1 . Algemeen

Leeswijzer

1.1 Inleiding

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Voor u ligt het jaarverslag en de jaarrekening 2021 van de gemeente Midden-Groningen. In deze jaarrekening leggen wij verantwoording af over hetgeen afgelopen jaar is uitgevoerd door het vorige college. We constateren dat er, ondanks uitdagende omstandigheden in 2021, voortgang op een aantal dossier is geboekt en er een gezond financieel meerjarenperspectief is. Er ligt hiermee een goede basis voor de komende 4 jaar. Uiteraard zullen wij daarin, samen met uw raad, invulling geven aan het College-akkoord en het raadswerkprogramma. Onze invulling hiervan zullen wij bij de begroting 2023 – 2026 aanbieden.
 
Het financiële resultaat over 2021 bedraagt € 8.965.526 positief. Het resultaat inclusief de budgetoverhevelingsvoorstellen (€ 4.163.191) is € 4.802.335 voordelig. Dit positieve resultaat is een verbetering van € 0,6 miljoen ten opzichte van de slotbegrotingswijziging 2021 die sloot op € 4,2 miljoen positief. In de jaarrekening 2021 beschrijven we hoe het positieve resultaat tot stand is gekomen. Aansluitend neemt u een separaat besluit over budgetoverhevelingen van 2021 naar 2022. 
 
Corona drukte een stevige stempel op 2021 
Waar we op dit moment geen beperkende maatregelen meer ervaren, had corona bijna geheel 2021 invloed op de samenleving. Het gaf vele uitdagingen in het realiseren van onze doelen. We constateren dat we niet overal en altijd hebben kunnen doen wat we wilden. Er resteren dan ook nog een aantal opgaven die we in 2022 willen uitvoeren. Dit verklaart het relatief hoge bedrag aan overhevelingen. 
 
Door ruimhartige coronacompensatie vanuit het Rijk konden we onze inwoners, ondernemers, maatschappelijke instellingen zo goed mogelijk ondersteunen bij de uitdagingen die zij hadden. Hetgeen niet wil zeggen dat we alle zorgen en uitdagingen weg hebben kunnen nemen. 2021 zal, net als 2020, de geschiedenisboeken ingaan als coronajaar. Toch is er over afgelopen jaar meer te melden dan corona alleen. In onze korte terugblik hieronder nemen we u daarin mee. 
 
Een prettige omgeving voor onze inwoners 
Onze inwoners willen een aantrekkelijke leefomgeving, waarin het fijn wonen en werken is. Dit vraagt om voldoende woningen en een openbare ruimte, waarin je je prettig en veilig voelt. Het vraagt ook om een goed vestigingsklimaat voor bedrijven en instellingen, zodat de werkgelegenheid op niveau blijft. Het afgelopen jaar hebben we, naast de lopende nieuwbouwprojecten rondom bijvoorbeeld Gorecht-West en de verkopen op bedrijventerrein Rengerspark, hier concreet invulling aan kunnen geven. Daarnaast zijn er diverse lopende projecten én nieuwe plannen ontwikkeld om de krapte op de woningmarkt verder te verkleinen. Dat doen we zowel in het stedelijk gebied als in de dorpen. De kavelverkopen aan de Tolweg in Muntendam, de Verlengde Veenlaan in Slochteren en de Burgemeester Venemastraat in Meeden zijn concrete resultaten in de dorpen. In ons stedelijk gebied bieden de plannen voor bijvoorbeeld Vosholen 2 en Hoogezand-Noord perspectief. Bij het realiseren van onze opgave vinden we het belangrijk om dit op een zo duurzaam mogelijke manier te doen.  
We zullen ook de in 2021 in kaart gebrachte opgave rondom de openbare ruimte voortvarend oppakken. De inventarisatie die vorig jaar heeft plaatsgevonden schetst een goed beeld van de plekken, die de komende jaren investeringen nodig hebben.  
 
Voor de wijken waar de leefbaarheid en veiligheid onder druk staat, hebben we in 2021 specifieke aandacht gehad. Het sluiten van drugspanden is hier onderdeel van. Daarnaast hebben we door integrale samenwerking met onze ketenpartners de overlast die sommige groepen geven kunnen beperken. 
 
Een ander aspect van veiligheid, dat de directe leefomgeving beïnvloedt, zijn de gevolgen van gas- en zoutwinning. De gemeente Midden-Groningen ligt bij deze problematiek in het kerngebied. De gevolgen hebben een grote invloed op onze gemeenschap. De versterkingsopgave heeft een ongekende omvang en is erg complex. We willen graag tempo maken en proberen daarom niet alleen goede plannen te maken, maar ook gelijktijdig de daadwerkelijke aanpak te versnellen. Met het plan van aanpak voor 2021 en 2022 lukt dat op meerdere plekken, maar we zijn reëel in de constatering dat het totale traject niet alleen in onze handen ligt. We willen de leefbaarheid overeind houden, ondanks de zware wissel die deze opgave met zich meebrengt. In 2021 boekten we geleidelijk voortgang in Overschild. De extra 85 miljoen euro, voor Overschild, die het Rijk in juli toevoegde aan de eerder beschikbaar gestelde 420 miljoen euro zien we als een belangrijke stap in de goede richting. Ook werden resultaten in Steendam en Tjuchem zichtbaar, waar de eerste versterkingsprojecten van start zijn gegaan. Voor delen van Schildwolde en Slochteren is de voorbereiding van de uitvoering van start gegaan. 

Een goede uitgangspositie voor iedereen 
Voor inwoners, die dat nodig hebben bieden we ondersteuning op het gebied van inkomen. Naast het verstrekken van uitkeringen, maken we het via BWRI en Wedeka mogelijk dat inwoners met afstand tot de arbeidsmarkt onderdeel uitmaken van het arbeidsproces. Dit versterkt hun gevoel van eigenwaarde en meedoen in de maatschappij. We zien dit ook bij de inwoners met een migratieachtergrond. Centraal in onze inburgeringsaanpak staat dan ook het zo snel mogelijk deelnemen aan alle aspecten van het dagelijks leven. 
 
Naast inkomensondersteuning, bieden we onze inwoners zorg, zowel in- als buitenshuis. Het gaat dan bijvoorbeeld om huishoudelijke hulp, vervoer van mindervaliden en het bieden van een veilig thuis wanneer dit in de huiselijke situatie (tijdelijk) niet mogelijk is. In 2021 maakte corona de uitvoering hiervan niet altijd even makkelijk, maar door maatwerk konden we er in ieder geval voor onze meest kwetsbare inwoners zijn.  
 
Onderwijs speelt een belangrijke rol in het bieden van perspectief en gelijke kansen. Met de uitvoering van het scholenprogramma zorgen we voor een veilige en toekomstbestendige onderwijshuisvesting. Naast het bieden van kwalitatief goed onderwijs voor al onze jongeren bieden we onze kwetsbare jeugd de benodigde hulp. Deze hulp varieert van licht tot zwaar en is bijna in alle gevallen maatwerk. De kwetsbare groep is in onze gemeente groter dan gemiddeld in Nederland en geeft daarmee ook een grotere uitdaging om de benodigde hulp te bieden binnen de financiële kaders. Het is een continu proces om de juiste balans te vinden tussen het bieden van de benodigde zorg en de daarvoor door het Rijk beschikbaar gestelde middelen. Het Rijk heeft in 2021 extra middelen beschikbaar gesteld om onze zorgplicht te kunnen volbrengen. Of deze extra middelen langjarig voldoende zijn, blijft een aandachtspunt.   
 
We streven naar een hechte gemeenschap waarin iedereen een plek heeft en waar zorg voor elkaar een kernwaarde vormt. Onze inwoners, verenigingen en dorpshuizen vervullen hierin een cruciale rol en wij ondersteunen hen daarin. Zo dragen de sportclubs en -faciliteiten bij aan de sociale interactie die nodig is voor een prettig leven en een hechte gemeenschap. Voor diegenen die niet wekelijks op het sportveld staan is een vergelijkbare rol weggelegd voor de buurt- en dorpshuizen. Corona was ook in 2021 voor deze maatschappelijke organisaties een sterk beperkende factor. Het is fijn dat we hun konden compenseren voor een aanzienlijk deel van de kosten die gewoon doorliepen,
 
Toegankelijke en transparante dienstverlening voor onze inwoners  
Afgelopen jaar zagen we dat het vertrouwen van de burger in de overheid onder druk stond. De Toeslagenaffaire illustreert dit op een pijnlijke manier. Dit heeft niet alleen landelijk, maar ook lokaal impact. Het is daarmee niet alleen aan de landelijke politiek, maar ook aan ons om dit vertrouwen te herstellen. We staan onze inwoners dan ook bij in vraagstukken waarin zij het gevoel hebben alleen te staan. Naast onze inzet voor de hersteloperatie Toeslagenproblematiek, staan we bijvoorbeeld onze inwoners bij rondom de versterkingsopgave of de negatieve aspecten die samenhangen met de aanleg van een windpark. We doen ons best om dit naar ieders tevredenheid te doen, maar realiseren ons ook dat er weleens zaken beter kunnen.
 
Basistaken in onze dienstverlening zijn het ophalen van afval en het zorgdragen voor een goede waterhuishouding. Het zijn producten, waarvan we het belangrijk vinden dat onze inwoners die als vanzelfsprekend ervaren. In 2021 hebben we de stijging van de lasten voor onze inwoners op dit vlak binnen de perken kunnen houden. Door de hoge inflatie en de stijging van de huizenprijzen is het beperken van een stijging van de gemeentelijke belastingen en heffingen een uitdaging.  
 
Nationaal Programma Groningen; Een extra impuls voor de regio 
Het Nationaal Programma Groningen (NPG) draagt bij aan het herstel van beschadigd vertrouwen dat door jaren van aardbevingsleed is ontstaan. Het NPG geeft een extra impuls aan het toekomstperspectief in Midden-Groningen. Met het lokaal programmaplan en de bijbehorende projecten is een stevig investeringspakket beschikbaar gekomen, waarmee we de komende jaren concrete verbeteringen kunnen realiseren. Het investeringspakket heeft een integraal karakter en raakt daarmee nagenoeg alle thema’s en programma’s binnen onze dienstverlening. Om onze inwoners en uw raad te informeren over de voortgang hebben we zowel in onze begroting als jaarrekening een specifieke passage over het NPG (programma 5) opgenomen.  

Financiële resultaten

Terug naar navigatie - Financiële resultaten

 Het vertrekpunt bij de analyse van het rekeningresultaat 2021 is de slotbegrotingswijziging 2021 die op bijna € 4,3 miljoen positief sloot. Dit was een verbetering van grofweg € 2 miljoen ten opzichte van de najaarsnota 2021. In de raadsvergadering van 3 maart 2022 is het verwachte rekeningresultaat over 2021 voor de laatste maal herijkt op basis van de effecten van de decembercirculaire. Met de vrij besteedbare middelen in de decembercirculaire van ruim € 200.000 kwam het verwachte rekeningresultaat over 2021 uit op afgerond € 4,5 miljoen. In de decembercirculaire is aanvullend ruim € 1,2 miljoen beschikbaar gesteld die vooral samenhangt met coronacompensatie. Deze extra middelen komen nu voor het overgrote deel terug in het rekeningresultaat 2021 en worden via de budgetoverhevelingen (voorgestelde werkwijze BBV) toegevoegd aan de begroting 2022. Netto gezien hebben deze geen effect op de uiteindelijke toevoeging aan de Algemene Reserve. In de onderstaande tabel is het voorgaande samengevat.      
 

 Sinds de laatst vastgestelde prognose neemt het positieve jaarrekeningresultaat 2021 toe van afgerond € 4,5 miljoen naar bijna € 9 miljoen. Deze verbetering van grofweg € 4,5 miljoen wordt verklaard door de eerdergenoemde middelen uit de decembercirculaire van € 1,2 miljoen, de extra middelen van € 450.000 voor de openbare ruimte en groen en door afgerond € 2,9 miljoen aan ontwikkelingen, die we op de volgende pagina’s toelichten. 

Grootste afwijkingen 
De grootste afwijkingen in de jaarrekening zien we op inkomensregelingen (+ € 1,8 miljoen) en de loon- en organisatiekosten in programma 6 van onze jaarrekening (- € 2,8 miljoen). Het voordeel op inkomensregelingen wordt veroorzaakt door een viertal incidentele meevallers, waarbij corona (m.u.v. herijking systematiek debiteuren, zie toelichting 4c) een aanwijsbare rol heeft gespeeld. Onder punt 4 van de tabel met ontwikkelingen gaan we daar nader op in. 

In onderstaande tabel zijn de grootste afwijkingen weergegeven en vervolgens toegelicht.  

 

Korte toelichting op ontwikkelingen 

1. Evenementen en culturele activiteiten (€ 450.000 voordelig) 
Corona heeft de evenementen- en cultuursector in 2021 stevig geraakt. Er konden minder culturele evenementen doorgang vinden, waardoor we begrote (subsidie)bijdragen aan culturele instellingen overhielden.  We hebben de cultuursector via ontvangen coronacompensatie kunnen compenseren voor de financiële tegenslag. Onderdeel van het voordeel ad 450k is resterende coronacompensatie (150k), die we door overheveling mee willen nemen naar 2022. De in 2021 via de algemene uitkering ontvangen bijdrage (75k) voor het opstellen van een kerkenvisie, waarmee we inventariseren hoe we waardevolle kerkgebouwen die leeg komen te staan een nieuwe toekomst kunnen geven, willen we ook overhevelen naar 2022. 
 
2. Sport (€ 800.000 voordelig) 
De belangrijkste verklaring voor het positieve saldo op het onderdeel sport is dat we in 2021 grofweg € 1 miljoen aan Rijksmiddelen ontvingen, die we niet hadden begroot. De ontvangen middelen zijn bedoeld om de BTW op investerings- en exploitatiekosten in de sportbranche te compenseren. De uitkering is fors vanwege het omvangrijke investeringspakket voor gym- en sportlokalen binnen het Scholenprogramma. Wegens onzekerheden (eventueel uitstel) in de uitvoering van werkzaamheden als gevolg van corona was het maken van een inschatting van het daadwerkelijk te ontvangen bedrag in 2021 niet eenvoudig. Gezien het forse resterende investeringspakket binnen het Scholenprogramma voor het komende jaar zullen we bij de voorjaarsnota 2022 een inschatting opnemen van de verwachte inkomsten uit deze specifieke uitkering. 

Daarnaast ondervond de sport- net als de cultuursector hinder van de coronabeperkingen. We zijn sportverenigingen tegemoetgekomen door zeer beperkt of geen huur te innen voor de accommodaties. Dit betekent uiteraard minder gemeentelijke inkomsten, waar we (deels) voor werden gecompenseerd. 
 
3. Openbare ruimte en groen (€ 1 miljoen voordelig, waarvan € 700.000 naar 2022) 
Voor het op orde brengen en houden van onze openbare ruimte zijn in de toekomst omvangrijke investeringen nodig, waar we u het afgelopen jaar over hebben geïnformeerd en claims voor hebben ingediend. In dat licht komt het voordeel (totaal € 1 miljoen inclusief) op dit onderdeel wellicht wat vreemd voor, maar kan als volgt worden verklaard. 
 
Uw raad heeft in 2021 € 450.000 beschikbaar gesteld voor de opgaven in 2022. Deze extra middelen komen in 2021 in het resultaat en worden daarna aan de budgetten voor 2022 toegevoegd. Ook resteert er een budget van ruim € 250.000 op het onderdeel wegen, doordat werkzaamheden zijn uitgesteld vanwege de versterkingsopgave in hetzelfde gebied. Deze werkzaamheden pakken we na de versterkingsopgave op. We stellen voor de resterende middelen mee te nemen naar 2022. 

Tot slot heeft uw raad bij de najaarsnota 2021 € 300.000 beschikbaar gesteld om een eerste aanzet te doen in het op orde brengen van onze openbare ruimte. We vinden dat hard nodig, maar we hebben meer tijd nodig om de werkzaamheden uit te voeren, die moeten leiden tot de gewenste kwaliteitsimpuls. Voor de realisatie hiervan sturen we erop dit met de voor 2022 beschikbare middelen te doen. De resterende € 300.000 uit 2021 valt dan ook vrij in de Algemene Reserve. 

4. Inkomensregelingen (€ 1,8 miljoen voordelig) 
Het totale product “Inkomensregelingen” geeft per saldo een voordelig resultaat van € 1.800.000. Dit voordeel wordt op hoofdlijn verklaard door 4 componenten: 
a.    Bijzondere bijstand 
In 2021 leverde de bezuinigingsmaatregel op bewindvoeringskosten meer op dan vooraf gedacht. Daarnaast waren de lasten voor bijzondere bijstand lager dan verwacht. Corona had, tegen de verwachting in, beperkt invloed op de arbeidsmarktsituatie. Dit leidde tot een kleiner klantenbestand dat een beroep moest doen op bijzondere bijstand. Tezamen leverde dit een resultaat op van ruim € 500.000. 

b.    Lagere personele kosten 
Tijdens de coronaperiode kon geen fysiek klantencontact of huisbezoek plaatsvinden. Er is dan ook besloten om tijdens corona zowel de bestaande als ontstane vacatureruimte niet direct in te vullen. Het voordeel van ruim € 500.000 dat hiermee samenhangt, is daarmee grotendeels incidenteel van aard. We stellen voor een deel van dit incidentele resultaat over te hevelen voor de uitvoering van het ondernemersloket in 2022 en 2023.
 
c.    Herijking systematiek en werkwijze vorderingen debiteuren 
Naar aanleiding van het opvolgen van het advies van onze accountant HZG is in 2021 de systematiek en de werkwijze rondom het innen van vorderingen van debiteuren gewijzigd. Door debiteuren frequenter aan te schrijven en op te bellen, is er in 2021 aanzienlijk meer terugbetaald dan we hadden begroot. Hiermee ontstaat een eenmalig voordeel van ruim € 450.000. Het voordeel is ook ontstaan, omdat we in 2020 (uitbreken coronacrisis) hadden besloten om debiteuren juist enige tijd niet aan te schrijven en terug te laten betalen. Er is in die zin sprake van een eenmalig inhaaleffect.
 
d.    Diverse overige ontwikkelingen 
Naast een klein voordeel op de BUIG (€30.000) en BBZ (€130.000) zijn er, mede door corona, diverse voordelen binnen het product inkomensregelingen, die optellen tot€ 350.000. Een in het oog springend restant hangt samen met de gemeentelijke kredietbank. De gemeentelijke kredietbank heeft tijdelijke coronagelden ontvangen voor Schuldhulp voor ondernemers (SHVO). Doordat de werkzaamheden pas later in het jaar zijn opgestart en ook nog ten laste van 2022 komen, zijn de middelen nog niet volledig besteed. We stellen dan ook voor deze middelen over te hevelen naar 2022. Het betreft een bedrag van € 125.000 waarmee we ondernemers in 2022 kunnen ondersteunen bij schulden als gevolg van corona. 

5. (Werk)participatie (€ 750.000 voordelig) 
Beide werkbedrijven - zowel Wedeka als BWRI – zijn erin geslaagd om (ondanks corona) betere resultaten neer te zetten. Hoewel beide “productie-omgevingen” in de kern verliesgevend blijven, zijn er lagere tekorten, waardoor er een voordelig saldo is ten opzichte van de begroting. Het voordelig resultaat voor de BWRI over 2021 bedroeg ruim € 400.000 en onze bijdrage aan Wedeka bleek grofweg € 200.000 lager uit te vallen. Tezamen komt dit neer op afgerond € 750.000. 
 
6. A) Wmo; begeleiding (€ 800.000 voordelig) en B) Jeugd (€ 1,1 miljoen nadelig) 
De resultaten op Wmo en Jeugd presenteren we in samenhang, omdat we dit in de sturing, Taskforce Sociaal Domein, ook gezamenlijk bekijken. Met andere woorden: de plus op Wmo gebruiken we ter dekking van de min op Jeugd. In 2021 zagen we dat het aantal gebruikers van zowel individuele- als groepsbegeleiding op het vlak van Wmo afnam. Het is niet met zekerheid te zeggen wat de oorzaken hiervoor zijn. Het positieve resultaat van ruim € 800.000 noopt tot strakke monitoring. De totale lasten voor Jeugd zijn ruim € 1,1 miljoen hoger. De kosten van jeugdhulp zijn de voorgaande jaren redelijk stabiel geweest, maar we zien sinds 2021 een stijging van de kosten, omdat er iets vaker zwaardere en daarmee duurdere hulp is geboden. Naar alle waarschijnlijkheid heeft de eerste coronagolf in 2020 tot uitgestelde hulp geleid, die we in 2021 hebben geboden. Daarnaast zien we in landelijk perspectief tekorten bij jeugdhulp.  
 
7. Uitstel implementatie Omgevingswet (€ 350.000 voordelig) 
De implementatie van de Omgevingswet stond gepland voor 1-1-22, maar is uitgesteld naar 1-1-23. Werkzaamheden binnen onze eigen organisatie zullen dan ook deels op een later moment plaatsvinden. De implementatie is een wettelijke verplichting en de resterende middelen zijn benodigd ter dekking van de werkzaamheden in 2022. Hiervoor is een overhevelingsvoorstel ingediend. 
 
8. Grondexploitaties woningbouw- en bedrijvenlocaties (€ 500.000 voordelig) 
We zien dat er flink wordt gebouwd in onze gemeente. Dat vinden we vooral goed nieuws voor de ruimtelijke ontwikkeling, maar het levert ook een financiële plus op. Per saldo is het resultaat € 500.000 voordelig. Het is een resultante van ruim € 1.050.000 voordeel op onze bedrijvenlocaties en ruim € 550.000 nadelig resultaat op onze grondexploitaties voor woningbouw. Dit nadeel hangt onder andere samen met een teruggedraaide winstneming op Julianapark van € 260.000 vanwege hogere kosten voor het woonrijp maken. In de Meerjaren Prognose Grondexploitaties (MPG) 2022 wordt u uitgebreid geïnformeerd over alle resultaten per grondexploitatie. 
 
9. Lagere kosten bestuur, waaronder pensioen APPA (€ 600.000 voordelig) 
De totale kosten voor het bestuur (college en raad) vallen per saldo € 600.000 lager uit. Vooral omdat de voorziening voor pensioenen van gewezen wethouders door de verplichte jaarlijkse herberekening met bijna € 400.000 kan vrijvallen. Bij de verplichte herberekening moeten een rentepercentage hanteren dat landelijk wordt vastgesteld. Net als in de afgelopen jaren zien we dat door deze systematiek de benodigde omvang van de voorziening schommelt. Het ene jaar moeten we bijstorten en het andere jaar juist afromen. Dat kan net als afgelopen jaar over vrij forse bedragen gaan. Het voordeel over 2021 is in ieder geval incidenteel. 
  
10. Hogere loon- en organisatiekosten programma 6 (€ 2,8 miljoen nadelig) 
Het nadelig resultaat op loon- en organisatiekosten binnen programma 6 van de jaarrekening bedraagt € 2,8 miljoen en bestaat op hoofdlijn uit een drietal componenten: 
 
a.    Hogere lasten inhuur, lagere salariskosten en nieuwe CAO voor gemeenten 
Het nadeel op de loon- en organisatiekosten binnen programma 6 maakt inzichtelijk dat we vaker een beroep hebben moeten doen op inhuur. Dit betekent echter niet dat de totale organisatiekosten met een vergelijkbare omvang zijn overschreden. Sterker nog: de extra benodigde inhuur, die wordt verantwoord binnen programma 6, kon worden gedekt door de financiële (vacature) ruimte binnen de vaste formatie in programma’s 1 tot en met 5. Op de totale loonkosten wordt nadrukkelijk gestuurd. In 2021 bleven we binnen budget tot het moment dat de CAO voor gemeenten in november werd vastgesteld. De afgesproken loonstijging (inclusief coronavergoeding) van grofweg 4,5% bleek hoger dan de 3% waar we bij het opstellen van de begroting rekening mee hielden. 

De extra last van € 875.000 verklaart het netto-tekort op de loonkosten van € 700.000. Het onderstaande overzicht maakt dit inzichtelijk: 


 
De hogere inhuurkosten worden door een aantal factoren verklaard. We hebben grote opgaven met de nodige werkdruk tot gevolg. Voor sommige trajecten en projecten is (tijdelijk) extra ondersteuning nodig om aan de afspraken en verwachtingen te voldoen. Dit geldt voor bijvoorbeeld projecten in het ruimtelijk domein, financiën/inkoop en het traject rondom de evaluatie van de startorganisatie. Daarnaast merken we ook dat de arbeidsmarkt op dit moment zeer uitdagend is. Voor sommige vakgebieden is goed gekwalificeerd personeel zeer schaars, waardoor we op sommige posities lastig medewerkers kunnen werven. We constateren dat we in diverse wervingstrajecten afgetroefd worden door commerciële partijen. De vijver waarin we vissen is soms nauwelijks gevuld en als er een goede kandidaat is verliezen we meer dan eens de strijd op basis van primaire arbeidsvoorwaarden. Het gevolg is dat sommige vacatures lastig of zelfs niet structureel in te vullen zijn. We moeten dan uiteindelijk op duurdere inhuur terugvallen. Tot slot is de arbeidsmarkt dusdanig uitdagend dat zelfs die inhuur niet altijd te vinden is. We proberen de arbeidsmarkt van dit moment het hoofd te bieden door diverse aantrekkelijke wervingscampagnes.  
 
b.    Hogere kosten telefonie en licenties 
Het thuiswerken was tijdens corona (2020 en 2021) noodzakelijk om onze dienstverlening goed te blijven verzorgen. We blijven gebruik maken van de geboden thuiswerkfaciliteiten. De inhaalslag om toekomstbestendig en coronaproof te werken heeft ook geleid tot diverse harmonisaties van bedrijfsprocessen- en systemen. De meerkosten van het totale pakket om versneld goed op afstand te kunnen werken bedraagt grofweg € 400.000. 
 
c.    Hogere kosten tijdelijke huisvesting en facilitair 
De hogere lasten voor huisvesting en facilitaire zaken hebben een corona en structurele component. Voor de structurele component (grofweg € 150.000) gaat het om abonnements- en portokosten. Hiervoor zullen we bij de voorjaarsnota 2022 een structurele verhoging van het budget aan uw raad vragen. Daarnaast hebben we ook een eenmalig nadeel dat samenhangt met de afronding van Kielzog fase 2. Het gaat hierbij om kosten die we niet als investering mogen beschouwen en daarom in de exploitatie in plaats van in het investeringskrediet mogen nemen. U kunt hierbij denken aan beveiligingskosten.

1.2 Jaarrekening in één oogopslag

1.3 Samenstelling college en gemeenteraad

Leeswijzer

Terug naar navigatie - Leeswijzer

In deze leeswijzer leiden wij u stapsgewijs door de verschillende onderdelen van de jaarrekening 2021

Deel 1 – Algemeen
In de inleiding nemen we een selectie op van de belangrijkste resultaten over 2021.  Vervolgens presenteren wij de jaarrekening 2021 in één oogopslag. Het geeft op hoofdlijn inzicht in de verwachte en daadwerkelijk gerealiseerde kosten en opbrengsten over 2021. Daarna volgen de samenstellingen van college en raad.

Na de algemene inleiding is de jaarrekening ingedeeld in 3 onderdelen: de programma’s, de paragrafen en de uiteenzetting van de financiële positie.

Deel 2 – Programma’s
In de jaarrekening 2021 zijn - vergelijkbaar met de begroting 2021-2024 - zes programma’s opgenomen. Het programma Gevolgen gas-en zoutwinning / NPG is sinds 2021 een nieuw programma,  waarin de kosten en opbrengsten voor deze onderwerpen apart zijn te volgen. De zes programma’s kennen een onderverdeling in diverse producten.

Per programma zijn de doelen beschreven die we afgelopen jaar hebben gesteld (wat wilden we bereiken?) en de wijze waarop we deze hebben bereikt (wat hebben we daarvoor gedaan?).

De presentatie van de cijfers ( wat heeft het gekost?) presenteren we op product-niveau. Deze leest u los van de teksten in een afzonderlijke paragraaf per programma. In de tabellen zijn de financiën op productniveau meerjarig in beeld gebracht. De raad autoriseert de baten en lasten op programmaniveau. De afwijkingen ten opzichte van de begroting 2021 in de baten en de lasten worden onder de tabel toegelicht.

Deel 3 – Paragrafen
Hier vindt u de paragrafen die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) verplicht voorschrijft, namelijk: Bedrijfsvoering, Lokale heffingen, Weerstandsvermogen en Risicobeheersing, Onderhoud kapitaalgoederen, Financiering, Verbonden partijen en Grondbeleid. Daarnaast vindt u hier de paragrafen Bestuur en Taakstelling. Voor de toezichthouder, de provincie, is deze informatie van belang om de financiële positie van de gemeente te kunnen beoordelen. Daarnaast biedt het ook veel inzicht aan de gemeenteraad.

Deel 4 – Uiteenzetting financiële positie
In dit deel vindt u informatie over het EMU-saldo, de balans, investeringen, incidentele baten en lasten, financiële kengetallen, baten en lasten per taakveld en het verloop van de reserves & voorzieningen. Tevens vindt u hier een totaaloverzicht van de baten en lasten en het subsidieregister. Naast de informatie vanuit de paragrafen geeft de financiële begroting, op hoofdlijn, inzicht in de ontwikkeling van de financiële positie van de gemeente.