Onder het thema Versterking worden de financiën van het programma gevolgen gas- en zoutwinning verantwoord. De lasten van dit programma worden volledig gedekt vanuit bijdragen van het Rijk, het saldo van dit programma is daardoor 0. De raming voor 2026 t/m 2029 gaat uit van de huidige versterkingsopgave aangevuld met de middelen uit de Meerjarige regeling verstrekking specifieke uitkeringen aardbevingsgebied Groningen 2024–2030. In deze regeling zijn de Rijksbijdragen voor een deel van de maatregelen die het Rijk heeft aangekondigd onder de titel Nij Begun uitgewerkt. In de toelichting hieronder worden de grotere afwijkingen ten opzichte van 2025 toegelicht.
Versterking
Lasten (€ 744.000 hoger): De lasten voor 2026 zijn geraamd op in totaal € 21,792 miljoen, dat is € 744.000 hoger dan in 2025. De grootste post in de lasten betreft de vergoedingen aan de eigenaren van woningen die vallen onder Batch 1588. Dit was in 2025 geraamd op € 7,5 miljoen en is nu voor 2026 geraamd op € 6,1 miljoen (€ 1,4 miljoen lager). De raming is gebaseerd op de voortgang van de bouwwerkzaamheden en deze nemen af naarmate meer gerealiseerd is van dit deel van de versterkingsopgave.
Een andere grote post betreft de aanpassingen in de infrastructuur en openbare ruimte die nodig zijn om de versterkingsopgave in te passen. Deze inpassingskosten waren in 2025 geraamd op € 0,902 miljoen en zijn in 2026 geraamd op € 2,39 miljoen (€ 1,488 miljoen hoger). Het merendeel van de inpassingskosten betreft echter investeringskredieten die niet op deze plaats in de begroting worden weergegeven.
De extra middelen in 2026 t/m 2029 die voortkomen uit de hierboven genoemde nieuwe regeling betreffen voor de begroting 2026:
- € 5,273 miljoen voor de kabinetsmaatregel leefbaarheid en wijkontwikkeling (€ 131.000 lager dan 2025);
- € 2,014 miljoen voor de kabinetsmaatregel gemeentelijke knelpuntenpot (gelijk aan vorig jaar);
- € 1,39 miljoen voor de gemeentelijke regeling voor moeilijk uitlegbare verschillen - Blok B (€ 87.000 hoger dan 2025);
- € 1,273 miljoen voor de kabinetsmaatregel sociale en emotionele ondersteuning ( € 159.000 hoger dan 2025).
De rest van de geraamde lasten in 2026 bedraagt € 3,124 miljoen aan personeel- en organisatiekosten voor het begeleiden van de versterking, het programmamanagement, de vergunningverlening, toezicht handhaving (VTH) en de bijbehorende bedrijfsvoeringkosten. Dit is € 543.000 hoger dan de raming in 2025. Dit komt voor € 118.000 door prijsstijging, voor € 325.000 door extra toegerekende VTH kosten en voor € 100.000 doordat meer overhead wordt toegerekend aan het programma.
Baten (€ 744.000 hoger): De lasten worden volledig gedekt vanuit bijdragen die de gemeente ontvangt vanuit het Rijk. De baten bedragen in totaal € 21,792 miljoen en dat is net als de lasten € 744.000 hoger. Het betreft de volgende Rijkbijdragen in 2026:
- € 6,328 miljoen vanuit de Rijksbijdrage voor Batch 1588;
- € 2,39 miljoen vanuit de Rijksbijdrage voor de vergoeding van de inpassingskosten;
- € 5,273 miljoen vanuit de Rijksbijdrage voor de kabinetsmaatregel leefbaarheid en wijkontwikkeling;
- € 2,014 miljoen vanuit de Rijksbijdrage voor de gemeentelijke knelpuntenpot;
- € 1,39 miljoen vanuit de Rijksbijdrage voor de gemeentelijke regeling voor moeilijk uitlegbare verschillen (Blok B);
- € 1,273 miljoen vanuit de Rijksbijdrage voor de kabinetsmaatregel sociale en emotionele ondersteuning;
- € 3,125 miljoen vanuit de Rijksbijdrage voor de personeel- en organisatiekosten.