3.3 Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Deze paragaaf geeft de actuele stand van het weerstandsvermogen en de risico’s van de gemeente Midden-Groningen weer. De kadernota “Integraal Risicomanagement en Weerstandsvermogen” vormt de basis voor het risicomanagement. Hierin is vastgelegd op welke wijze de benodigde weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit wordt bepaald.

De weerstandscapaciteit van onze gemeente is weergegeven in deze paragraaf. De weerstandscapaciteit geeft inzicht of er voldoende middelen beschikbaar zijn om, in het geval een risico zich voordoet, het risico op te vangen. Vervolgens zijn de risico’s die de gemeente loopt deze weergegeven en toegelicht. Tot slot zijn een aantal financiële kengetallen opgenomen. Deze financiële kengetallen geven inzicht in de financiële conditie van de gemeente.

Integraal risicomanagement

Terug naar navigatie - Integraal risicomanagement

Bij integraal risicomanagement richt de organisatie zich niet alleen op financiële risico’s, maar juist ook op andere typen risico’s zoals juridische risico’s, imago- en frauderisico’s. Deze hebben niet (altijd) direct een financiële impact, maar kunnen op termijn wel grote gevolgen voor de gemeente.

Het proces van integraal risicomanagement is cyclisch en sluit zoveel mogelijk aan op de bestaande P&C-cyclus. In de paragraaf weerstandsvermogen wordt een actueel beeld gegeven van de risico’s in de algemene dienst en het grondbedrijf.

Bij iedere begroting en jaarrekening actualiseren wij de risico’s. We gaan na of er nieuwe risico’s zijn bijgekomen en/of risico’s zijn vervallen. Van de risico’s die we lopen vindt een inschatting plaats van de omvang en van de kans dat het risico zich voordoet. Bij het bepalen van de omvang is ook van belang of het om een structureel risico gaat of een incidenteel risico. Bij risico’s met een incidenteel financieel gevolg wordt dit risicobedrag éénmaal meegenomen en bij risico’s met een structureel financieel gevolg tweemaal.  De omvang/impact van het risico wordt ingedeeld in een gevolgklasse en het kanspercentage in een kansklasse. Door de gevolgklasse te vermenigvuldigen met de kansklasse wordt de risicoscore bepaald. De risicoscore is bepalend voor de aandacht die een risico krijgt. Zie ook onderstaande tabel.

Weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Weghalen

Weerstandscapaciteit bestaat uit alle middelen waarover de gemeente beschikt om niet voorziene financiële tegenvallers te dekken. De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de componenten:

  • Algemene reserve
  • Reserve grondexploitatie
  • Onbenutte belastingcapaciteit


Het doel van de reserve grondexploitaties is het opvangen van financiële risico’s bij de grondexploitaties. Deze reserve kan worden ingezet om de risico’s in de grondexploitaties af te dekken. Het meetellen van de bestemmingsreserve grondexploitatie in de beschikbare weerstandscapaciteit is daarmee gerechtvaardigd.  De benodigde weerstandscapaciteit bestaat uit de risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie.

Weerstandscapaciteit
Algemene reserve Reserve grond-exploitatie Totaal
Algemene Reserve 1-1 13.223 1.250 14.473
Mutaties 1.165 1.867 3.032
Onbenutte belastingcapaciteit 0
Beschikbare weerstandscapaciteit 14.388 3.117 17.505
bedragen x € 1.000

Beschikbare weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Beschikbare weerstandscapaciteit

In de volgende tabel is de berekening gemaakt van de beschikbare weerstandscapaciteit. Bij de bepaling of er sprake is van onbenutte belastingcapaciteit wordt het percentage redelijk peil voor toelating tot artikel 12 vergeleken met het percentage voor Midden-Groningen. Het redelijk peil voor Midden-Groningen komt uit 0,24. In de meicirculaire 2023 is het redelijk peil voor het jaar 2024 vastgesteld op 0,1614. De hogere uitkomst voor Midden-Groningen geeft aan dat er geen sprake is van onbenutte belastingcapaciteit.

Benodigde weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Beschikbare weerstandscapaciteit

In de risicoparagraaf (artikel 11 BBV) worden alleen de risico’s opgenomen waar (deels) geen beheersmaatregel tegenover staat (restrisico’s). Het totale risicobedrag is
€ 7.023.000 (zie overzicht risico’s).  Als de ratio groter is dan 1 is het weerstandsvermogen voldoende om de risico’s op te vangen.

De ratio van het weerstandsvermogen (= beschikbare weerstandscapaciteit/ benodigde weerstandscapaciteit) is afgerond 2,6. Hieruit blijkt dat er ruim voldoende weerstandscapaciteit beschikbaar is om de risico's op te vangen.

Overzicht risico's

Risicotabel 2024

Terug naar navigatie - Risicotabel 2024

De grootste risico’s voor onze gemeente zijn in beeld gebracht. De risico’s zijn beoordeeld aan de hand van de uitgangspunten zoals hiervoor benoemd.

Nr Omschrijving Max. risico S/I Effect Kans Bedrag
1 Grondexploitatie 2.503.399 I 2.503.399 2.503.399
2 WarmteCompagnie B.V. 8.670.000 I 10.410.000 1.635.000
3 Algemene uitkering 1.000.000 S 2.000.000 50% 1.000.000
4 Sociaal Domein Jeugd 417.000 S 834.000 90% 750.600
5 Cyberrisico's 4.400.000 S 8.800.000 5% 440.000
6 Invoering omgevingswet 500.000 I 500.000 50% 250.000
7 Beroepzaak Onderwijs 200.000 I 200.000 75% 150.000
8 Gevolgen gaswinning 500.000 I 500.000 25% 125.000
9 Stichting Kwartier Zorg en Welzijn pm I pm pm
10 Kunstwerken en wegen - I - pm
11 NPG/ Nij begun - I - -
12 Risico BUIG pm S pm pm
13 Effecten gasbesluit pm I pm pm
14 Vluchtelingenopvang pm pm pm
15 Risico's < € 100.000 169.000
Totaal 7.022.999
Bedragen in €
Terug naar navigatie - Overzicht risico's

Hierna worden de in het risico overzicht genoemde risico’s nader toegelicht.
1.    Grondexploitaties
Risico inschatting gewijzigd t.o.v. begroting 2025
De risico’s zijn ontleend aan de Meerjaren Prognose Grondexploitaties. De risico’s bestaan uit onvoorziene kostenstijgingen en wijzigingen van de markt. Waar de risico’s kunnen worden afgedekt door winstpotentie is het risico op € 0 gesteld. Het totaalbedrag van de risico’s grondexploitaties is € 2.503.399.

2.    WarmteCompagnie B.V.
Ongewijzigd risico t.o.v. begroting 2025
De gemeente heeft samen met het Waterbedrijf Groningen Duurzaam (WBGD) een publiek warmtebedrijf, de WarmteCompagnie B.V. opgericht. Aan het exploiteren van een warmtenet zitten diverse risico’s. 

De gemeente staat garant voor een lening die de Warmtenet B.V. is aangegaan.  Het risico dat niet kan worden voldaan aan de betalingsverplichtingen (rente en aflossing) is daarmee voor rekening van de gemeente. Ook is de gemeente verantwoordelijk om extra financiering te regelen als blijkt dat de B.V. onvoldoende financiële middelen heeft om de lopende verplichtingen te financieren, aangezien WBGD heeft aangegeven om, behoudens de storting van aandelenkapitaal ad € 2.000, niet te willen investeren in de B.V.

Voor het warmtenet wordt gebruik gemaakt van de restwarmte van ESKA. De afhankelijkheid van ESKA vormt een risico. Om het risico te beperken is een 5-jarig contract afgesloten. Verder is het risico aanwezig dat de investeringen in de infrastructuur en de beheerkosten hoger uitvallen dan is voorzien. 

Daarnaast is het risico aanwezig dat het aantal aansluitingen door woningeigenaren en huurders lager uitvallen dan verwacht. Hierdoor zullen de inkomsten ook lager zijn.

Aanvullend is een risico ontstaan doordat één van de woningcorporaties zich heeft teruggetrokken van deelname. 
Dit heeft te maken met het feit dat de kosten de woningcorporatie verwacht te maken hoger lijken te worden dan eerder is voorzien. 
De overige woningcorporaties hebben inmiddels wel de exploitatieovereenkomst ondertekend. Op basis van de ondertekende overeenkomst heeft Lefier de voor haar noodzakelijke SAH-subsidie aangevraagd. 
Het niet langer deelnemen van een van de corporaties kwam onverwacht. Het is een tegenslag die we denken te kunnen opvangen met nieuwe financieringsmogelijkheden en andere oplossingen. Er wordt op dit moment gezocht naar oplossingsrichtingen om alsnog een sluitende business case voor de Warmtecompagnie te realiseren. 
Binnenkort worden nieuwe subsidieregelingen geopend. Ook worden al gesprekken gevoerd met de corporaties en enkele VVE’s om extra aansluitingen te realiseren.

Overzicht risico’s Warmtecompagnie B.V.

3.    Algemene uitkering
Risico inschatting ongewijzigd t.o.v. begroting 2025
De raming van de algemene uitkering uit het gemeentefonds is gebaseerd op de septembercirculaire en slotwijziging 2024. Hierbij is rekening gehouden met de nadelige effecten van de nieuwe verdeling van het gemeentefonds. De invoering van het nieuwe model wordt geëvalueerd en aan de hand van deze evaluatie wordt besloten over het traject 2026 en verder. 
 
Het kabinet heeft bij de meicirculaire besloten dat het accres van de algemene uitkering vanaf 2024 gekoppeld wordt aan het bruto binnenlands product (bbp) en niet langer via de huidige normeringssystematiek (samen de trap op en samen de trap af) wordt geïndexeerd. Het invoeren van de bbp-systematiek leidt tot een daling van het accres. Het nadelig effect wordt met uitzondering van het jaar 2025 deels gecompenseerd. Daarnaast heeft het rijk besloten om de opschalingskorting vanaf 2026 te schrappen. Compensatie van de invoering van de bbp-systematiek en het schrappen van de opschalingskorting lossen de financiële problemen voor gemeenten vanaf het ravijnjaar 2026 het niet op. Het resterende financiële ravijn vanaf 2026 blijft landelijk ongeveer € 2,5 miljard. Hierdoor komen gemeenten structureel middelen tekort om hun taken uit te voeren.  
Het gesprek over de gewenste omvang van het gemeentefonds vanaf 2026 wordt met het kabinet gevoerd. Mogelijk dat hier in de komende circulaires meer duidelijkheid wordt gegeven door het kabinet.  
 
Daarnaast wordt de algemene uitkering berekend op basis van een groot aantal verdeelmaatstaven. Actualisatie en/of vaststelling van de verdeelmaatstaven (plaatselijk en landelijk) gedurende het begrotingsjaar leiden jaarlijks tot herverdeeleffecten.

4.    Sociaal Domein Jeugd
Risico inschatting ongewijzigd t.o.v. begroting 2025
Financieel staat het sociaal domein al een aantal jaren flink onder druk, met name door de kosten van de jeugdhulp. De financiële uitdagingen die daarmee gemoeid zijn hebben hun weerslag op de gehele gemeentelijke begroting. Met beheersmaatregelen kunnen we een klein deel van de jaarlijkse kostenstijgingen op jeugdzorg (die een landelijke trend zijn) compenseren. Er bestaat een risico dat de streefbedragen voor de beheersmaatregelen die in 2024 als bezuiniging in de begrotingen vanaf 2025 zijn verwerkt niet worden gehaald. Mogelijk geeft dat aanleiding om aanvullende maatregelen te nemen.  

De grootste invloed op de stijgende jeugdzorgkosten heeft op termijn de effectuering van de Hervormingsagenda. Twee jaar geleden hebben rijk, gemeenten en zorgaanbieders hierin afspraken gemaakt over de transitie van de jeugdhulp en de begrenzing van de kosten. Daarbij zijn bij voorbaat meerjarige besparingen ingeboekt op de algemene uitkering. Een groot deel van de maatregelen in de Hervormingsagenda moet nog verder inhoudelijk uitgewerkt worden, maar is al verwerkt in onze meerjarenbegroting. Voor de begroting van 2025 gaat dat om € 417.000, terwijl in de jaren daarna de ingeboekte besparingsbedragen sterk oplopen (€ 3,8 miljoen vanaf 2026). Dit levert een aanzienlijk risico op een oplopend begrotingstekort op. Mogelijk wordt dat risico gedempt wanneer het rijk het advies opvolgt van de deskundigencommissie Van Ark, die in het rapport Groeipijn een tussenevaluatie heeft gemaakt van de Hervormingsagenda (rapport verschenen januari 2025). De commissie adviseert om gemeenten deels te compenseren voor de tekorten die in 2023 en 2024 zijn ontstaan. Dat zou landelijk moeten gaan om een totaalbedrag van € 728 miljoen. Mogelijk leidt dit advies tot een tegemoetkoming voor onze begroting van 2025. Verder acht de commissie het onwenselijk de beoogde besparingen vanaf 2026 te handhaven. Vermoedelijk zal niet eerder dan bij de Voorjaarsnota duidelijkheid komen over of en in hoeverre het rijk het advies overneemt. 

5.    Cyberrisico’s
Risico inschatting ongewijzigd t.o.v. begroting 2025
We schatten de kans, op basis van de preventieve maatregelen die we zelf al hebben genomen, op een hack/ransomware aanval op 5%. De maximale schade wordt ingeschat op €4,4 miljoen voor het herstel en opbouw van nieuwe voorzieningen.

6.    Invoering omgevingswet
Risico inschatting ongewijzigd t.o.v. begroting 2025
Door de invoering van de Omgevingswet is een deel van de leges voor de gemeente weggevallen omdat de bouwtechnische toets bij het overgrote deel van de nieuwbouw niet meer door de gemeente wordt uitgevoerd. 
 
Daarnaast zijn de legesopbrengsten sterk afhankelijk van met name de grotere woningbouwontwikkelingen. We zien een stagnatie in de woningbouwontwikkeling.  
Dit is landelijk een tendens. De recente stikstofuitspraak kan dit mogelijk nog verergeren. Het risico is aanwezig dat we hierdoor minder legesopbrengsten realiseren dan vooraf is ingeschat.

7.    Beroepszaak onderwijs
Risico inschatting ongewijzigd t.o.v. begroting 2025
Hierover loopt al jarenlang een discussie waar tot nu toe nog weinig voortgang in zit.
Tegen de 5-jaarlijkse afrekening 2006-2010 van de kosten van het openbaar primair onderwijs liep een beroepszaak. De Raad van State heeft uitspraak gedaan. Naar aanleiding daarvan zijn vervolgprocedures voor de 5-jaarlijkse afrekening over de periode 2011-2015 en de gebroken periode 2016-2017 gestart. De procedure voor de periode 2011-2015 is ingetrokken. Er resteert nog een risico op een vervolgprocedure over de periode 2016-2017. Dit risico is geraamd op € 150.000.

8.    Gevolgen gaswinning
Risico inschatting ongewijzigd t.o.v. begroting 2025
Uitgangspunt is dat de kosten ten gevolge van de aardgaswinning voor 100% een budgettair neutraal effect hebben in de begroting. Er is een bedrag opgenomen voor het risico dat het effect niet budgettair neutraal is. Inmiddels is er meer zekerheid over de financiering. Daartegenover staat dat de opdracht groter en meer complexer (maatregelen Nij Begun) wordt wat vervolgens weer leidt tot een groter risico.

9.    Stichting Kwartier Zorg en Welzijn
Risico inschatting ongewijzigd t.o.v. begroting 2025
In 2024 heeft het college besloten de subsidie voor de uitvoering van sociale teams en welzijn per 1 januari 2028 stop te zetten. Dit impliceert dat er een nieuwe vorm moet worden gekozen. De transitie naar deze vorm zal in 2026 en 2027 incidenteel een financiële impact hebben. Dit betreft frictiekosten voor de afbouw van het huidige werkmodel bij Kwartier en kosten voor de ontwikkeling van een nieuwe vorm. In april 2025 stelt de raad de vorm van de toegang vast, in het najaar van 2025 geeft de bijbehorende business case en het transitieplan meer zicht op de kosten voor 2025 en 2026.

10.    Kunstwerken en wegen
Risico inschatting is gewijzigd
In de begroting 2025 is aanvullende dekking opgenomen ter dekking van de kapitaallasten die voortvloeien uit de totale investeringsopgave gedurende de planperiode. Het risico is aanwezig dat na de planperiode onvoldoende middelen beschikbaar zijn.

11.    NPG/ Nij Begun
Risico is komen te vervallen
Onlangs zijn alle bestaande projectbegrotingen herijkt. Het Rijk heeft voor deze projecten indexatiemiddelen toegekend. Daarnaast zijn er enkele projecten met een financieel overschot afgesloten. Ook hebben we bijna € 900.000 als reserve aangehouden binnen onze trekkingsrechten.
Daardoor zijn de financiële risico’s voldoende afgedekt en hoeft hiervoor niets te worden opgenomen binnen de benodigde weerstandscapaciteit.

12.    Risico BUIG 
Risico inschatting ongewijzigd t.o.v. begroting 2025
Er wordt actief ingezet om inwoners te helpen om (weer) mee te doen aan de samenleving met betaald werk. Het risico is aanwezig dat deze doelstelling niet volledig wordt gehaald waardoor de BUIG uitkeringen hoger uitvallen dan verwacht.

13.    Effecten gasbesluit
Risico inschatting ongewijzigd t.o.v. begroting 2025
De gaswinning in Groningen is inmiddels volledig gestopt. Onduidelijk is wat de neveneffecten zijn voor de gemeente Midden-Groningen.

14.    Vluchtelingenopvang
Nieuw risico
De opvanglocatie in Muntendam gaat dicht. Er wordt gekeken naar een nieuwe locatie. Hiervoor zal grond aangekocht worden en investeringen gedaan worden. 
De daarmee gepaard gaande transitiekosten worden vergoed door het rijk. De kapitaallasten voortvloeiende uit de investeringen worden vergoed door het rijk voor de periode van de opvang. Onduidelijk is hoelang de opvang nodig is. Het risico is aanwezig dat in het geval dat de opvanglocatie sluit er geen dekking is voor de kapitaallasten.

15.    Restrisico’s < € 100.000
Risico inschatting gewijzigd t.o.v. begroting 2025
Risico’s kleiner dan € 100.000 zijn niet meer afzonderlijk opgenomen in de risicoparagraaf. Voor de vergelijkende cijfers zijn ze nog wel in een totaalbedrag meegenomen.

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Financiële kengetallen

In de paragraaf weerstandsvermogen nemen we de zes verplichte kengetallen op. In onderstaande tabel zijn deze kengetallen opgenomen.

Het doel van het opnemen van kengetallen is om uw raad een beter inzicht te geven over het oordeel van het structureel en reëel sluitend zijn van de begroting. De kengetallen worden hierna kort toegelicht.

  • De netto schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen) geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft zodoende een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. In de VNG-handreiking “Houdbare gemeentefinanciën” is aangegeven dat wanneer de schuld lager is dan het begrotingstotaal (< 100%) dit als voldoende kan worden bestempeld. Onze netto schuldquote valt in de categorie voldoende.
  • De gecorrigeerde netto schuldquote laat zien wat het aandeel is van de verstrekte leningen en wat dit betekent voor de schuldenlast;
  • De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. In de VNG-handreiking “Houdbare gemeentefinanciën” is aangegeven dat wanneer een solvabiliteitsratio hoger is dan 30% dit als voldoende kan worden bestempeld. De ratio voor Midden-Groningen is laag en betekent dat wij als gemeente een relatief groot deel hebben gefinancierd met vreemd vermogen. De oorsprong hiervoor is al te vinden voor de herindeling. In meerjarenperspectief is de verwachting dat de solvabiliteit verder afneemt door de begrote exploitatietekorten vanwege de nadelige effecten van de nieuwe verdeling van het gemeentefonds.
  • De structurele exploitatieruimte is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte een gemeente of provincie heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Een positief getal geeft aan dat er meer structurele baten dan lasten zijn (houdbare financiën). De ratio van Midden-Groningen is nog net positief.
  • De grondexploitatie geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten en in hoeverre de begroting beïnvloed kan worden door waardeontwikkelingen van de grondexploitatie. Hoe lager de ratio, hoe minder sprake er is van afhankelijkheid van de waardeontwikkeling. De ratio van Midden-Groningen is laag te noemen.
  • De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeenten zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde.

Financiële kengetallen Jaarverslag 2023 Begroot 2024 Jaarverslag 2024
Netto schuldquote 43,1% 70,6% 43,5%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 39,2% 66,3% 39,4%
Solvabiliteitsratio 15,8% 12,2% 15,6%
Structurele exploitatieruimte 6,1% 0,6% 1,5%
Grondexploitatie 0,0% 1,0% 0,6%
Belastingcapaciteit 101,8% 109,6% 102,2%