk gemiddelde

In Midden-Groningen heeft 10,7% van de inwoners geregistreerde problematische schulden. Het gemiddelde in Nederland is 8,9%. Het verschil met het landelijk gemiddelde is 1,8%. Wij willen dat het aantal inwoners met geregistreerde problematische schulden gelijk is aan of lager is dan het landelijk gemiddelde. Om dit doel te halen zetten wij in op verschillende acties, zo geven wij inwoners bijvoorbeeld informatie over geldzaken. Dit noemen wij preventie. Team Eropaf zet zich in om inwoners met beginnende schuldenproblematiek zo vroeg mogelijk te bereiken. Zij bieden deze inwoners bijvoorbeeld een adviesgesprek bij de Kredietbank of hulp bij een betalingsregeling aan. Samen met onze samenwerkingspartners zetten wij ons in om 'Geldfit-lokaal' en 'Geldfit-Jong' in Midden-Groningen op te zetten. Het doel hiervan is om inwoners met geldzorgen eerder en in de buurt te kunnen helpen. 

Acties

b. Wij bieden maatwerk aan verschillende doelgroepen, zo kort als het kan, zo lang als nodig

Terug naar navigatie - 2.2.6 Schuldhulpverlening - Doelstelling - b. Wij bieden maatwerk aan verschillende doelgroepen, zo kort als het kan, zo lang als nodig

Inwoners die hulp ontvangen van de Kredietbank Midden-Groningen, ontvangen hulp die het beste past bij hun persoonlijke situatie. Daarbij houden we rekening met verschillende doelgroepen. We kiezen voor de minst ingrijpende vorm van hulp, waarbij de inwoner zoveel mogelijk de baas blijft over zijn financiële situatie.  Iedere inwoner met financiële zorgen ontvangt een passend hulpaanbod. Dit kan een adviesgesprek of budgetcoaching zijn, maar ook een schuldregeling of budgetbeheer. 

Statushouders in Midden-Groningen worden financieel ontzorgd. Daarbij is het doel dat het aantal statushouders waar de Kredietbank de vaste lasten van doorbetaalt daalt. Wij zetten in op een uitstroom van 80% binnen 1 jaar. De ervaring leert dat inwoners uit Midden-Groningen die onder bewind staan dit veelal nodig hebben. Het betreft vaak complexe dossiers. Wij willen dat het aantal inwoners met beschermingsbewind dat binnen één jaar hulp bij schulden krijgt stijgt. Om dit te bereiken bespreken we lopende schuldendossiers met bewindvoerders en proberen, waar mogelijk, belemmeringen om een schuldenregeling aan te vragen weg te nemen. 

Ondernemers in Midden-Groningen kunnen terecht bij het Loket Zelfstandigen. In samenwerking met BWRI en een gespecialiseerde partner worden ondernemers met schulden geholpen. Jongeren krijgen hulp vanuit het NPG-project ‘Jongeren met Toekomst’. Dit project wordt verantwoord onder het programma NPG. 

Acties

c. Wij werken met onze klanten aan financiële zelfredzaamheid. Het aantal klanten met budgetbeheer daalt met 30% ten opzichte van 2022.

Terug naar navigatie - 2.2.6 Schuldhulpverlening - Doelstelling - c. Wij werken met onze klanten aan financiële zelfredzaamheid. Het aantal klanten met budgetbeheer daalt met 30% ten opzichte van 2022.

Om deze doelstelling te bereiken werken alle collega’s met klantcontact van de Kredietbank met het traject ‘duurzame uitstroom’. In het beleidsplan 'Samen zorg voor rust in je geldzaken' 2022-2026 hebben we deze doelstelling opgenomen. 2022 is het startpunt voor het meten van onze resultaten. 

Acties

2.2.7 Sociale teams

Inleiding

Terug naar navigatie - 2.2.7 Sociale teams - Inleiding

De sociale teams hebben een centrale rol in het sociaal domein. Zij zijn vaak het eerste aanspreekpunt voor inwoners die een vraag tot ondersteuning hebben. De sociale teams bieden de toegang tot zorg en ondersteuning. Ook geven ze zelf lichte ondersteuning aan inwoners op alle levensdomeinen. Dit werk van de sociale teams gebeurt vanuit de drie sociale wetten die we moeten uitvoeren: de Jeugdwet, de Wmo en de Participatiewet. De sociale teams zijn ondergebracht bij Kwartier Zorg en Welzijn. Het welzijnswerk wordt steeds meer geïntegreerd binnen de teams.   

De langdurige samenwerkingsrelatie met Kwartier Zorg en welzijn, uitvoerder van de sociale teams en welzijn, eindigt uiterlijk 1 januari 2028.  Eind 2023 gaf Kwartier aan de wettelijke taken rond de toegang tot jeugdhulp niet langer te kunnen uitvoeren.  Uit onderzoek, uitgevoerd door BDO, bleek dat Kwartier onvoldoende invulling geeft aan het strategisch partnerschap om de toekomstige ontwikkelingen en landelijke richtlijnen voor stevige Lokale Teams vorm te  kunnen geven. Op 3 april 2025 heeft het college ingestemd met de inrichting van een gemeentelijke stichting voor de uitvoering van sociale teams en welzijn. Kwartier en gemeente werken nauw samen om de transitie naar deze nieuwe vorm zo goed mogelijk te laten verlopen voor inwoners en personeel. Kwartier heeft aangeboden de statuten van de huidige stichting aan te passen en over te dragen aan het college.  De beoogde ingangsdatum van de nieuwe stichting is 1 januari 2027. 

De sociale teams zijn belangrijk voor sociale veerkracht. Zij helpen mee aan de verandering die we willen maken. Samen met inwoners kijken ze naar wat wél goed gaat, wat mensen zelf kunnen en wat zij samen met de mensen om hen heen kunnen doen om problemen en moeilijkheden aan te pakken. Zodat er met de inwoners betere oplossingen worden gevonden.  Naast aandacht voor de transitie blijft de focus in 2026 gericht op een goede toegang tot jeugdhulp en het versterken van de sociale basis door het bieden van passende collectieve voorzieningen en activiteiten. Vanaf 2025 pakken we als gemeente onze strategische rol meer op in de verwachting dat we sneller de juiste stappen kunnen gaan zetten  in het licht van de Hervormingsagenda Jeugd en de Het Toekomstscenario Jeugdbescherming. Voor beiden zijn stevige Lokale Teams een belangrijke voorwaarde.  

Ambities

Terug naar navigatie - 2.2.7 Sociale teams - Ambities

De sociale teams bevorderen de veerkracht, zeggenschap en het eigenaarschap van onze inwoners, juist in die situaties waarin deze kleiner dreigen te worden. De sociale teams helpen inwoners bovendien om de kring van mensen om hen heen breder en sterker te maken. Ze bieden ondersteuning zo nabij mogelijk, collectief waar mogelijk, individueel waar nodig. De sociale teams verzorgen daarnaast toegang tot geïndiceerde hulp en begeleiding.

Terug naar navigatie - 2.2.7 Sociale teams - Trends en ontwikkelingen

De sociale teams blijven zich ontwikkelen
De sociale teams werken sinds 2021 met vier ontwikkelvelden. Deze ontwikkelvelden zijn bedoeld om werkwijzen in de teams te verbeteren. De ontwikkelvelden hebben betrekking op de samenwerking met het onderwijs, de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg, complexe problematiek in gezinnen en het organiseren van een integrale toegang voor de inwoner tot het gehele sociaal domein. Alle medewerkers van de teams dragen actief bij aan de ontwikkelvelden. Eind 2021 zijn de plannen van aanpak vastgesteld. De teams werken verder aan het uitvoeren van deze plannen.

Werken aan verandering met NPG-projecten
Vanuit het NPG wordt er gewerkt aan een goede toekomst voor iedereen. Verschillende projecten worden vanuit de visie Sociale veerkracht uitgevoerd. In een aantal van deze projecten hebben de sociale teams een centrale rol: bevordering sociale veerkracht , inzet van ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting. Met deze projecten worden nieuwe werkwijzen uitgeprobeerd om inwoners meer eigenaarschap en zeggenschap te geven en de kring rondom hen groter te maken. De NPG-projecten zijn verder uitgewerkt in programma 2.5 Gevolgen gas -en zoutwinning en lokaal programma NPG.

Beheersing kosten sociaal domein
De sociale teams bieden de toegang tot zorg en ondersteuning. Daarmee spelen ze een belangrijk rol in het beheersen van de kosten van jeugdhulp en Wmo. De sociale teams geven uitvoering aan de beheersmaatregelen en eventuele opvolging daarvan.  Voor de beheersing van de kosten jeugdhulp nemen we sinds 2025 steeds meer regie. Zie 2.2.3 Wmo en 2.2.4 Jeugd voor meer informatie over de beheersmaatregelen.

Integrale toegang tot het sociaal domein 
Uiterlijk 1 januari 2028 willen we invulling geven aan een gemeentelijke stichting waarbij de sociale teams en de welzijnstaken worden uitgevoerd. Vanuit  de Hervormingsagenda werken we aan snelle laagdrempelige ondersteuning dichtbij onze inwoners. We willen zorgen voor een stevige sociale basis door uitbreiding van passende collectieve voorzieningen en activiteiten en normalisering van problematiek. We bieden vanuit de sociale teams basisondersteuning aan onze inwoners en  daarnaast werken we aan uitbreiding van basishulp die we zonder indicatie kunnen aanbieden.

Doelstelling

Terug naar navigatie - 2.2.7 Sociale teams - Doelstelling

a. De sociale teams begeleiden inwoners naar de juiste zorg en ondersteuning

Terug naar navigatie - 2.2.7 Sociale teams - Doelstelling - a. De sociale teams begeleiden inwoners naar de juiste zorg en ondersteuning

We streven ernaar dat inwoners de meest passende ondersteuning krijgen, die daadwerkelijk helpt om weer zo snel mogelijk eigen regie over zijn of haar (gezins)leven te kunnen voeren. De sociale teams spelen daarin een belangrijke rol. Dat vraagt om goede aansluiting op de vraag van inwoners, vanuit de visie Sociale veerkracht. Hiervoor zetten we in op het verder ontwikkelen van de inrichting en werkwijzen van de sociale teams. En gaan we meer sturen op het resultaat van zorg en ondersteuning die ook bijdragen aan het bredere welbevinden van de inwoner en zijn of haar omgeving.  Onderdeel van het sturen op resultaat is het monitoren en verbeteren van de kwaliteit van zorg en ondersteuning van jeugdhulp. Dit gebeurt met een periodieke controle op de aanwezigheid en kwaliteit van  een plan.

Acties

b. De sociale teams werken meer samen met de welzijnsdiensten

Terug naar navigatie - 2.2.7 Sociale teams - Doelstelling - b. De sociale teams werken meer samen met de welzijnsdiensten

De sociale teams hebben een belangrijke rol in het uitdragen van de visie Sociale veerkracht. We willen de werkwijzen en inrichting van de sociale teams verder ontwikkelen, zodat zij onze inwoners nog beter naar de juiste zorg en ondersteuning kunnen begeleiden. Ingezette zorg en ondersteuning heeft alleen zin als deze leidt tot een verhoging van het welbevinden van de inwoner en zijn of haar omgeving. We willen de samenwerking tussen welzijn, participatie, kredietbank en de toegang tot Wmo en jeugdhulp versterken door samen in te zetten op passende ondersteuning. Dit gebeurt middels een periodiek aanmeldoverleg over gewenst aanbod. 

Acties

c. Inwoners ontvangen de benodigde hulp en ondersteuning binnen de wettelijke termijnen

Terug naar navigatie - 2.2.7 Sociale teams - Doelstelling - c. Inwoners ontvangen de benodigde hulp en ondersteuning binnen de wettelijke termijnen

We zetten in op het verkleinen van de wachtlijsten binnen de sociale teams en het beperken van de wachttijden tot de wettelijke termijnen. 

Acties

d. De sociale teams hebben een goed beeld van de lokale ondersteuningsbehoefte en maatschappelijke uitdagingen

Terug naar navigatie - 2.2.7 Sociale teams - Doelstelling - d. De sociale teams hebben een goed beeld van de lokale ondersteuningsbehoefte en maatschappelijke uitdagingen

Goed zicht op de lokale ondersteuningsbehoefte en maatschappelijk uitdagingen zorgt ervoor dat we beter kunnen inschatten of de sociale teams de goede dingen doen, en of ze de goede dingen goed doen. De sociale teams kunnen zich met de juiste informatie en gegevens ook beter en sneller aanpassen aan ontwikkelingen in de lokale samenleving.

Acties

2.2.8 Verplichte beleidsindicatoren (BBV)

indicatoren

Terug naar navigatie - 2.2.8 Verplichte beleidsindicatoren (BBV) - indicatoren
Naam Indicator Eenheid Peiljaar M-G Nederland
Absoluut verzuim Aantal per 1.000 leerlingen 2024 12,2 6,7
2023 12,8 6,3
2022 10,5 4,2
2021 1,5 2,7
Relatief verzuim Aantal per 1.000 leerlingen 2024 31 28
2023 29 27
2022 24 24
2021 27 20
Voortijdige schoolverlaters zonder startkwalificatie (vsv-ers) % 2024 3,2% 2,3%
2023 2,5% 2,3%
2022 2,7% 2,4%
2021 2,3% 1,9%
Banen Aantal per 1.000 inwoners in de leeftijd 15 – 64 jaar 2023 608 836,6
2022 604,4 824,7
2021 591,5 805,1
2020 569,5 795,7
Jongeren met een delict voor de rechter % 12 t/m 21 jarigen 2023 1,0% 1,0%
2022 1,0% 1,0%
2021 1,0% 1,0%
2020 1,0% 1,0%
Kinderen in uitkeringsgezin % kinderen tot 18 jaar 2023 7,0% 6,0%
2022 7,0% 6,0%
2021 8,0% 6,0%
2020 8,0% 6,0%
Netto arbeidsparticipatie % van de werkzame beroepsbev. t.o.v. van de beroepsbev. 2024 70,5% 73,2%
2023 70,1% 73,1%
2022 69,3% 72,2%
2021 67,2% 70,4%
Werkloze jongeren % 16 t/m 22 jarigen 2023 3,0% 2,0%
2022 3,0% 1,0%
2021 2,0% 2,0%
2020 3,0% 2,0%
Personen met een bijstandsuitkering Aantal per 10.000 inwoners 2024 402 343,6
2023 413,8 344,8
2022 432,1 366,7
2021 486,9 431,2
Lopende re-integratievoorzieningen Aantal per 10.000 inwoners van 15 – 64 jaar 2024 502,4 203,1
2023 452,3 191,5
2022 469,6 197,7
2021 495,7 197,7
Jongeren met jeugdhulp % van alle jongeren tot 18 jaar 2024 16,6% 13,7%
2023 17,1% 13,9%
2022 17,0% 13,5%
2021 16,4% 13,2%
Jongeren met jeugdbescherming % van alle jongeren tot 18 jaar 2024 1,3% 1,0%
2023 1,4% 1,1%
2022 1,6% 1,2%
2021 1,6% 1,2%
Jongeren met jeugdreclassering % van alle jongeren van 12 tot 23 jaar 2024 0,6% 0,4%
2023 0,5% 0,3%
2022 0,4% 0,3%
2021 0,4% 0,3%
Cliënten met een maatwerkarrangement WMO Aantal per 10.000 inwoners 2024 890 720
2023 880 700
2022 860 710
2021 870 702
Demografische druk % 2025 77,2% 70,7%
Toelichting: Het aantal personen van 0 tot 20 jaar én 65 jaar of 2024 76,0% 70,4%
ouder per honderd personen van 20 tot 65 jaar. 2023 75,4% 70,3%
2022 75,6% 70,3%
De gegevens kunnen onderhevig zijn aan verandering en zijn overgenomen van waarstaatjegemeente.nl op peildatum 30-7-2025

2.2.9 Financieel overzicht Sociaal

Terug naar navigatie - 2.2.9 Financieel overzicht Sociaal - financieel overzicht sociaal
Bedragen x €1.000
Omschrijving Realisatie 2024 Begroting na wijziging 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028 Begroting 2029
Lasten
Inkomensregelingen 42.568 43.793 45.375 47.759 50.186 51.462
(Werk)Participatie 24.229 21.683 20.705 20.793 20.713 21.065
Burgerparticipatie 13.224 6.766 7.491 7.760 7.681 7.739
WMO 12.948 30.400 31.467 33.162 36.127 38.880
WMO Sociaal domein (nieuwe taken) 16.129 0 0 0 0 0
Accommodaties 2.082 1.542 1.528 1.444 1.542 1.752
Jeugd 42.564 44.856 45.597 47.588 48.921 53.078
Onderwijs 10.810 10.985 11.188 10.789 10.943 11.055
Totaal Lasten 164.555 160.026 163.350 169.294 176.114 185.030
Baten
Inkomensregelingen 34.882 34.636 36.384 37.862 39.440 40.420
(Werk)Participatie 5.547 2.631 2.664 2.650 2.527 2.579
Burgerparticipatie 9.119 2.055 2.520 2.543 2.807 2.731
WMO 833 7.268 7.159 8.055 8.296 8.545
WMO Sociaal domein (nieuwe taken) 7.354 0 0 0 0 0
Accommodaties 118 138 141 145 149 154
Jeugd 1.366 820 1.027 24 1.125 1.125
Onderwijs 4.049 3.751 4.351 3.694 3.727 3.760
Totaal Baten 63.266 51.297 54.245 54.972 58.071 59.314
Saldo voor bestemming -101.289 -108.728 -109.105 -114.322 -118.043 -125.716
Stortingen
Inkomensregelingen 63 1 0 0 0 0
(Werk)Participatie 1.509 121 0 0 0 0
Burgerparticipatie 84 0 0 0 0 0
WMO Sociaal domein (nieuwe taken) 14 0 0 0 0 0
Jeugd 95 0 0 0 0 0
Onderwijs 130 205 130 130 130 130
Totaal Stortingen 1.894 327 130 130 130 130
Onttrekkingen
Inkomensregelingen 1.267 0 0 153 153 153
(Werk)Participatie 1.282 594 362 155 155 155
Burgerparticipatie 750 84 0 0 0 0
WMO 0 94 0 0 0 0
WMO Sociaal domein (nieuwe taken) 90 0 0 0 0 0
Accommodaties 4 4 4 4 4 4
Jeugd 1.358 95 0 0 0 0
Onderwijs 478 120 120 120 120 120
Totaal Onttrekkingen 5.230 991 485 431 432 432
Totaal mutatie reserves 3.336 663 356 302 302 302

Toelichting

Terug naar navigatie - 2.2.9 Financieel overzicht Sociaal - Toelichting

Het saldo voor bestemming  op het programma sociaal is in 2026  toegenomen met € 377.000 ten opzichte van begroting 2025. Het nadelig saldo na  bestemming is toegenomen met € 684.000. We lichten per product de belangrijkste wijzigingen toe.

Inkomensregelingen

Het saldo bij het product Inkomensregelingen na reservemutaties is ten opzichte van 2025 met € 326.000 verslechterd. De lasten zijn met € 1.582.000 toegenomen en de baten met € 1.748.000.

Lasten (€ 1.582.000 nadelig): De lasten BUIG periodieke bijstandsuitkeringen en Loonkostensubsidie  nemen met € 1.856.000 toe ten opzichte van 2025 door indexatie en de jaarlijkse stijging van het aantal inwoners dat werkt met Loonkostensubsidie. Door het onder andere uitstromen van inwoners naar het sociaal ontwikkelbedrijf vanwege de Just Transition Fund Waardewerk, de overbrugbanen, verwachten we een daling in het aantal uitkeringen. Voor het Meedoenfonds waren in 2025 er extra middelen beschikbaar daarom is het budget voor 2026 € 300.000 lager. Voor de uitgaven van de hersteloperatie Kinderopvangtoeslag krijgen we jaarlijks een vergoeding van het Rijk, we stellen het budget bij in de P&C documenten aan de hand van de verwachte declaraties van gedupeerde ouders. Ten opzichte van de begroting 2025 is er een voordeel van € 300.000. De salarislasten zijn € 685.000 hoger vanwege interne doorbelastingen en personeelsmutaties.  In 2026 ontvangen we in de meicirculaire net zoals in 2025 middelen voor de alleenverdienersproblematiek daarom is er een voordeel van € 273.000 ten opzichte van 2025. Overige plussen en minnen tellen op tot een voordeel van € 86.000. 

Baten (€ 1.748.000 voordelig): Op basis van de Rijksbegroting en Voorjaarsnota van het Rijk is de verwachting dat de baten van de BUIG toenemen met € 2.098.000 ten opzichte van de begroting 2025. Dit is het gevolg van de systematiek van de BUIG, de bijdrage die we ontvangen is afhankelijk van de realisatie van 2025. De loonkostensubsidie wordt vergoed op basis werkelijke lasten en jaarlijks verwachten dat het aantal inwoners dat werkt met loonkostensubsidie stijgt. Dit veroorzaakt mede de stijging van de Rijksuitkering. De gemeente Midden-Groningen ontvangt jaarlijks een vergoeding van het Rijk voor de hersteloperatie Kinderopvangtoeslag, we stellen het budget bij in de P&C documenten aan de hand van de verwachte declaraties van gedupeerde ouders. Ten opzichte van de begroting 2025 is er een nadeel van € 445.000 in de baten. Overige plussen en minnen tellen op tot een voordeel van € 95.000.

Werkparticipatie

Het saldo bij het product Werkparticipatie na reservemutaties is ten opzichte van 2025 met € 890.000 verbeterd. De lasten zijn met € 978.000 afgenomen, de baten met € 33.000 toegenomen en de onttrekking aan de reserve is met € 121.000 verslechterd 

Lasten (€ 978.000 voordelig): Door het toenemen van het aantal inwoners op een beschutte werkplek of overbrugbaan stijgen de lasten voor het begeleiden van deze inwoners op de werkplek, het nadeel is € 231.000. De begrote lasten van de subsidie van Werkpro aan NME Kinderboerderij zijn € 77.000 lager ten opzichte van 2025 vanwege een correctie in de begroting. De realisatie van de verhaalde salarissen WSW blijkt in voorgaande jaren hoger te zijn dan begroot daarom stellen we positief bij het voordeel is € 100.000. Daarnaast verwachten we een daling in de salarislasten WSW omdat het aantal medewerkers WSW jaarlijks daalt, het voordeel is € 739.000. We verwachten dat de lasten voor geneeskundige controles en keuringen van de WSW-medewerkers stijgen door hogere ziekteverzuim, het nadeel is € 20.000. De lasten huren roerende zaken zijn gestegen vanwege het vervangen van het wagenpark door te leasen. In de begroting was nog geen rekening gehouden met deze wijziging. Het nadeel is € 179.000. De salarislasten dalen met € 367.000 vanwege interne doorbelasting en personeelsmutaties. Het aantal inwoners dat een beschutte werkplek vindt bij het Werkbedrijf stijgt jaarlijks waardoor de salarislasten stijgen met € 642.000 ten opzichte van 2025. De toename wordt grotendeels gecompenseerd door Loonkostensubsidie € 527.000 en werkplekbegeleiding € 96.000. In 2026 zal het werkbedrijf van BWRI verhuizen naar de nieuwbouwlocatie waardoor er minder lasten zijn voor de tijdelijke huisvesting, het voordeel is € 234.000. Overige plussen en minnen tellen op tot een nadeel van € 57.000.

Baten (€ 33.000 voordelig): Wegens geringe afwijkingen wordt dit niet toegelicht. 

Mutatie reserve (€ 121.000 nadelig): Door lagere storting en lagere onttrekking aan de reserve nieuwbouw BWRI ontstaat een nadeel van € 121.000 in 2026 ten opzichte van 2025.

Burgerparticipatie 

Het saldo bij het product Burgerparticipatie na reservemutaties is ten opzichte van 2025 met € 344.000 verslechterd. De lasten zijn met € 725.000 toegenomen, de baten met € 465.000 toegenomen en de onttrekking aan de reserve is met € 84.000 afgenomen.

Lasten (€ 725.000 nadelig): De verwachte lasten voor Inburgeringsvoorzieningen ten opzichte van de begroting 2025 zijn hoger, het nadeel is € 400.000. Hier tegenover staan ook hogere baten van de specifieke uitkering Inburgeringsvoorzieningen, per saldo heeft dit geen effect in de begroting. In 2025 zijn er incidentele middelen beschikbaar gesteld voor integrale aanpak gestapelde problematiek, het voordeel is ten opzichte van 2025 € 250.000. De salarislasten op dit product stijgen met € 242.000 vanwege gewijzigde interne doorbelasting en personeelsmutaties. Er zijn incidentele middelen opgenomen voor de transitie met betrekking tot de stichting sociale teams en welzijn, dit gaat om € 250.000. De basissubsidie voor Kwartier is geïndexeerd, hierdoor stijgen de lasten met € 105.000. Overige plussen en minnen tellen op tot een voordeel van € 22.000. 

Baten (€ 465.000 voordelig): De hogere lasten voor Inburgeringsvoorzieningen worden gedekt uit de specifieke uitkering waardoor de verwachte baten € 400.000 hoger zijn ten opzichte van 2025. De baten voor de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne zijn € 65.000 hoger. 

Mutatie reserve (€ 84.000 nadelig): Wegens geringe afwijkingen wordt dit niet toegelicht. 

WMO 

Het saldo bij het product WMO na reservemutaties is ten opzichte van 2025 met € 1.270.000 verslechterd. De lasten zijn met € 1.067.000 toegenomen, de baten met € 109.000 afgenomen en de onttrekking aan de reserve is met € 94.000 afgenomen.

Lasten (€ 1.056.000 nadelig): De lasten voor huishoudelijke hulp, begeleiding en dagbesteding zijn gestegen ten opzichte van 2025. Voor huishoudelijke hulp gaat het om € 600.000. Er is rekening gehouden met een volumegroei van 3% en een indexatie van 4%. Voor begeleiding en dagbesteding gaat het om € 245.000. Hier is alleen gerekend met een indexatie van 4%. De lasten voor beschermd wonen, maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en huiselijk geweld zijn opgenomen conform de begroting van de centrumgemeente. Dit leidt tot een nadeel van € 183.000, dit komt hoofdzakelijk door de verwachte naderende tekorten in de financiering van de opvang. De lasten voor rolstoelen, vervoersmiddelen en woonvoorzieningen (aanpassen woningen) zijn met € 62.000 toegenomen ten opzichte van de begroting 2025, dit komt met name door indexatie. De lasten van publiek vervoer zijn € 48.000 hoger. De lasten voor de pilot Herstelacademie en Housing First zijn incidenteel in 2025 opgenomen in de begroting. Dit leidt tot een afname van de lasten met € 175.000. Hogere toegerekende salariskosten aan dit product leiden tot een toename van de lasten met € 91.000. Overige plussen en minnen tellen op tot een nadeel van € 6.000. 

Baten (€ 109.000 nadelig): Voor Housing First zijn is er in 2025 een incidenteel budget van € 95.000 geraamd, dit is niet opgenomen in 2026. Overige plussen en minnen tellen op tot een nadeel van € 14.000. 

Mutatie reserve (€ 94.000 nadelig): Wegens geringe afwijkingen wordt dit niet toegelicht. 

Accommodaties
Het saldo bij het product Accommodaties na reservemutaties is ten opzichte van 2025 met € 17.000 verbeterd. De lasten zijn met € 14.000 afgenomen en de baten met € 3.000 toegenomen. Wegens geringe afwijkingen wordt dit product niet toegelicht.

Jeugd 

Het saldo bij het product Jeugd na reservemutaties is ten opzichte van 2025 met € 629.000 verslechterd. De lasten zijn met € 741.000 toegenomen, de baten met € 207.000 toegenomen en de onttrekking aan de reserve is met € 95.000 afgenomen. 

Lasten (€ 741.000 nadelig): De begroting 2026 is gebaseerd op de bijstelling bij de Voorjaarsnota 2025 en de prognose Q2 2025. Hierin is een loon-prijsindexering van 5,13% verwerkt. Conform het advies uit de commissie van Ark is er ook met een volumegroei van 4,7% gerekend. De besparingseffecten uit de Hervormingsagenda zijn voor 50% meegerekend vanaf 2026. De lasten zijn met € 489.000 gestegen ten opzichte van 2025. De basissubsidie voor Kwartier is geïndexeerd, hierdoor stijgen de lasten met € 115.000. Er zijn incidentele middelen opgenomen voor de transitie met betrekking tot de stichting sociale teams en welzijn, dit gaat om € 250.000. In 2025 waren er ook incidentele middelen opgenomen voor de transitie rondom Kwartier, dit leidt tot een afname van de lasten met € 200.000. De baten en lasten voor Welzijn op Recept zijn gestegen ten opzichte van 2025, dit leidt tot hogere lasten van € 290.000. De baten en lasten voor het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) zijn gedaald, dit leidt tot lagere lasten van € 244.000. Overige plussen en minnen tellen op tot een nadeel van € 41.000. 

Baten (€ 207.000 voordelig): De baten en lasten voor Welzijn op Recept zijn gestegen ten opzichte van 2025, dit leidt tot hogere baten van € 434.000. De baten en lasten voor het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) zijn gedaald, dit leidt tot lagere baten van € 244.000. 

Mutatie reserve (€ 95.000 nadelig): Wegens geringe afwijkingen wordt dit niet toegelicht. 

Onderwijs

Het saldo bij het product Onderwijs na reservemutaties is ten opzichte van 2025 met € 472.000 verbeterd. De lasten zijn met € 203.000 toegenomen, de baten met € 600.000 toegenomen en de storting in de reserve is met € 75.000 afgenomen ten opzichte van voorgaand jaar. 

Lasten (€ 203.000 nadelig): De toegerekende salarislasten met betrekking tot onderwijsbeleid zijn € 297.000 lager dan in 2025. Dit komt omdat tot en met 2025 incidentele kosten zijn verschoven van het Jeugd ZIN budget naar onderwijs voor de inzet van kind-ouder ondersteuners. Ook wordt een gedeelte van de salariskosten toegerekend aan het Onderwijsachterstanden budget (OAB). De lasten van onderwijshuisvesting zijn € 165.000 lager door lagere verzekeringskosten € 39.000 en lagere afschrijvingen € 86.000. Daarnaast was in 2025 incidenteel € 40.000 extra budget geraamd voor het opstellen van het integraal huisvestingsplan Onderwijs.

Tegenover deze lagere lasten staan incidenteel hogere lasten van € 651.000 voor de afboeking en sloopkosten van oude schoolgebouwen. Deze worden geheel gedekt door baten en hebben daarom geen effect op het begrotingssaldo. 

Baten (€ 600.000 voordelig):  De incidenteel hogere baten betreffen voor € 651.000 vergoedingen van het Rijk en van derden, voor dekking van de afboeking en sloopkosten van oude schoolgebouwen. Daar staat tegenover een verlaging van € 75.000 omdat in 2025 incidenteel extra baten waren geraamd voor de storting in de reserve Beeldende Kunst. Het restant van € 24.000 verhoging bestaat grotendeels uit de verhoging van de geraamde servicekosten.

Mutatie reserve (€ 75.000 voordelig): Wegens geringe afwijkingen wordt dit niet toegelicht.