Lokale heffingen kunnen we verdelen in vrij te besteden belastingen, aan een bepaald doel gebonden heffingen, en rechten of leges die we heffen omdat we een dienst leveren. De begrippen heffingen en belastingen worden overigens vaak door elkaar heen gebruikt.
- Belastingen: de onroerende zaakbelastingen (OZB) en de toeristenbelasting. De opbrengst is vrij te besteden en de gemeente is ook vrij om de hoogte van de tarieven vast te stellen;
- Gebonden heffingen (bestemmingsheffingen): de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. De opbrengst van de afvalstoffenheffing moet gebruikt worden voor de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval. De opbrengst van de rioolheffing moet gebruikt worden voor de wettelijke gemeentelijke watertaken. Bij beide heffingen geldt de opbrengstnorm: de gemeente mag niet meer inkomsten ramen dan de verwachte kosten;
- Rechten: de leges, de lijkbezorgingsrechten en markt- en liggelden. Het gaat hier om diensten die de gemeente verleent of laat verlenen en waarbij er een individueel belang voor de aanvrager is. Ook hierbij geldt de opbrengstnorm.
Hieronder geven we een beeld van het beleid rond de verschillende heffingen. De heffingsverordeningen bieden we in december aan de raad aan.
Onroerende zaakbelastingen (OZB)
De OZB is de belangrijkste gemeentelijke belasting qua omvang en vrij te besteden bedrag. De hoogte van de aanslag is afhankelijk van de waarde van een onroerende zaak en de door de raad vastgestelde tarieven. Er zijn drie verschillende tarieven. Eén voor de eigenaren van woningen, één voor de eigenaren van niet-woningen en één voor de gebruikers van niet-woningen. Onder niet-woningen verstaan we kantoren, winkels of scholen, maar ook bijvoorbeeld trafo’s of onbebouwde grond. We zijn verplicht om sommige niet-woningen, zoals kerken, waterverdedigingswerken en in gebruik zijnde landbouwgrond, buiten de heffing te houden. Naast deze verplichte vrijstellingen kan een gemeente ervoor kiezen om zelf bepaalde soorten onroerende zaken vrij te stellen van OZB. Onze gemeente is daar terughoudend in, vanwege het gelijkheidsbeginsel. De taxateurs van de gemeente waarderen elk jaar opnieuw alle woningen en niet-woningen in de gemeente. Dat gebeurt op grond van de Wet waardering onroerende zaken (Wet woz). In 2024 was er sprake van een sterke stijging van de WOZ-waarden in onze gemeente. Op zich vertaalt zo'n stijging zich niet automatisch in hogere aanslagen OZB. Om de begrote opbrengst te halen kan het tarief dan immers verlaagd worden. Op dit moment lijkt de waardeontwikkeling van de woningen in onze gemeente op circa 6% uit te komen. Bij de vaststelling van de tarieven in december houden we rekening met de meest actuele stand.
De raad heeft vorig jaar besloten om voor de opbrengst een jaarlijkse indexering toe te passen op basis van meerjarige consumentenprijscijfers. In 2025 stellen we daarnaast een inhaalslag voor vanwege het tekort op de begroting van 2024. Ook rekenen we areaaluitbreidingen mee.
Rioolheffing
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken. Daarin is de zorgplicht voor opvang en transport van afvalwater en hemelwater geregeld. Ook de beheersing van het grondwaterpeil in de bebouwde kom is een taak van de gemeente. De kosten hiervoor dekken we uit de rioolheffing. De wetgever heeft gemeenten veel ruimte gegeven om de rioolheffing vorm te geven. In onze gemeente zijn er twee soorten heffingen voor eigenaren van percelen: een standaardheffing en een heffing voor percelen kleiner dan 50m2. Daarnaast hebben we een grootverbruikersheffing, om het principe 'de vervuiler betaalt' gestalte te geven.
We hebben de structuur van de heffing en een meerjarenraming van de tarieven vastgelegd in het gemeentelijke Water- en Rioolprogramma (WRP). Conform het collegeprogramma ramen we de tarieven van de rioolheffing op basis van 100% kostendekking. Voor 2025 sluit de heffing goed aan bij het WRP.
Afvalstoffenheffing
Gemeenten hebben de plicht om zorg te dragen voor inzameling en verwerking van huishoudelijk afval. Dat staat in de Wet milieubeheer. De kosten hiervoor dekken we uit de afvalstoffenheffing. Deze aanslag sturen we naar de gebruikers van percelen waar huishoudelijke afvalstoffen kunnen ontstaan.
We hebben het zogeheten diftarsysteem. In onze gemeente houdt dit in dat elk huishouden een bedrag betaalt voor het vastrecht en daarnaast een bedrag voor elke keer dat er een container wordt aangeboden of een vuilniszak gestort. We streven ook bij deze heffing naar 100% kostendekking. De afgelopen jaren zijn we daar nog ver vanaf gebleven. Voor 2025 en verder hebben we een reeks mogelijkheden geschetst om de kostendekking te verhogen. Deze hebben we u voorgelegd in de opiniërende raadsvergadering van 12 september. De uitkomst van deze discussie nemen we mee in de tarievennota van december.
Leges
Onder de naam ‘leges’ heffen we een groot aantal verschillende rechten voor verstrekte diensten. Dit kan gaan om de uitgifte van een paspoort of het sluiten van een huwelijk, maar ook om een omgevingsvergunning of het organiseren van een evenement. Belangrijke voorwaarde voor legesheffing is dat de aanvrager een persoonlijk belang moet hebben bij de dienst. De belastingplicht ontstaat op het moment van aanvragen. Deze diensten hebben we in de legesverordening in een drietal hoofdstukken bij elkaar gezet:
Hoofdstuk 1: Algemene dienstverlening;
Hoofdstuk 2: Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet;
Hoofdstuk 3: Dienstverlening vallend onder de Europese Dienstenrichtlijn.
Onder hoofdstuk 1 vallen vooral de diensten van Burgerzaken. Denk aan de verstrekking van een paspoort of rijbewijs. Onder hoofdstuk 2 vallen de diensten voor het verlenen van omgevingsvergunningen en voor andere diensten die met de nieuwe Omgevingswet zijn meegekomen. Hoofdstuk 3 betreft de vergunningen voor ondernemers, zoals een drank- en horecavergunning of een evenementenvergunning.
Op 1 januari 2024 is de nieuwe Omgevingswet ingegaan. Dit heeft ook grote gevolgen gehad voor de legesheffing. Momenteel onderzoeken we nog wat goed heeft gewerkt en wat minder goed. In december stellen we u dan de benodigde wijzigingen van de legestabel voor, waarin ook de mogelijke aanpassingen ten gevolge van de bezuinigingsdiscussie worden verwerkt.
We hebben een binnen de gemeente algemeen te gebruiken indexpercentage berekend. Dat komt voor 2025 op 3,22%. Daarmee verhogen we legestarieven die niet anderszins aangepast worden.
Toeristenbelasting
Deze belasting is vrij te besteden. We willen de opbrengst wel zoveel mogelijk gebruiken voor kosten die te maken hebben met recreatie en toeristische voorzieningen. De gemeente brengt toeristenbelasting in rekening bij de recreatieondernemer. Deze kan de belasting verhalen op de gasten. We hanteren een standaardtarief per overnachting en een lager tarief voor kampeerplaatsen. Daarnaast hebben we tarieven voor seizoenplaatsen. Elk jaar onderzoeken we de aangiftes en kijken we naar mogelijke areaalontwikkelingen.
De precieze tariefstelling komt in december aan de orde. Uitgangspunt is dat we zoveel mogelijk aansluiten bij de ons omliggende gemeenten.
Lijkbezorgingsrechten
Lijkbezorgingsrechten vraagt de gemeente voor het recht op een graf, voor onderhoud van de begraafplaatsen en voor het begraven zelf. Verder zijn er nog aanvullende diensten. Ook voor deze heffing geldt de opbrengstlimiet. We zitten nog niet op 100% kostendekking, maar in hoeverre we daar naar moeten streven is nog punt van discussie. Een deel van de kosten voor onderhoud van de Stille Hof kan eventueel uit de algemene middelen betaald worden.
Markt- en liggelden
Marktgelden heffen we alleen voor de locatie aan de Hoofdstraat in Hoogezand. Voor de overige marktkramen is de paragraaf over standplaatsen in de legesverordening van toepassing. De liggelden heffen we voor het haventje in Zuidbroek. Voor volgend jaar stellen we voor net als bij de leges de tarieven sowieso met het interne mutatiecijfer van 3,22% voor gestegen loon- en prijsstijgingen te verhogen.