3.5 Paragraaf Financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Het gevoerde treasurybeleid, de beheersing van de financiële risico's en de ontwikkeling op het gebied van rente en financiering in 2024 is in deze paragraaf vermeld en toegelicht. Treasury is het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico's. 

 

Uit de financieringsparagraaf moet blijken dat: 

  • De uitvoering van de financieringsfunctie uitsluitend de publieke taak dient; 
  • Aan de kasgeldlimiet en de renterisiconorm wordt voldaan; 

  • Het beheer prudent en risicomijdend is. 

 

De risicobeheersing richt zich op renterisico’s, kredietrisico’s, koersrisico’s en valutarisico’s. De Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo) bepaalt de vereisten ten aanzien van de kredietwaardigheid van financiële instellingen. 

Wettelijk kader

Terug naar navigatie - Wettelijk kader

De uitvoering van de gemeentelijke financieringsfunctie dient plaats te vinden binnen de wettelijke kaders van de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido), die op 1 januari 2001 is ingevoerd en voor het laatst in 2013 is gewijzigd. In de wet staan transparantie en risicobeheersing centraal. De transparantie komt tot uitdrukking in een verplicht Treasurystatuut en een financieringsparagraaf in de begroting en de jaarrekening. Een ander belangrijk uitgangspunt van de Wet Fido is dat deze wet aan de lagere overheden de verplichting oplegt financiële risico’s op treasurygebied te beheersen. In het Treasurystatuut zijn binnen de mogelijkheden van de Wet Fido en de Ruddo de kaders vastgelegd voor de uitvoering van de treasuryfunctie bij de gemeenten. Het college van burgemeester en wethouders heeft op 23 januari 2018 het "Treasurystatuut 2018 gemeente Midden-Groningen" vastgesteld. 

Vermogenspositie

Terug naar navigatie - Vermogenspositie

In onderstaande tabel is het verloop van de langlopende vaste geldleningen over het jaar 2024 weergegeven ten opzichte van de begrotingsraming. Er zijn in 2024 geen nieuwe langlopende geldleningen aangegaan. 

1-1-2024 Opname Aflossing 31-12-2024
Begroting 113.736 0 8.672 105.064
Werkelijk 113.736 0 8.672 105.064
Verschil 0 0 0 0
bedragen x € 1.000

Herfinanciering en aanvullende financiering

Financieringsbeleid

Terug naar navigatie - Financieringsbeleid

Om te voorzien in de financieringsbehoefte heeft de gemeente beschikking over interne en externe financieringsmiddelen. De interne financieringsmiddelen bestaan uit de reserves, oftewel eigen vermogen en de voorzieningen. De externe financieringsmiddelen bestaan uit de opgenomen langlopende geldleningen en kortlopende middelen (onder andere rekening-courant geld en kasgeldleningen), oftewel het vreemd vermogen. Op het moment dat de uitgaven worden gedekt door inzet van reserves vindt een substitutie plaats van eigen vermogen naar vreemd vermogen. We werken vanuit totaalfinanciering. Kenmerk is dat er geen één-op-één relatie wordt gelegd tussen een investering en financiering, maar dat wordt gekeken naar de totale financieringsbehoefte. Het systeem van totaalfinanciering maakt optimale benutting van externe financieringsbronnen mogelijk.  

Liquiditeitenbeheer

Terug naar navigatie - Liquiditeitenbeheer

Liquiditeitenbeheer is het beheren, reguleren en besturen van de inkomende en uitgaande geldstromen en de effecten daarvan op de rekening-courantsaldi. In de financieringsovereenkomst met de BNG-bank is een kredietlimiet van € 10 miljoen overeengekomen. Tevens hebben wij een intra-daglimiet van € 10 miljoen.  Totaal kunnen we dus tot € 20 miljoen rood staan in rekening-courant tegen een gunstig rentepercentage. Door het opstellen en tussentijds actualiseren van een meerjarige prognose van de liquiditeit, die gebaseerd is op de meerjarenbegroting (inclusief de meerjarige investeringsplanning), proberen we liquiditeitenrisico’s zoveel mogelijk te beperken. De prognose is opgesteld met daarin de schattingen van de uitgaven en inkomsten die verband houden met de exploitatie, grondexploitatie en investeringen. Eén en ander is mede afhankelijk van een goede informatievoorziening vanuit de gehele organisatie. 

Ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt

Vanwege de hoge inflatie is de rente op de geld- en kapitaalmarkt vanaf 2022 onder druk komen te staan. De Europese Centrale Bank heeft destijds besloten om de rente stapsgewijs te verhogen tot 4% om de inflatie naar beneden te krijgen. Maar in 2024 is de rente vijf keer verlaagd, waardoor de rente 3% is. Een renteverlaging helpt om de economie te stimuleren en kan op die manier zorgen dat de inflatie toeneemt. De depositorente staat op het moment op 2,75%. Doordat de inflatie flink is afgenomen, verwachten we geen verdere renteverhogingen.

Risicobeheersing

Terug naar navigatie - Risicobeheersing

De belangrijkste financiële risico’s bij de uitvoering van het treasurybeleid zijn de renterisico’s, kredietrisico’s, liquiditeitenrisico’s en koersrisico’s. Aangezien de gemeente geen leveranciers en afnemers kent van buiten de eurolanden zijn koersrisico’s niet aanwezig. Blijven over de rente-, krediet- en liquiditeitenrisico’s. 

Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet is een wettelijke limiet en bedraagt de maximale omvang van de kortgeldpositie in enig jaar. Voor 2024 is het begrotingstotaal(lasten) geraamd op € 286 miljoen. De toegestane kasgeldlimiet bedraagt € 24,31 miljoen (8,5% x € 286 miljoen). Het uitgangspunt is dat een eventueel financieringstekort, zolang we maar binnen de kasgeldlimiet blijven, zoveel mogelijk met kort geld gefinancierd (lagere rente) wordt. Er is in 2024 geen nieuwe kasgeldlening aangegaan. 

Kwartaal 1 2024 Kwartaal 2 2024 Kwartaal 3 2024 Kwartaal 4 2024
1 Omvang vlottende schuld 1.654 461 1.015 664
2 Omvang vlottende middelen 60.679 62.944 60.974 57.984
3 Netto vlottende schuld (1 - 2) -59.025 -62.482 -59.960 -57.319
Omvang kasgeldlimiet
3 Omvang oorspronkelijke begroting 286.268 286.268 286.268 286.268
4 Bij ministeriële vastgesteld percentage 8,5% 8,5% 8,5% 8,5%
5 Kasgeldlimiet (max toegestaan) 24.333 24.333 24.333 24.333
Toets (5 - 3) 83.358 86.815 84.292 81.652
Ruimte (+) / Overschrijding (-) Ruimte Ruimte Ruimte Ruimte
Bedragen x € 1.000

Renterisico en renterisico's vaste schuld

Terug naar navigatie - Renterisico en renterisico's vaste schuld

De Wet Fido definieert vaste schuld als opgenomen geldleningen met een rente typische looptijd groter dan of gelijk aan een jaar. Van renterisico is sprake als er onzekerheid bestaat rond toekomstige renteniveaus. Deze situatie doet zich op de volgende momenten voor: 

  • Bij variabel rentende leningen; 

  • Indien een toekomstige financieringsbehoefte nog niet afgedekt is; 

  • Bij naderende renteaanpassingen van leningen. 

Het doel van de renterisiconorm is om op de lange termijn niet afhankelijk te zijn van het renteniveau in een bepaald jaar. Met de norm bevordert de Wet Fido een solide financieringswijze bij openbare lichamen en levert een bijdrage aan de uitstekende kredietwaardigheid van openbare lichamen op de kapitaalmarkt. Jaarlijks mogen de renterisico’s niet hoger zijn dan 20% van het lastentotaal van de begroting bij aanvang van het boekjaar. 

 

Renterisico-norm Begroting na wijziging Rekening
1 Renteherzieningen op vaste schuld (og) 0 0
2 Renteherzieningen op vaste schuld (ug) 0 0
3 Netto renteherziening op vast schuld (1a - 1b) 0 0
4 Aflossingen 8.672 8.672
Renterisico-norm
5 Totaal lasten vóór resultaatbestemming 337.661 316.139
6 Het bij ministeriële vastgesteld percentage 20% 20%
7 Renterisico-norm 67.532 63.228
Toets (7 - 3 - 4) 58.860 54.556
Ruimte (+) / Overschrijding (-) + +
ug = uitgeleende gelden, og = opgenomen gelden Bedragen x € 1.000

Kredietrisico's en interne rente

Terug naar navigatie - Kredietrisico's en interne rente

Kredietrisico’s
Kredietrisicobeheer kunnen we omschrijven als het beheersen van risico’s die voortvloeien uit de mogelijkheid van een waardedaling van onze vorderingen als gevolg van insolventie of deficit van tegenpartijen. Uitzettingen kunnen op grond van de Wet Fido en het Treasurystatuut slechts plaatsvinden voor de uitvoering van een publieke taak. Het kredietrisico bij de verstrekte leningen aan woningbouwcorporaties en de namens de gemeente verstrekte stimuleringsleningen woningbouw door het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (Svn) is zeer gering. Dat komt omdat de gemeente voor wat betreft de woningbouwleningen is aangesloten bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW), dan wel de Nationale Hypotheek Garantie van toepassing is.

Interne rente
In de programmabegroting 2024 is uitgegaan van een Rente Omslag Percentage (ROP) van 0,75%. De kapitaallasten voor 2024 zijn bij de najaarsnota geactualiseerd. Het geraamde Rente Omslag Percentage is gewijzigd naar 0%. De realisatie is eveneens 0%. 
Na de actualisatie van de najaarsnota is het geraamde voordelig saldo op Treasury € 272.000. Het werkelijk voordelig renteresultaat is € 837.000. Het verschil van € 565.000 kan verklaard worden door lagere rentelasten geldleningen (€ 188.000) en hogere rentebaten op vaste geldleningen en rekening-courant (€ 377.000).

Renteschema Rente Omslag Percentage
Externe rentelasten over de korte en lange financiering +/+ 1.734.827
Externe rentebaten over de korte en lange financiering -/- 2.441.883
Saldo rentelasten en rentebaten -707.056
Doorbelaste rente naar de grondexploitatie o.b.v. 1,5 % -/- 129.839
Doorbelaste rente (afwijkende %) naar wonen en bouwen -/- 0
Doorbelaste rente aan projectfinanciering naar taakvelden -/- 0
Rentebaat van doorverstrekte leningen in het kader van
projectfinanciering naar taakvelden n.v.t. 129.839
-836.895
Rente over eigen vermogen +/+ n.v.t.
Rente over voorzieningen +/+ n.v.t.
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente Last 0
De aan taakvelden toegerekende rente (omslagrente 0,0%) Bate 0
Renteresultaat op het taakveld treasury (Bate > Last) -836.895
Gegevens van toepassing op de ROP-berekening:
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente o.b.v. het ROP 0
Vaste activa boekwaarde 31-12-2024 210.159.521
ROP 2024 - nacalculatie percentage * % 0
ROP 2024 - begroting % 0,75
* Toelichting:
Als gevolg van een hoog saldo schatkistbankieren en de stijging van de rente zijn deze rentebaten dit jaar hoger dan het saldo van de rentelasten en -baten met betrekking tot de overige korte en lange financiering. Dat resulteert in "negatieve" aan de taakvelden toe te rekenen rente van € 836.895 (of te wel een ‘negatieve’ renteomslag). Hierdoor is er feitelijk geen sprake van een rentelast die aan taakvelden moet worden toegerekend. Dat heeft tot gevolg gehad dat het rente omslag percentage voor wat betreft de rekening 2024 op 0% is gezet. Het "negatieve" aan de taakvelden toe te rekenen rente blijft op het taakveld treasury staan als baat.

Vervolg risicobeheersing

Terug naar navigatie - Vervolg risicobeheersing

Schatkistbankieren

Op 15 december 2013 is de wet verplicht schatkistbankieren van kracht geworden. Vanaf dat moment zijn alle decentrale overheden (provincies, gemeenten, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen in de vorm van een openbaar lichaam) verplicht om hun overtollige liquide middelen in de schatkist aan te houden. 

Dit betekent dat overtollige gelden niet langer bij bijvoorbeeld banken buiten de schatkist mogen worden weggezet. Wel mogen decentrale overheden overtollige middelen aan elkaar uitlenen, zolang er geen sprake is van een toezichtrelatie, om zodoende een beter rendement te halen dan bij de schatkist bij het Rijk. De schatkist biedt geen leen- of roodstand faciliteiten aan. De deelname van decentrale overheden aan het schatkistbankieren draagt bij aan een lagere EMU-schuld van de collectieve sector, waardoor de externe financieringsbehoefte van het Rijk minder wordt. Dit vertaalt zich in een lagere staatsschuld. Per 1 juli 2021 is de verplichte drempel voor gemeenten verhoogd van 0,75% naar 2% van de begrotingsomvang. Voor ons houdt dit in dat er € 5,72 miljoen (2% x € 286 miljoen) in de gemeentekas mag blijven voordat tot schatkistbankieren moet worden overgegaan. Over het dagelijkse saldo wordt in principe de daggeldrente (Euro OverNight Index Average) vergoed, mits deze positief is. 

Wet Houdbare overheidsfinanciën (Wet HOF)
Met de Wet Hof zijn de Europese afspraken van het stabiliteits- en groeipact en het al bestaande Nederlandse budgettaire beleid vanaf 1 januari 2014 wettelijk verankerd. De Wet Hof bepaalt onder meer dat het Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen een gelijkwaardige inspanning leveren bij het op orde brengen van de overheidsfinanciën. Daarmee worden de tekorten van gemeenten of provincies door de Europese Commissie meegeteld bij de berekening van het begrotingstekort, dat volgens de EU-regels niet meer dan 3% mag bedragen. 

Gewaarborgde geldleningen

Terug naar navigatie - Gewaarborgde geldleningen

Het kredietrisico bij de leningen aan woningbouwcorporaties is zeer gering, doordat de -corporaties zijn aangesloten bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Het WSW staat garant voor de leningen. Onderstaand is het totaal van de gewaarborgde leningen en garantstellingen gespecificeerd. 

Borgstelling door: Geldgever: Betreft: Oorspronkelijk bedrag 1-1-2024 Opnames Aflossingen 31-12-2024 % garantstelling gemeente € garantstelling gemeente
Gem. Midden-Groningen St. Dr. Aletta Jacobs College
Staat der Nederlanden Herfinanciering 2012 16.150 10.228 538 9.690 100% 9.690
Staat der Nederlanden Nieuwbouw Laan v.d. Sport 6 - Lening 2 602 522 20 502 100% 502
Gem. Midden-Groningen BNG-BANK Stichting Exploitatie Maatschappij Golfbaan Duurswold 1.775 1.775 1.775 100% 1.775
Gem. Midden-Groningen Gem. Midden-Groningen N.V. Groninger Monumentenfonds - Historische scheepswerf te Sappemeer 200 200 200 100%
Stimuleringsfonds Volkshuis- SVn Stimuleringsleningen - diverse personen 5.488 3.175 1.893 400 4.668 0%
vesting Nederlandse gemeenten SVn Startersleningen - diverse personen 6.361 3.383 1.587 343 4.627 0%
St. Waarborgfonds Sociale Diverse geldgevers Woonstichting Groninger Huis 111.806 103.855 7.529 111.384 0%
Woningbouw Diverse geldgevers St. Lefier 441.288 318.045 89.095 407.140 0%
Ned. Waterschapsbank St. Vestia 78 78 5 73 0%
Diverse geldgevers Woonzorg Nederland 507.330 358.058 140.301 498.359 0%
Diverse geldgevers Stichting Acantus 208.779 103.855 104.924 208.779 0%
St. Waarborgfonds Diverse geldgevers Diverse personen tot 2011 Onbekend 285.000 21.000 264.000 50% 132.000
Eigen Woningen (Nationale Hypotheek Garantie) Diverse geldgevers Diverse personen vanaf 2011 Onbekend 887.000 58.000 945.000 0%
2.075.174 403.334 22.501 2.455.997 143.967
bedragen x € 1.000