Het nadelig saldo van de lasten en baten op het programma Sociaal voor 2023 is € 4,3 miljoen afgenomen ten opzichte van de begroting 2022 na wijziging. Het nadelig saldo na bestemming (door lagere onttrekking aan reserves in 2023 dan in 2022) € 1,8 miljoen lager. We lichten per product de belangrijkste wijzigingen toe, waarbij we rekening houden met reservemutaties.
Inkomensregelingen
Het saldo bij het product Inkomensregelingen na reservemutaties is ten opzichte van 2022 met € 2,78 miljoen verbeterd. De lasten zijn met € 2,97 miljoen afgenomen, de baten met € 19.000 gestegen en de onttrekking aan de reserve is met € 206.000 afgenomen.
Lasten (€ 2,97 miljoen voordelig): De lasten BUIG stijgen met € 314.000 in 2023. Er zijn zowel factoren die de lasten positief als negatief beïnvloeden. De neerwaartse bijstelling van het aantal uitkeringsgerechtigden is in de begroting 2023 volledig verwerkt, waardoor de lasten dalen. Daar staat tegenover dat het minimumloon in de periode 2023-2025 met 7,5% stijgt, de stijging 2023 is 2,5%. Dat beïnvloedt de uitkeringslasten en ook de hogere gemiddelde prijs per uitkering. Er is (nog) geen nieuwe regeling energietoeslag voor het jaar 2023. In 2022 is in de begroting een bedrag van € 3.098.000 geraamd, deze incidentele lasten vervallen in 2023. Daarnaast is het budget voor de bijzondere bijstand op basis van historische cijfers neerwaarts bijgesteld met € 337.000. De personeelsindexatie van 4,5% resulteert in salariskosten stijging van € 126.000. Tot slot zijn de incidentele middelen schuldhulpverlening ondernemers (budgetoverheveling 2021) ad. € 125.000 niet meer beschikbaar in 2023. Datzelfde geldt voor een bedrag van € 103.000 corona compensatiegelden welke in 2022 zijn ingezet om tijdelijk mensen met financiële problemen te ondersteunen. Hiervoor zijn geen middelen beschikbaar in 2023.
Baten (€ 19.000 voordelig): Op basis van de Rijksbegroting en Voorjaarsnota van het Rijk, is de verwachting dat de baten toenemen met een bedrag van € 135.000 in 2023. Daarentegen valt de incidentele baat van € 137.000 die we vanuit de Tozo-regeling in 2022 ontvingen weg. Overige plussen en minnen leiden tot een voordeel van € 21.000.
Mutatie reserves (nadeel € 206.000): In de begroting 2022 na wijziging wordt rekening gehouden met overhevelingen uit de jaarrekening 2021. In onze meerjarenbegroting houden we geen rekening met mogelijke overhevelingen.
(Werk)Participatie
Het saldo bij het product (Werk)Participatie na reservemutaties is ten opzichte van 2022 met € 0,93 miljoen verslechterd. De lasten zijn met € 1,46 miljoen toegenomen, de baten met € 722.000 gestegen en de onttrekking aan de reserve is met € 195.000 afgenomen.
Lasten (€ 1,46 miljoen nadelig): De bijdrage aan Wedeka wordt in 2023 € 67.000 lager begroot. De lasten van het werkbedrijf stijgen in 2023 met € 876.000. Op dit moment zijn er meer medewerkers Nieuw beschut in dienst dan waar in de begroting 2022 vanuit is gegaan (door de rechtstreekse instroom van jongeren). Daarnaast wordt rekening gehouden met een uitbreiding van het aantal werkplekken Beschut Werk voor het wegwerken van de wachtlijst. Dit leidt tot € 39.000 extra lasten in 2023. De salarislasten binnen het werkbedrijf nemen toe met € 449.000, op basis van de formatie medio 2022. Vanuit gebouwenbeheer wordt € 160.000 meer doorbelast in 2023. Tot slot zijn de salarislasten van het NPG-project Overschild onder werkparticipatie opgenomen (€ 66.000, incidenteel in 2023 en 2024). Overige plussen en minnen tellen op tot een voordeel van € 63.000.
Baten (€ 722.000 voordelig): De baten worden in 2023 € 722.000 hoger geraamd dan in 2022. De hogere baten hebben te maken met Nieuw Beschut en Beschut Werk. Tegenover de hogere salarislasten staan ook inkomsten door het verrichte werk.
Mutatie reserves (nadeel € 195.000): In de begroting 2022 na wijziging wordt rekening gehouden met overhevelingen uit de jaarrekening 2021. In onze meerjarenbegroting houden we geen rekening met mogelijke overhevelingen.
Burgerparticipatie
Het saldo bij het product Burgerparticipatie na reservemutaties is ten opzichte van 2022 met € 14.000 verslechterd. De lasten zijn met € 117.000 toegenomen, de baten met € 223.000 gestegen en de onttrekking aan de reserve is met € 120.000 afgenomen.
Lasten (€ 117.000 nadelig): De incidentele lasten van € 120.000 voor het ouderenbeleid die samenhangen met corona vallen in 2023 weg. De lasten van het onderdeel inburgering worden voor 2023 per saldo € 193.000 hoger geraamd. Dit wordt veroorzaakt door hoger geraamde lasten van € 313.000 en dit wordt gedempt door een verschuiving van € 120.000 in de salarislasten binnen het team re-integratie. De basissubsidie Kwartier is geïndexeerd, daardoor zijn de lasten € 74.000 hoger. Overige plussen en minnen tellen op tot een voordeel van € 30.000.
Baten (223.000 voordelig): De baten van inburgering worden in 2023 € 313.000 hoger geraamd. De ontvangen gelden voor inburgering worden volledig besteed aan deze opgave. De incidentele baten die we ontvingen door detachering van een medewerker vervallen vanaf 2023 (€ 90.000).
Mutatie reserves (nadeel € 120.000): In de begroting 2022 na wijziging wordt rekening gehouden met overhevelingen uit de jaarrekening 2021. In onze meerjarenbegroting houden we geen rekening met mogelijke overhevelingen.
Wmo oude taken
Het saldo bij het product Wmo oude taken is ten opzichte van 2022 met € 654.000 verslechterd. De lasten zijn met € 644.000 toegenomen, de baten met € 10.000 afgenomen.
Lasten (€ 644.000 nadelig): Bij het opstellen van de begroting Wmo huishoudelijke hulp hebben we gebruik gemaakt van het Wmo-voorspelmodel van de VNG. Dit model voorspelt hoeveel mensen gebruik gaan maken van voorzieningen in de komende vijf jaren. Hieruit volgt een toename van 5% huishoudelijke hulp. Daarnaast is er rekening gehouden met het effect van de invoering draagkracht in 2022 en het verwachte effect van inflatie op de tarieven van aanbieders (loon-prijs in combinatie met materiaalkostenindex). Per saldo stijgen de lasten van huishoudelijke hulp met € 496.000. De lasten voor rolstoelvervoersvoorzieningen zijn met € 140.000 gestegen door een nieuwe overeenkomst. Overige plussen en minnen tellen op tot een nadeel van € 8.000.
Wmo nieuwe taken - Wmo Begeleiding
Het saldo bij het product Wmo nieuwe taken na reservemutaties is ten opzichte van 2022 met € 74.000 verbeterd. De lasten zijn met € 162.000 afgenomen, de baten met € 4.000 toegenomen en de onttrekking aan reserves is met € 92.000 afgenomen.
Lasten (€ 162.000 voordelig): De begroting voor Wmo begeleiding is op vergelijkbare wijze opgesteld als die van de huishoudelijke hulp. De ontwikkeling van de vraag is gebaseerd op het Wmo-voorspelmodel van de VNG. Hieruit volgt een stijging van 4%. Kosten voor gezinsondersteuning zijn onderdeel van begeleiding. Per saldo dalen de lasten van huishoudelijke hulp met € 380.000.
Vanaf 1 januari 2024 wordt Beschermd Wonen als nieuwe taak overgedragen aan de gemeente. Dit is een jaar opgeschoven. De komende 10 jaar (vanaf 2024) worden de taken geleidelijk overgedragen en daarmee lopen de lasten naar verwachting geleidelijk op van € 0,5 miljoen in 2024 tot € 2,7 miljoen in 2027. Voor deze lasten worden wij voor eenzelfde bedrag gecompenseerd via de Algemene uitkering. Voor 2023 geeft de centrumgemeente Groningen een prognose van nul op. De lasten zijn hierdoor € 357.000 hoger. Een dubbel begrote post voor geëscaleerde zorg is uit de begroting gehaald en leidt tot lagere lasten van € 261.000. Verder zien we hogere uitvoeringskosten binnen de wijkteams van € 83.000 en hogere verstrekkingen vervoer van € 52.000 veroorzaakt door contractuele afspraken waarin we uitgaan van 3,5% indexatie. Overige plussen en minnen leiden tot een voordeel van € 13.000.
Baten (€ 4.000 voordelig): Deze minimale afwijking behoeft geen toelichting.
Mutatie reserves (€ 92.000 nadelig): In de begroting 2022 na wijziging wordt rekening gehouden met overhevelingen uit de jaarrekening 2021. In onze meerjarenbegroting houden we geen rekening met mogelijke overhevelingen.
Accommodaties
Het saldo bij het product Accommodaties na reservemutaties is ten opzichte van 2022 met € 261.000 verslechterd. De lasten zijn met € 37.000 toegenomen, de baten met € 118.000 afgenomen en de onttrekking aan reserves is met € 106.000 afgenomen.
Lasten (€ 37.000 nadelig): De toename van de lasten wordt veroorzaakt door hoger toegerekende personele lasten en huisvestingskosten voor wijk- en buurtcentra van € 147.000. Een in 2022 gereserveerde subsidie voor Paardensportvereniging SEO van € 110.000 is in 2023 niet begroot. Dit leidt tot een lastendaling van € 110.000.
Baten (€ 118.000 nadelig): De baten zijn € 118.000 lager. Dit wordt vooral verklaard door minder huurinkomsten.
Jeugd
Voor het product Jeugd hebben we een reële begroting opgesteld. Aandachtspunt hierin is de mate waarin we de bezuinigingen vanuit de hervormingsagenda Jeugd kunnen realiseren. Aangezien we hier onzekerheden zien, hebben we de besparingsoptie die het Rijk ziet opgenomen in de risicoparagraaf. Ten opzichte van de oorspronkelijke meerjarenraming is er sprake van een forse uitzetting. Wanneer we het begrote bedrag van 2023 echter vergelijken met de begroting 2022 na wijziging, zijn de verschillen beperkt. Dit komt doordat we in 2022 de lasten tussentijds fors hebben verhoogd. Het saldo bij het product Jeugd na reservemutaties is ten opzichte van 2022 met € 240.000 verslechterd. De lasten zijn met € 149.000 toegenomen, de baten met € 23.000 afgenomen en de onttrekking aan de reserve is met € 68.000 afgenomen.
Lasten (€ 149.000 nadelig): De lasten van uitvoeringskosten Jeugd zijn lager door een dubbel begrote huur in 2022 voor het medisch centrum Hoogezand en lagere bijdrage RIGG bedrijfsvoering (totaal € 48.000). Daarnaast zijn er lagere lasten van € 53.000 voor publieke gezondheid & zorg (pg&z) door wijziging van taken (pedagogische gezinsondersteuning is vervallen). Voor volksgezondheidszorg is er sprake van € 77.000 hogere lasten. In de meerjarenraming volksgezondheid is een bezuiniging van 5% opgenomen op de gemeenschappelijke regeling pg&z. De bezuiniging, gekoppeld aan de kerntakendiscussie met GGD, wordt voor 2% gerealiseerd. Daarnaast zijn de lasten geïndexeerd. Ook de lasten van de wettelijke bijdrage jeugdgezondheidszorg stijgen door indexatie (€ 55.000) evenals de basissubsidie Kwartier (€ 62.000). De overige plussen en minnen leiden tot een nadeel van € 56.000.
Baten (€ 23.000 nadelig): Deze afwijking is minimaal en lichten we daarom niet toe.
Mutatie reserves (€ 68.000 nadelig): In de begroting 2022 na wijziging wordt rekening gehouden met overhevelingen uit de jaarrekening 2021. In onze meerjarenbegroting houden we geen rekening met mogelijke overhevelingen.
Onderwijs
Het saldo bij het product Onderwijs na reservemutaties is ten opzichte van 2022 met € 1 miljoen verbeterd. De lasten zijn met € 2,6 miljoen afgenomen, de baten met € 117.000 toegenomen en de mutatie reserves zijn per saldo € 1,7 miljoen nadelig.
Lasten (€ 2,6 miljoen voordelig): De lasten van onderwijshuisvesting dalen met € 2.985.000. De eenmalige lasten dalen € 2.511.000. Dit betreft sloop, tijdelijke huisvesting en het afboeken van restant boekwaarden, hetgeen in 2022 een veel grotere omvang heeft dan in 2023. Deze eenmalige lasten worden gedekt vanuit de reserve scholenprogramma. De onttrekking aan de reserve is in 2023 ook lager waardoor dit geen effect heeft op het saldo. De structurele lasten dalen € 487.000. Laatste betreft de verstrekking aan het Aletta Jacobs College, welke volgens contract lager wordt vanaf 2023 en de afschrijvingslasten, onroerendzaakbelasting, energie, schoonmaak etc. van schoolgebouwen.
Vanuit het contract met de vervoerders voor leerlingenvervoer zijn wij verplicht om ieder jaar de NEA-indexatie toe te passen. De NEA-indexatie geeft de kostenontwikkeling in het wegvervoer weer. Voor 2023 is indexatie van 3,5% van toepassing, voor de jaren erna is eveneens 3,5% meegenomen voor de verwachte indexatie vanaf 2024. De lasten stijgen met € 40.000.
Tot slot is in de loop van 2021 de voorlopige toekenning van het geoormerkte budget voor onderwijsachterstandenbeleid (OAB) door het Rijk bekend gemaakt. Dit leidt tot een verhoging van de lasten en de baten van € 389.000. Per saldo is er geen financieel effect.
Baten (€ 117.000 voordelig): Enkele opbrengsten van onderwijshuisvesting vallen lager uit. Gezamenlijk gaat dit om € 272.000. Hier tegenover staat de verhoging van de baat in het kader van het onderwijsachterstandenbeleid van € 389.000.
Stortingen reserve (€ 897.000 voordelig): De stortingen in de reserve scholenprogramma zijn in 2023 € 897.000 lager doordat de Rijksbijdrage die tot en met 2035 voor dit programma wordt ontvangen met ingang van 2022 op een andere manier verwerkt moet worden. Dit heeft geen effect op het begrotingssaldo omdat de baten onder programma zes Bestuur en Bedrijfsvoering met hetzelfde bedrag afnemen.
Onttrekkingen reserve (€ 2.629.000 nadelig): De onttrekkingen aan de reserve dalen met € 2.629.000. Voor het grootste deel betreft dit de dekking van de eenmalige lasten van het scholenprogramma, die in 2023 € 2.511.000 lager uitvallen dan in 2022.