Hieronder worden de genoemde risico’s nader toegelicht.
1. Grondexploitaties
De risico’s zijn ontleend aan de Meerjaren Prognose Grondexploitaties. De risico’s bestaan uit tegenvallende verkoopopbrengsten, onvoorziene stijgingen van de kosten en wijzigingen van de markt. Waar de risico’s kunnen worden afgedekt door winstpotentie is het risico op € 0 gesteld. Het totaalbedrag van de risico’s grondexploitaties is € 1.482.146.
2. Sociaal Domein Jeugd
Financieel staat het sociaal domein al jaren flink onder druk. Bij de uitvoering van de jeugdhulp ligt de grootste druk. Het rijk, gemeenten en zorgaanbieders hebben in de afgelopen twee jaar ingezet op de hervorming van de jeugdhulp. De afspraken hierover zijn in juni 2023 definitief vastgelegd in de Hervormingsagenda. Met deze Hervormingsagenda committeren het rijk, gemeenten en zorgaanbieders zich aan het verbeteren van de kwaliteit van de jeugdzorg en de begrenzing van de kosten. Voor de komende jaren blijft dit een belangrijke en tegelijkertijd moeilijke opgave. Een deel van de maatregelen in de Hervormingsagenda is inhoudelijk en financieel onderbouwd. Deze hebben we in onze gemeente al doorgevoerd en financieel verwerkt in de begroting. Een groot deel van de maatregelen in de Hervormingsagenda moet nog verder inhoudelijk uitgewerkt worden, maar is financieel al verwerkt in de meerjarenbegroting. In de begroting 2024 is hiervoor € 400.000, - verwerkt. Dit is een risico met een kans van 75% op realisatie. We werken samen met gemeenten en zorgaanbieders in de jeugdhulpregio Groningen aan de verdere uitwerking van de Hervormingsagenda met als doel om de jeugdzorg beter en goedkoper te maken. Tegelijkertijd zien we in onze gemeente nog steeds een groei in het gebruik van de jeugdzorg. Hier ligt dus een forse opgave voor onze gemeente in de komende jaren.
3. Risico BUIG
Er wordt actief ingezet om inwoners te helpen om (weer) mee te doen aan de samenleving met betaald werk. Het risico is aanwezig dat deze doelstelling niet volledig wordt gehaald waardoor de BUIG uitkeringen hoger uitvallen dan verwacht.
4. Btw (compensatiefonds)
De risico’s ten aanzien van de btw hebben onder andere betrekking op de wijze van inrichting van de btw-administratie. De afrekening van het btw-compensatiefonds vindt jaarlijks achteraf plaats.
5. NPG
Het risico bij NPG-projecten bestaat uit dat de toegekende NPG-middelen (dit zijn specifieke uitkeringen) niet voldoende blijken om de extra kosten vanwege toekomstige loon- en prijsstijgingen voor de gehele looptijd uit het project te dekken.
6. Gevolgen gaswinning/ Nij Begun
Uitgangspunt is dat de kosten ten gevolge van de aardgaswinning voor 100% een budgettair neutraal effect hebben in de begroting. Er is een bedrag opgenomen voor het risico dat het effect niet budgettair neutraal is. Inmiddels is er meer zekerheid over de financiering. Daartegenover staat dat de opdracht groter en complexer (maatregelen Nij Begun) wordt wat vervolgens weer leidt tot een groter risico.
7. Beroepszaak onderwijs
Tegen de 5-jaarlijkse afrekening 2006-2010 van de kosten van het openbaar primair onderwijs liep een beroepszaak. De Raad van State heeft uitspraak gedaan. Naar aanleiding daarvan zijn vervolgprocedures voor de 5-jaarlijkse afrekening over de periode 2011-2015 en de gebroken periode 2016-2017 gestart. De procedure voor de periode 2011-2015 is inmiddels ingetrokken. Er resteert nog een risico op een vervolgprocedure over de periode 2016-2017. Dit risico is geraamd op € 200.000.
8. Effecten gasbesluit
Het Kabinet wil dat de gaswinning in Groningen zo spoedig mogelijk stopt. Onduidelijk is wat de neveneffecten zijn voor de gemeente Midden-Groningen.
9. Algemene uitkering
De raming van de algemene uitkering uit het gemeentefonds is gebaseerd op de septembercirculaire 2023. Hierbij is rekening gehouden met de nadelige effecten van de nieuwe verdeling van het gemeentefonds. De invoering van het nieuwe model wordt tijdig geëvalueerd en aan de hand van deze evaluatie wordt besloten over het traject 2026 en verder.
Het kabinet heeft een andere financieringssystematiek voor gemeenten aangekondigd. Vooruitlopend daarop heeft het kabinet besloten om de algemene uitkering vanaf 2026 niet langer via de huidige normeringsystematiek (samen de trap op en samen de trap af) te indexeren. Daarmee vervalt de koppeling van de algemene uitkering aan de rijksuitgaven. Het accres wordt vanaf 2026 alleen bijgesteld als gevolg van de jaarlijkse loon en prijsontwikkeling zoals dat door het CPB wordt geraamd. Hierdoor neemt de financiële ruimte vanaf 2026 aanzienlijk af en komen gemeenten vanaf 2026 structureel middelen tekort om hun taken uit te voeren. Gesprekken van VNG met het kabinet over de zekerheid over structurele financiën vanaf 2026 hebben nog niet tot een oplossing geleid. Het Rijk heeft bij de meicirculaire 2023 een aanzet gedaan door de bij de septembercirculaire 2022 voor 2026 beschikbaar gestelde € 1 miljard vanaf 2027 structureel te maken. De aanvullende middelen die wij hiervan ontvangen nemen niet het gehele tekort weg. Mogelijk dat hier in de komende circulaires meer duidelijkheid wordt gegeven door het kabinet. Mochten de noodzakelijke extra middelen vanuit het Rijk uitblijven, dan stelt ons dat bij het opstellen van de begroting 2025 voor een opgave. Daarnaast wordt de algemene uitkering berekend op basis van een groot aantal verdeelmaatstaven. Actualisatie en/of vaststelling van de verdeelmaatstaven (plaatselijk en landelijk) gedurende het begrotingsjaar leiden jaarlijks tot herverdeeleffecten.
10. Bomenbestek
In de uitvoering van het bomenbestek is een geschil ontstaan met een gecontracteerde partij over de facturering. Het betreft een incidenteel risico van c.a. € 132.000 tegen een kans van 40%.
11. Cyberrisico’s
We schatten de kans, op basis van de preventieve maatregelen die we zelf al hebben genomen, op een hack/ransomware aanval op 5%. De maximale schade wordt ingeschat op €4,4 miljoen voor het herstel en opbouw van nieuwe voorzieningen.
12. Privacy risico’s
Het risicobedrag is gebaseerd op de maximale boete vanuit de Autoriteit Persoonsgegevens. De kans dat dit zich voordoet is ingeschat op 5%.
13. Invoering omgevingswet
Aan de invoering van de Omgevingswet is een onzekerheid verbonden rondom legesopbrengsten enerzijds en kosten anderzijds. De Omgevingswet is per 1 januari 2024 in werking getreden en dat betekent dat een deel van de leges voor de gemeente wegvalt omdat de bouwtechnische toets bij het overgrote deel van de nieuwbouw niet meer door de gemeente wordt uitgevoerd. Voor 2025 zal dat ook gaan gelden voor verbouw. Onder de Omgevingswet zijn meer milieubelastende activiteiten onder de meldingsplicht gevallen in plaats van de vergunningplicht. De nadruk verschuift dan van toetsing vooraf naar toetsing achteraf. Hierin schuilt een financieel risico.
14. Kunstwerken en wegen
Het risico is aanwezig dat vanaf de begroting 2028 voor de dekking van de totale kapitaallasten die voortvloeien uit de investeringsopgave binnen het beschikbare budget onvoldoende ruimte aanwezig is.
15. Historische scheepswerf
Dit betreft het risico dat de in 2005 versterkte hypothecaire lening aan het Groninger Monumentenfonds (GMF) voor het renoveren van de historische scheepswerf niet kan worden afgelost. Het GMF heeft besloten om te stoppen met alle activiteiten vanwege tegenvallende inkomsten. De verwachting is dat er onvoldoende liquide middelen om de lening af te lossen.
16. Tijdelijke huisvesting Werkbedrijf
De verwachting is dat de nieuwbouw van het Werkbedrijf vertraging oploopt. Hierdoor lopen de huur- en servicekosten van de tijdelijke huisvesting langer door dan eerder is voorzien.
17. Water en beschoeiingen
De gemeente is bezig met het opstellen voor een nieuwe beleidsplan water en beschoeiingen. De financiële effecten moeten nog nader worden uitgewerkt.