Om een gefundeerd oordeel te kunnen vormen over de rechtmatige verantwoording van de baten en lasten, alsmede de balansmutaties hebben wij verschillende interne controles verricht op processen die op omvangsbasis groter zijn dan 1% van de lasten inclusief dotaties aan de reserves. Deze controles vormen de basis om met name een oordeel te vormen ten aanzien van het voorwaardencriterium. Daarnaast hebben wij het begrotingscriterium en het M&O-criterium beoordeeld.
Begrotingscriterium
In de verordening financieel beleid, beheer en organisatie 2024 (ex artikel 212 Gemeentewet), die op 19 december 2024 is vastgesteld door de raad, zijn kaders opgenomen die van belang zijn bij de beoordeling van de begrotingsrechtmatigheid. In de financiële verordening 2024 is het begrip tijdigheid nader geduid. Dit betekent dat overschrijdingen van de lasten en investeringsbudgetten als onrechtmatig worden beschouwd, tenzij deze als acceptabel worden aangemerkt. Onderschrijdingen van de lasten, baten en/of investeringen en overschrijdingen van de baten worden alleen als onrechtmatig beschouwd indien deze niet tijdig zijn gemeld. Omdat onder ‘tijdig melden’ bij de tussentijdse rapportages of de jaarrekening wordt verstaan, is het voor dergelijke afwijkingen van belang dat hiervoor een toereikende toelichting in de jaarstukken is opgenomen. Ten aanzien van het begrotingscriterium hebben wij geconstateerd dat er geen sprake is van overschrijdingen van de lasten op programmaniveau dan wel overschrijdingen van investeringskredieten die groter zijn dan de rapportagegrens. Er is wel sprake van onderschrijdingen van de lasten, baten en/of investeringen en overschrijdingen van de baten. Deze afwijkingen zijn rechtmatig, omdat deze afwijkingen in de jaarrekening worden toegelicht.
Voorwaardencriterium
Eén van de belangrijkste onderdelen van het voorwaardencriterium is het voldoen aan de wetgeving met betrekking tot Europese aanbestedingen. Voor de controle op rechtmatige aanbestedingen hebben we een integrale spendanalyse uitgevoerd op alle bestedingen die over een periode van vier jaar groter zijn dan € 221.000 voor diensten en leveringen en groter zijn dan € 5.538.000 voor werken en een besteding hebben in boekjaar 2024. Voor al deze crediteuren is beoordeeld of er sprake is van wel of geen rechtmatige inkoop. Uit de controle op het inkoop- en aanbestedingsproces komt een onrechtmatigheid van € 2.272.202 naar voren. In 2023 was er nog sprake van onrechtmatige lasten van € 2.713.235 als gevolg van onrechtmatige aanbestedingen. Ten aanzien van onrechtmatige aanbestedingen is een positieve ontwikkeling te zien. De in 2023 ingezette lijn van professionalisering van het Inkopen in Midden-Groningen alsmede de samenwerking tussen team Inkoop en de rest van de organisatie werpt haar vruchten af. De in 2024 geconstateerde onrechtmatige lasten hebben nagenoeg allemaal betrekking op crediteuren die ook in 2023 als onrechtmatig zijn beschouwd. Er is slechts sprake van één nieuwe bevinding. Voor 2025 verwachten we een verdere daling van de onrechtmatige lasten als gevolg van onrechtmatige aanbestedingen, omdat er inmiddels juiste aanbestedingsprocedures zijn gestart of opgestart gaan worden.
De geconstateerde onrechtmatigheid van € 2.272.202 overstijgt de rapportagegrens en hebben wij daarom meegenomen in de rechtmatigheidsverantwoording.
Misbruik en oneigenlijk gebruik
De nota M&O van de gemeente Midden-Groningen is in 2024 geactualiseerd en op 7 januari 2025 door het college vastgesteld. De nota M&O van MG is opgesteld om het overkoepelend beleid en de belangrijkste uitganspunten bij de voorkoming en bestrijding van gemeentelijke regelingen vast te leggen. Het overkoepelend beleid biedt een kader voor controle en sancties, benoemt welke risicogebieden er zijn en hoe M&O-beleid in de bedrijfsvoering kan worden vormgegeven door middel van het treffen van beheersmaatregelen.
De uitwerking van het overkoepelend M&O-beleid vindt plaats in de specifieke regelingen, verordeningen en processen die zijn ingedeeld in risicogebieden, die in de nota aan de orde komen.
In de nota wordt onderscheid gemaakt tussen preventieve en repressieve maatregelen. De preventieve maatregelen zijn maatregelen die liggen vóór het moment van beschikken, betalen of ontvangen van een voorziening, vergunning op uitkering. Preventieve maatregelen betreffen regelgeving, voorlichting en controle vooraf. Deze maatregelen zijn gericht op het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik. De preventieve maatregelen zijn opgenomen in de processen zoals deze zijn opgesteld. De werking van de preventieve maatregelen wordt getoetst door middel van de interne controle. Bij deze interne controles wordt bijvoorbeeld gecontroleerd of er geen voorzieningen zijn toegekend aan inwoners/instanties, die hier geen recht op hebben. Uit de interne controles die zijn uitgevoerd, zijn geen bevindingen naar voren gekomen waaruit misbruik- of oneigenlijk gebruik is gebleken.
Repressieve maatregelen zijn maatregelen die na het moment van beschikken, betalen of ontvangen worden genomen. Het gaat om controle achteraf waarbij misbruik en oneigenlijk gebruik kan worden vastgesteld en eventuele sanctionering kan worden bepaald. Repressieve maatregelen zijn met name van belang bij risicogebieden waar een streng of gematigd M&O-beleid geldt. Deze maatregelen hebben vaak te maken met de wijze waarop de gemeente omgaat met signalen die worden ontvangen, die op mogelijk misbruik en oneigenlijk gebruik kunnen duiden. Hierbij moet onder meer gedacht worden aan signalen die bij team Toezicht Wmo en jeugd worden ontvangen, gegevensuitwisseling met het Inlichtingenbureau (Buig), toetsing van verantwoordingen van subsidieontvangers en inspecties door de toezichthouder op versterkte omgevingsvergunningen. De repressieve maatregelen hebben in 2024 geleid tot de conclusie dat er in beperkte mate sprake is van misbruik en oneigenlijk gebruik. In deze gevallen is het geconstateerde misbruik teruggevorderd.
Conclusie rechtmatigheid
In totaal hebben wij onrechtmatigheden geconstateerd voor een bedrag van € 2.272.202. De door de raad vastgestelde verantwoordingsgrens bedraagt € 9.484.000. De geconstateerde onrechtmatigheden blijven onder de verantwoordingsgrens. Daarmee is de conclusie dat de het college in 2024 rechtmatig heeft gehandeld.