2.6 Programma Bestuur en bedrijfsvoering

2.6.0 Inleiding

Terug naar navigatie - Voorwoord

Onder het programma Bestuur en bedrijfsvoering is geen aparte visie en/of doelstelling opgenomen. Deze komen, voor zover relevant, terug in de desbetreffende paragrafen. In het programma zelf begroten wij de belangrijkste inkomstenstroom van de gemeente; de algemene uitkering. 

2.6.1 Bestuur en bedrijfsvoering

Algemene dekkingsmiddelen

Terug naar navigatie - Algemene dekkingsmiddelen

Toelichting algemene dekkingsmiddelen

Lokale heffingen
De lokale heffingen hebben een nadelig saldo ten opzichte van de begroting na wijziging van € 401.000. Dit wordt veroorzaakt door een hogere opbrengst toeristenbelasting van € 85.000, door hoger aantal toeristen in 2023 dan verwacht. Tegenover dit voordeel staan hogere lasten en lagere opbrengst OZB van respectievelijk € 237.000 en  € 249.000.  De hogere lasten OZB betreffen lasten van beroepszaken bij de rechtbank, lasten van uitvoering extra controles op de oppervlaktes van gebouwen en lasten van inwerken nieuwe medewerkers. De OZB baten zijn lager omdat de meeropbrengst voor niet-woningen uiteindelijk lager is dan verwacht bij de najaarsnota. Bezwaarschriften tegen de WOZ-waarde  hebben tot hogere OZB-verminderingen geleid dan verwacht. Belangrijkste daarvan zijn twee zonneparken (97.000). Een andere oorzaak is de te hoge aanname van de waarde van objecten die pas later in het jaar gewaardeerd zijn.

Algemene uitkering uit het gemeentefonds
Ten opzichte van de bijgestelde raming resteert op de Algemene Uitkering een voordelig verschil van ongeveer € 1.548.000. Dit voordeel is met name het gevolg van de extra middelen die het Rijk bij de decembercirculaire 2024 beschikbaar heeft gesteld. Het betreft o.a. compensatie voor de meerkosten die gemeenten maken in het sociaal domein i.v.m. de opvang van Oekrainse ontheemden , het terug laten vloeien naar de algemene uitkering van restant middelen van de vangnetregeling energietoelage en Jeugdzorg 'Niet beoogde jeugdzorgkosten vanwege verblijf'. Daarnaast is de algemene uitkering voordelig bijgesteld als gevolg van actualisatie van de verdeelmaatstaven en verrekening van voorgaande dienstjaren. 

Dividend
Het ontvangen dividend heeft betrekking op ons aandelenbezit van Enexis BV en BNG-bank NV. Het verschil van € 34.000 is met name het gevolg van verrekening van de dividendbelasting met de Belastingdienst.

Saldo financieringsfunctie
Het saldo van de financieringsfunctie bedraagt € 463.000 voordelig. Dit is met name een gevolg van hogere rentebaten schatkistbankieren (€ 377.000) en lagere rentelasten op de langlopende leningen (€ 86.000).

Omschrijving Realisatie 2023 Primitief begroot 2024 Begroot na wijziging 2024 Realisatie 2024 Verschil 2024
Saldo lasten en baten
Lokale heffingen 21.104 22.523 22.691 22.290 -401 N
Algemene uitkeringen 154.185 157.736 159.574 161.122 1.548 V
Dividend 480 285 195 229 34 V
Saldo financieringsfunctie 172 803 374 837 463 V
Overige algemene dekkingsmiddelen 0 0 0 0 0
Totaal 175.941 181.347 182.834 184.478 1.644 V
Toelichting: N = nadelig verschil en V = voordelig verschil
bedragen x € 1.000

Overhead

Terug naar navigatie - Overhead

Op grond van het BBV behoort in de begroting een overzicht te worden opgenomen van de ‘Overhead’ in de organisatie. Hoofdlijn begroting 2024 ’Wat direct kan worden toegerekend, wordt direct toegerekend’.

  • Ondersteunende taken zijn niet direct dienstbaar aan de externe klant of het externe product en behoren daarom tot de overhead. Wanneer deze ondersteunende taken worden uitbesteed, behoren de uitbestedingskosten bedrijfsvoering tot de overhead;
  • Sturende taken, vervuld door hiërarchisch leidinggevenden behoren tot de overhead. De bijbehorende loonkosten behoren ondeelbaar tot de overhead;
  • De positionering van een functie binnen de organisatie heeft geen invloed op de beoordeling of er sprake is van overhead.

De overheadkosten zien er als volgt uit: 

Omschrijving Realisatie 2023 Primitief begroot 2024 Begroot na wijziging 2024 Realisatie 2024 Verschil 2024
Saldo lasten en baten
Overhead -32.944 33.894 34.260 32.575 1.685 V
Totaal
Toelichting: N = nadelig verschil en V = voordelig verschil
bedragen x € 1.000

Lasten personeel en bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Lasten personeel en bedrijfsvoering
  • De totale lasten van personeel en bedrijfsvoering bedragen € 83,9 miljoen. Dit is € 2,8 miljoen lager dan begroot. De lagere lasten worden veroorzaakt door:
  • Lager inzet vanuit de centrale personeelskostenbudgetten: inhuur € 503.000 en ziektevervanging en OR compensatie € 404.000;
  • De geraamde bedragen voor organisatieontwikkeling zijn ongeveer € 408.000 binnen de raming gebleven omdat niet alle geplande activiteiten in 2024 zijn gestart en/of uitgevoerd. De uitvoering zal grotendeels in 2025 plaatsvinden;
  • Lagere lasten voor arbeidsmarktcommunicatie en werving en selectie € 130.000;
  • Lagere doorberekening van personeels-/organisatiekosten aan het product overhead € 255.000 onder andere een gevolg van personeelsverloop en door gewijzigde toerekening van personeels-overheadkosten (hogere toerekening aan projecten en/of producten).
  • Taakmutaties welke op stelpost staan:
    • De op stelpost resterende POK gelden (Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag) € 358.000 (€ 169.000 uit 2023 en € 189.000 uit 2024) worden in de jaren 2025 tot en met 2028 ingezet voor inwoners in een kwetsbare positie met als doel om hen sociaal- maatschappelijk en juridisch te ondersteunen en hun rechtspositie te verbeteren.
    • De via de algemene uitkering ontvangen middelen voor aanpak armoede en schulden € 173.000 zijn niet besteed in 2024 en worden conform raadsbesluit van 4-6-2024 gereserveerd en ingezet voor het Team Eropaf. 
    • Optelsom overige kleine taakmutaties € 129.000.
  • Lagere lasten personeel- en bedrijfsvoering vooral als gevolg van specifieke uitkeringen, kredieten en subsidies bedragen in totaal € 409.000. Tegenover deze lagere lasten staan in 2024 ook lagere baten. Per saldo is dit neutraal.
Omschrijving Begroot na wijziging 2024 Realisatie 2024 Verschil 2024
Saldo lasten en baten
personeelslasten 72.387 70.462 1.926 V
bedrijfsvoeringslasten 14.303 13.460 843 V
Totaal 86.690 83.922 2.769 V
Toelichting: N = nadelig verschil en V = voordelig verschil
bedragen x € 1.000

Algemene reserve

Terug naar navigatie - Algemene reserve

Voor wat betreft de specificaties van de mutaties in de reserves wordt verwezen naar het onderdeel 'Uiteenzetting financiële positie' / "Reserves en voorzieningen". Hier vindt u ook de stand van de reserves en voorzieningen, die wij jaarlijks herijken. Ook ziet u de toevoeging en de aanwending van de reserves, die in de budgetonderdelen van de thema's zijn verwerkt. De stand van de algemene reserve per 31-12-2024 ziet er als volgt uit.

Omschrijving Boekwaarde 1-1-2024 Storting 2024 Onttrekking 2024 Boekwaarde 31-12-2024
Algemene reserve
Algemene reserve (algemeen) 13.223 1.259 94 14.388
Totaal algemene reserve 13.223 1.259 94 14.388
Bedragen x € 1.000

Vennootschapsbelasting

Terug naar navigatie - Vennootschapsbelasting

Er wordt jaarlijks een toets uitgevoerd of er winst gemaakt wordt op niet-overheidstaken. Indien dit winstbedrag structureel is wordt de gemeente voor die betreffende activiteit als ondernemer aangemerkt en vallen we onder de vennootschapsbelasting. Uit onderzoek blijkt dat de verkoop van huishoudelijke reststoffen structureel winstgevend is en we daarom door de Belastingdienst hiervoor aangemerkt worden als ondernemer.

 

Omschrijving Realisatie 2023 Primitief begroot 2024 Begroot na wijziging 2024 Realisatie 2024 Verschil 2024
Saldo lasten en baten
Heffing VPB 0 -8 -8 0 7 V
Totaal 0 -8 -8 0 7 V
Toelichting: N = nadelig verschil en V = voordelig verschil
bedragen x € 1.000

Onvoorzien

Terug naar navigatie - Onvoorzien

In de oorspronkelijke begroting 2024 is een bedrag voor onvoorzien uitgaven opgenomen van € 150.000. Dit betreft een stelpost ter dekking van tegenvallers, c.q. niet voorziene uitgaven waar gedurende het jaar alsnog prioriteit aan toe wordt gekend. Dit bedrag is in 2024 niet aangewend. Het resterende bedrag valt vrij in het programmaresultaat. 

Omschrijving Realisatie 2023 Primitief begroot 2024 Begroot na wijziging 2025 Realisatie 2024 Verschil 2024
Saldo lasten en baten
Onvoorzien 0 -150 -150 0 150 V
Totaal 0 -150 -150 0 150 V
Toelichting: N = nadelig verschil en V = voordelig verschil
bedragen x € 1.000

2.6.2 Verplichte beleidsindicatoren (BBV)

Terug naar navigatie - Beleidsindicatoren
Naam Indicator Eenheid Peiljaar MG Nederland
Gemiddelde WOZ waarde Duizend euro 2024 € 276 € 379
2023 € 239 € 368
2022 € 206 € 317
2021 € 188 € 290
Gemeentelijke woonlasten eenpersoonshuishouden In euro’s 2024 € 997 ?
2023 € 954 € 860
2022 € 911 € 823
2021 € 806 € 733
Gemeentelijke woonlasten meerpersoonshuishouden In euro’s 2024 € 1.035 ?
2023 € 997 € 942
2022 € 952 € 905
2021 € 852 € 810
Formatie Fte per 1.000 inwoners 2024 11,7
2023 11,3
2022 10,1
2021 9,4
Bezetting Fte per 1.000 inwoners 2024 11,2
2023 11,0
2022 10,4
2021 9,9
Apparaatskosten Kosten per inwoner 2024 € 530
2023 € 535
2022 € 503
2021 € 499
Externe inhuur Kosten als % van tot. loonsom + tot. kosten inhuur extern 2024 14,8%
2023 17,4%
2022 16,2%
2021 15,9%
Overhead % van totale lasten 2024 8,4%
2023 11,2%
2022 11,0%
2021 12,7%
De gegevens over WOZ-waarde en Woonlasten zijn overgenomen van waarstaatjegemeente.nl met peildatum 24-1-2025. De indicatoren: formatie, bezetting, apparaatkosten, externe inhuur en overhead worden berekend op basis van eigen gegevens, zodoende zijn hierover bij ons geen landelijke gegevens bekend.

2.6.3 Financieel overzicht Bestuur en bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Bestuur en bedrijfsvoering
Bedragen x €1.000
Omschrijving Realisatie 2023 Primitief begroot 2024 Begroting 2024 na wijzigingen Realisatie 2024 Verschil 2024
Lasten
Bestuur 2.983 3.313 3.844 4.621 -777
Bestuursondersteuning 34.220 35.256 35.721 34.192 1.530
Belastingen 1.358 951 1.287 1.518 -230
Treasury 1.858 -246 1.691 1.605 86
Overige baten en lasten 2.021 3.045 4.261 4.131 130
Totaal Lasten 42.440 42.319 46.804 46.066 738
Baten
Bestuur 229 0 0 37 -37
Bestuursondersteuning 775 319 519 836 -317
Belastingen 22.058 23.166 23.591 23.343 249
Treasury 2.511 842 2.260 2.671 -411
Gemeentefonds 154.185 157.736 159.574 161.122 -1.548
Overige baten en lasten 1.289 135 135 1.630 -1.495
Totaal Baten 181.047 182.198 186.079 189.639 -3.560
Saldo voor bestemming 138.607 139.879 139.275 143.573 -4.298
Stortingen
Bestuursondersteuning 13 11 223 223 0
Overige baten en lasten 12 12 1.111 1.111 0
Totaal Stortingen 25 23 1.334 1.334 0
Onttrekkingen
Bestuur 0 0 515 15 500
Bestuursondersteuning 1.337 169 717 527 190
Belastingen 0 0 0 0 0
Overige baten en lasten 2.537 1.552 2.610 2.052 558
Totaal Onttrekkingen 3.874 1.721 3.842 2.594 1.248
Totaal mutatie reserves 3.849 1.698 2.508 1.260 1.248

Toelichting

Terug naar navigatie - Toelichting

Het saldo na bestemming op het programma Bestuur en bedrijfsvoering is € 3.050.000 voordelig. De lasten zijn € 738.000 lager en de baten zijn € 3.560.000 hoger. De mutatie reserve zorgt voor een nadeel van € 1.248.000. We lichten hieronder per onderdeel de belangrijkste wijzigingen toe. 

Bestuur

Lasten (€ 777.000 nadelig):

De uit 2023 overgehevelde middelen voor het raadsprogramma zijn niet besteed in 2024 en blijven in de reserve financiële ruimte. Hierdoor is er een afwijking van € 500.000  op de lasten (voordelig). Daartegenover staat een afwijking van € 500.000 op de mutaties reserves (nadelig).

De storting in de Appa-voorziening is € 1,25 miljoen hoger dan geraamd. Dit komt onder andere doordat het verwachte rendement (de rente waarmee wordt gerekend) is gedaald. Door deze daling is meer geld nodig om ervoor te zorgen dat de voorziening voldoende is om toekomstige kosten te dekken. Daarnaast werd het pensioen van een groep oud wethouders tot nu toe uitgekeerd via de exploitatie.  In 2028 worden alle opgebouwde Appa pensioenaanspraken overgedragen aan het pensioenfonds ABP. Om te zorgen dat de voorziening  toereikend is voor de waardeoverdracht naar ABP is voor deze groep een aanvullende storting in de voorziening noodzakelijk.

Het overig nadelig verschil (€ 27.000) bestaat uit diverse kleinere plussen en minnen.

Mutaties reserves (€ 500.000 nadelig): De uit 2023 overgehevelde middelen voor het raadsprogramma zijn niet onttrokken en blijven beschikbaar in de reserve financiële ruimte.

Bestuursondersteuning

Lasten (€ 1.530.000 voordelig): De lasten van bestuursondersteuning bestaan uit overhead, beheer overige gronden en gebouwen en toerekening personeel Kielzog.

Het beheer van de overige gebouwen en gronden heeft een nadelig saldo van € 40.000. De overhead betreft kosten van ondersteuning en sturing van personeel in het primair proces. De overheadkosten waren in 2024 € 32,6 miljoen.  Ten opzichte van de raming (na wijziging) van € 34,3 miljoen is dat een voordeel van afgerond € 1,7 miljoen. Dit voordeel wordt in hoofdzaak veroorzaakt door:

  • Lager inzet vanuit de centrale personeelskostenbudgetten: inhuur € 503.000 en ziektevervanging en OR compensatie € 404.000;
  • De geraamde bedragen voor organisatieontwikkeling zijn ongeveer € 408.000 binnen de raming gebleven omdat niet alle geplande activiteiten in 2024 zijn gestart en/of uitgevoerd. De uitvoering zal grotendeels in 2025 plaatsvinden.;
  • Lagere lasten voor arbeidsmarktcommunicatie en werving en selectie € 130.000;
  • Lagere doorberekening van personeels-/organisatiekosten aan het product overhead € 255.000 onder andere een gevolg van personeelsverloop en door gewijzigde toerekening van personeels-overheadkosten (hogere toerekening aan projecten en/of producten).

Baten € 317.000 voordelig): De baten van gronden en gebouwen zijn € 165.000 hoger door hogere doorbelasting van vastgoedkosten/ hogere opbrengst verhuur onroerend goed. De baten van overhead zijn € 105.000 hoger,  onder andere als gevolg van een hogere vergoeding uitgeleend personeel en geleverde diensten automatisering. Overige verschillen tellen op tot € 47.000.

Mutatie reserves (€ 190.000 nadelig): Dit wordt in hoofdzaak veroorzaakt door lagere onttrekkingen dan geraamd aan de reserve financiële ruimte 2023 €190.000. Betreft Dekking Activiteit Gericht Werken (AGW) BWRI welke functioneel is verwerkt binnen programma sociaal product werkparticipatie € 100.000. Daarnaast de inzet van subsidieverwerver € 90.000. De middelen voor de subsidieverwerver worden in 2025 ingezet. 

Belastingen

Lasten (€ 230.000 nadelig):

Er zijn hogere uitvoeringskosten gemaakt omdat er extra controles op de oppervlaktes van gebouwen nodig waren en doordat twee nieuwe medewerkers opgeleid moesten worden door ervaren ingehuurde krachten (€ 65.000).   

Ook zijn in 2024 kosten gedeclareerd voor beroepszaken bij de Rechtbank, die voornamelijk betrekking hadden op de jaren voor 2024 (€ 139.000). Er is voorts een project mutatiesignalering uitgevoerd (€ 32.000), waarmee achterstanden uit eerdere jaren zijn weggewerkt. Overige kleinere plussen en minnen tellen op tot een voordeel van € 6000.

Baten (€ 249.000 nadelig):

De meeropbrengst van de OZB voor niet-woningen is uiteindelijk lager uitgepakt dan bij de najaarsnota was geraamd. Bezwaarschriften tegen de WOZ-waarde hebben tot hogere OZB- verminderingen geleid dan verwacht. Belangrijkste daarvan zijn twee zonneparken (97.000). Een andere oorzaak is de te hoge aanname van de waarde van objecten die pas later in het jaar gewaardeerd zijn.

Treasury

Lasten (€ 86.000 voordelig): Dit voordeel is voornamelijk het gevolg van lagere rentelasten op de langlopende leningen.

Baten (€  411.000 voordelig): Dit voordeel is het gevolg van een hogere rentebate van € 377.000 met name uit schatkistbankieren. Daarnaast heeft de verrekening van de dividendbelasting met de Belastingdienst geleid tot een extra bate van € 34.000.

Gemeentefonds

Baten (€ 1.548.000) voordelig): Dit voordeel is met name het gevolg van de extra middelen die het Rijk bij de decembercirculaire 2024 beschikbaar heeft gesteld. Het betreft o.a. compensatie voor de meerkosten die gemeenten maken in het sociaal domein i.v.m. de opvang van Oekrainse ontheemden , het terug laten vloeien naar de algemene uitkering van restant middelen van de vangnetregeling energietoelage en Jeugdzorg 'Niet beoogde jeugdzorgkosten vanwege verblijf'. Daarnaast is de algemene uitkering voordelig bijgesteld als gevolg van actualisatie van de verdeelmaatstaven en verrekening van voorgaande dienstjaren. 

Overige baten en lasten

Onder het product overige baten en lasten worden ramingen opgenomen die onder andere betrekking hebben op stelposten en nog niet bestemde uitgaven en inkomsten. Hierdoor fluctueren de ramingen en kunnen de werkelijke uitgaven jaarlijks afwijken van de ramingen.

Lasten (€ 130.000 voordelig). Dit voordeel wordt in hoofdzaak veroorzaakt door:

  • Voor uitvoering van de beleidsplannen openbare ruimte resteert op stelpost nog een bedrag van € 138.000. Eind 2023 zijn de beleidsplannen wegen en kunstwerken vastgesteld. De budgettaire consequenties zijn verwerkt. Het beschikbare bedrag 2024 van € 138.000 valt vrij in het rekeningsaldo.
  • Van de via de algemene uitkering ontvangen middelen voor taakmutaties resteert op het product overige baten en lasten een bedrag van € 1.159.000 dat nog niet is besteed en/of waarvan de besteding op andere producten is verantwoord. Het betreft onder andere de in het kader van de participatiewet WSW en re-integratie ontvangen middelen voor loon- en prijscompensatie (€ 776.000) en de middelen voor werkdrukverlaging jeugdbescherming (€ 131.000) en bijzonder bijstand en vroeg signalering (€ 212.000).
  • De bij de jaarrekening 2023 overgehevelde middelen voor flankerend beleid energiearmoede (€ 216.000) zijn niet besteed in 2024 en blijven gereserveerd voor uitvoering in 2025.
  • De op stelpost resterende POK gelden (Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag) ad. € 358.000 (€ 169.000 uit 2023 en € 189.000 uit 2024) worden in de jaren 2025 tot en met 2028 ingezet voor inwoners in een kwetsbare positie met als doel om hen sociaal- maatschappelijk en juridisch te ondersteunen en hun rechtspositie te verbeteren.
  • De via de algemene uitkering ontvangen middelen voor aanpak armoede en schulden ad. € 173.000 zijn niet besteed in 2024 en worden conform raadsbesluit van 4-6-2024 gereserveerd en ingezet voor het Team Eropaf. 
  • Hogere kosten centraal verantwoorde personeelsbudgetten € 332.000. Het betreft onder andere de kosten van voormalig personeel, mobiliteitskosten en hogere verrekening met de voorzieningen verlofsparen en RVU en niet gerealiseerde projecturen door ziekte.
  • Afrekening van BTW en BCF met de belastingdienst over de jaren 2018 t/m 2020 heeft geleid tot extra lasten van € 352.000. Tegenover deze hogere lasten staan voordelige verrekeningen (zie analyse baten) van € 271.000. Per saldo resteert een nadelig effect van € 81.000.  
  • In 2024 is er geen beroep gedaan op de post onvoorzien uitgaven € 150.000.
  • De lasten van de ambtelijke inzet voor Nij Begun bedragen € 1.148.000. Eind 2024 werd bekend dat deze middelen toegekend zijn. De lasten waren niet begroot in programma 6 maar zaten verspreid over de andere programma's. Dit leidt tot een nadelig effect op programma 6 van € 1.148.000 (en voordelen bij de andere programma's). Hier staan echter ook baten tegenover.
  • Eind 2024 is het beheerplan vastgoed vastgesteld. Er is een storting in de voorziening gedaan van € 220.000. Dit is geboekt onder overige baten en lasten omdat de splitsing over de diverse objecten later wordt verwerkt.
  • Overige verschillen tellen op tot een nadeel van € 12.000.  

Baten (€ 1.495.000 voordelig). Dit voordeel wordt in hoofdzaak veroorzaakt door:

  • Afrekening van BTW en BCF over de jaren 2018 t/m 2020 heeft geleid tot extra baten van € 271.000. Tegenover deze baten staan nadelige verrekeningen (zie analyse lasten) van € 352.000. Per saldo resteert een nadelig effect van € 81.000.
  • De baten van ambtelijke inzet voor Nij Begun bedragen € 1.148.000. Eind 2024 werd bekend dat deze middelen toegekend zijn. De baten waren niet begroot. Dit leidt tot een voordelig effect van € 1.148.000. Hier staan echter ook lasten tegenover.
  • Overige verschillen tellen op tot een voordeel van € 76.000.

Mutaties reserves (€558.000 nadelig):  De uit 2023 overgehevelde middelen voor Flankerend beleid energiearmoede ( € 216.000), Aanpak armoede en schulden (€173.000) en POK-middelen (€ 169.000) zijn niet ingezet in 2024. De middelen blijven beschikbaar in de reserve financiële ruimte 2023 voor inzet in 2025.