Bestuur
Lasten (€ 577.000 voordelig): De voorziening Appa-wethouders wordt jaarlijks geëvalueerd om te bepalen of deze toereikend is voor toekomstige verplichtingen. Uit recente berekeningen is gebleken dat het saldo van de voorziening op dit moment hoger is dan noodzakelijk. Hierdoor valt er € 167.000 vrij in plaats van de verwachte storting van € 275.000. Dit resulteert in een voordeel van € 275.000 bij de lasten. Daarnaast resteert € 186.000 van de beschikbare € 500.000 van de overheveling van het raadsprogramma 2022. Er is een nadeel van € 62.000 door extra uitgaven voor het versterken van de positie van de gemeenteraad. Hier staan extra baten tegenover vanuit de Bestuurlijke Afspraken Versterking Groningen (BAVG). Verder zijn de salariskosten € 143.000 lager uitgevallen door een tijdelijk lagere bezetting. Overige plussen en minnen tellen op tot een voordeel van € 35.000.
Baten (€ 229.000 voordelig): Het grootste deel wordt verklaard de vrijval van € 167.000 uit de voorziening Appa-wethouders. Het overige voordeel van € 62.000 zijn toegekende middelen vanuit de Bestuurlijke Afspraken Versterking Groningen (BAVG).
Bestuursondersteuning
Lasten (€ 2.190.000 nadelig): De kosten van bestuursondersteuning bestaan uit beheer overige gronden en gebouwen, overhead waaronder toerekening projecten en verzelfstandiging Kielzog. Het beheer van de overige gebouwen en gronden heeft een voordelig saldo van € 139.000. De overhead betreft kosten van personeel ingezet voor sturing en ondersteuning van personeel in het primaire proces. De toerekening projecten en verzelfstandiging Kielzog zijn in de overheadkosten verwerkt. De overheadkosten waren in 2023 € 33,5 miljoen. Ten opzichte van de raming (na wijziging) van € 31,2 miljoen is dat een nadeel van € 2,3 miljoen. Dit nadeel bestaat uit:
- Lagere salariskosten personeel € 300.000;
- Lagere toegerekend rente € 400.000;
- Hogere kosten inhuur € 1,8 miljoen;
- Hogere kosten opleidingen en overige personeelskosten € 800.000;
- Hogere kosten facilitair en huisvesting € 400.000.
De lagere salariskostenkosten zijn een gevolg van het personeelsverloop (vacatures) en daardoor, tijdelijk, niet invullen van functies in een vast en/of tijdelijk dienstverband. Om de continuïteit van het primaire proces in de organisatie en ook de beleidsuitvoering te waarborgen vindt inhuur plaats of worden werkzaamheden tijdelijk uitbesteed. De kosten hiervan zijn hoger dan de niet gerealiseerde loonkosten binnen de overhead. Daarentegen is er geen sprake van een overschrijding op de totale personeelskosten. Het grote personeelsverloop heeft ook effect op de opleidingskosten en overige personeelskosten. Deze zijn € 800.000 hoger. Het renteomslag percentage bedraagt voor 2023 0%. Hierdoor worden geen rentelasten toegerekend aan de taakvelden maar staat alles op product treasury. Dit levert een voordeel op bij overhead van € 400.000. De overschrijding van de kosten van facilitair en huisvesting die zich in 2022 heeft voorgedaan zetten zich voort in 2023 en lijken daarmee van structurele aard te zijn. In 2022 betrof het nadeel € 200.000 en in 2023 € 400.000.
Baten (€ 372.000 voordelig): De baten van gronden en gebouwen zijn € 104.000 hoger door hogere doorbelasting van vastgoedkosten. De baten van overhead zijn € 268.000 hoger, vooral door hogere baten automatisering (onder andere Gegevensknooppunt Groningen).
Mutatie reserves (€ 318.000 nadelig): Dit wordt in hoofdzaak veroorzaakt door lagere onttrekkingen dan geraamd aan de reserve financiële ruimte 2022 voor uitvoering het raadsprogramma € 185.000, organisatieontwikkeling € 95.000 en schuldhulpverlening ondernemers € 50.000. De uitvoering heeft enige vertraging opgelopen waardoor de resterende uitgaven in 2024 worden gedaan in plaats van in 2023. Overige kleine afwijkingen tellen op tot een voordeel van € 12.000.
Belastingen
Lasten (€ 141.000 nadelig): Om tijdig alle ingediende bezwaarschriften af te handelen, is er € 39.000 meer uitgegeven aan inhuur. Daarnaast zijn er meer organisaties in aanmerking gekomen voor de compensatieregeling Onroerende Zaak Belasting maatschappelijk vastgoed, wat heeft geleid tot een overschrijding van € 34.000. De bankkosten zijn incidenteel € 22.000 hoger uitgevallen, omdat ook bankkosten uit het verleden functioneel zijn verwerkt. Als gevolg van het grote aantal ingediende bezwaarschriften, inclusief die door “no cure no pay”-bureaus, zijn er voor totaal € 44.000 extra kosten gemaakt bij de rechtbank. Overige plussen en minnen leiden tot een nadeel van € 2.000.
Baten (€ 197.000 voordelig): De inkomsten uit de aanslagen Onroerende Zaak Belastingen (OZB) zijn € 87.000 hoger dan geraamd. Daarnaast heeft een intensievere aanpak van belastinginvordering geleid tot € 68.000 extra inkomsten uit vergoedingen voor aanmanings- en dwangbevelkosten. Bovendien is de voorziening voor dubieuze debiteuren belastingen opnieuw beoordeeld, wat leidt tot een voordeel van € 43.000. Het overige nadelige verschil van € 1.000 wordt veroorzaakt door diverse plussen en minnen.
Treasury
Lasten (€ 2.014.000 nadelig): Als gevolg van een hoog saldo schatkistbankieren en de stijging van de rente zijn de rentebaten dit jaar hoger dan de rentelasten. Dit heeft tot gevolg dat het renteomslag percentage voor 2023 op 0% is gezet. Hierdoor worden er geen rentelasten aan de overige taakvelden toegerekend en ontstaat er op het product Treasury een nadeel van ongeveer € 2 miljoen. Het voordeel van eveneens ongeveer € 2 miljoen komt tot uitdrukking in lagere lasten op de andere producten. Zie voor een nadere toelichting de paragraaf financiering.
Baten (€ 859.000 voordelig): Dit voordeel is met name een gevolg van hogere baten schatkistbankieren en rente korte financiering van € 764.000 en verrekening van dividendbelasting over de periode 2018-2023 met de belastingdienst € 95.000.
Gemeentefonds
Baten (€ 715.000 voordelig): Dit voordeel is met name het gevolg van de extra middelen die het Rijk bij de decembercirculaire 2023 beschikbaar heeft gesteld. Het betreft onder andere de compensatie voor de invoeringskosten van de Omgevingswet, de meerkosten die gemeenten maken in het sociaal domein in verband met de opvang van Oekraïense ontheemden en uitvoeringskosten gebiedsgerichte aanpak/uitwerking van het Nationaal Programma Landelijk gebied. Daarnaast is de algemene uitkering voordelig bijgesteld als gevolg van actualisatie van de verdeelmaatstaven.
Overige baten en lasten
Onder het product overige baten en lasten worden ramingen opgenomen die onder andere betrekking hebben op stelposten en nog niet bestemde uitgaven en inkomsten. Hierdoor fluctueren de ramingen en kunnen de werkelijke uitgaven op jaarbasis afwijken van de ramingen.
Lasten (€ 5.008.000 voordelig). Dit voordeel wordt in hoofdzaak veroorzaakt door:
- Op het product overige baten en lasten is nog een bedrag van € 4.688.000 beschikbaar voor het opvangen van het inflatierisico. Bij de najaarsnota en slotwijziging 2023 is voorgesteld om de gestegen energie- en onderhoudskosten (€280.000), de verhoging van de huur van het sociaal team west (€ 90.000) en de gestegen kosten van brandstof en onderhoud van tractie (€ 48.000) te verrekenen met de stelpost inflatie. De betreffende bedragen zijn abusievelijk via begrotingswijziging verrekend met de reserve indexatie in plaats van met de stelpost. Op rekeningbasis worden de bedragen alsnog verrekend met de stelpost indexatie zoals voorgesteld bij de najaarsnota en slotwijziging. Rekening houdende met deze verrekening resteert per saldo een bedrag van € 4.270.000. Zie ook de toelichting bij mutaties reserves.
- Bij de Voorjaarsnota 2023 is vooruitlopende op het jaarrekeningresultaat 2023 rekening gehouden met een voordelig resultaat van € 1.000.000. Dit is budgettair als stelpost verwerkt op het product overige baten en lasten. De realisatie is functioneel verwerkt en heeft een daardoor nadelig effect op het product overige baten en lasten van € 1.000.000.
- Van de via de algemene uitkering ontvangen middelen voor taakmutaties resteert op het product algemene baten en lasten een bedrag van €998.000 dat nog niet is besteed en/of waarvan de besteding op andere producten is verantwoord.
- Het voor 2024 beschikbare bedrag van € 500.000 voor uitvoering van het raadsprogramma is niet besteed.
- Voor uitvoering van deze beleidsplannen wegen en kunstwerken is € 500.000 dekking op stelpost opgenomen. Eind 2023 zijn de beleidsplannen wegen en kunstwerken vastgesteld. De budgettaire consequenties worden via begrotingswijziging in 2024 verwerkt. Hierdoor valt het beschikbare bedrag 2023 van € 500.000 vrij in het rekeningsaldo.
- Hogere kosten centraal verantwoorde personeelsbudgetten - € 196.000. Het betreft onder andere de kosten van voormalig personeel, verrekening met de voorziening verlofsparen en mobiliteitskosten.
- Afrekening van BTW en BCF met de belastingdienst over de jaren 2017 t/m 2020 heeft geleid tot extra lasten van € 552.000. Tegenover deze hogere lasten staan voordelige verrekeningen (zie analyse baten) van € 1.078.000. Per saldo resteert een voordelig effect van € 526.000.
- Gedeeltelijk niet aanwenden van de post onvoorziene uitgaven € 57.000.
- Overige verschillen tellen op tot een voordeel van € 13.000.
Baten (€ 792.000 voordelig). Dit voordeel wordt in hoofdzaak veroorzaakt door:
- Afrekening van BTW en BCF met de belastingdienst over de jaren 2017 t/m 2020 heeft geleid tot extra baten van € 1.078.000. Tegenover deze baten staan nadelige verrekeningen (zie analyse lasten) van €522.0000. Per saldo resteert een voordelig effect van € 526.000. Daarnaast is een bedrag van € 38.000 met de belastingdienst verrekend in verband met doorgeschoven BTW van samenwerkingsverbanden (zoals regio Groningen-Assen, agenda veenkoloniën en afvalverwijdering Oost- en Zuidoost Groningen).
- Realisatie van het restant bezuinigingstaakstelling met betrekking tot de bedrijfsvoering - € 347.000. De realisatie van de taakstellingen is verantwoord op de betreffende producten.
- Overige verschillen tellen op tot per saldo € 23.000 voordelig.
Mutaties reserves (€ 557.000 voordelig): Het voordeel is onder andere het gevolg van de vrijval van het restant maatwerkfonds energiecrisis (€927.000). Daarnaast is bij de Najaarsnota 2023 voorgesteld de gestegen energie- en onderhoudskosten van € 280.000 en de verhoging van de huur van het sociaal team west van € 90.000 te verrekenen met de stelpost indexatie. De betreffende bedragen zijn abusievelijk verwerkt als verrekening met de reserve indexatie in plaats van met de stelpost. Op rekeningbasis worden de bedragen alsnog verrekend met de stelpost indexatie zoals voorgesteld bij de najaarsnota. Zie ook de toelichting bij het product overige baten en lasten. De geraamde onttrekking aan de reserve blijft achterwege en heeft op product mutaties reserves een nadelig effect van € 370.000.