Inkomensregelingen
Inkomensregelingen laat per saldo (lasten en baten) een voordelig resultaat zien van € 2.182.000. Dit wordt op hoofdlijn verklaard door vier componenten:
Bijzondere bijstand
In 2021 leverde de bezuinigingsmaatregel op bewindvoeringskosten fors meer op dan vooraf gedacht. Daarnaast waren de lasten voor bijzondere bijstand lager dan aanvankelijk verwacht. Tegen de verwachting in had corona beperkt resultaat op de arbeidsmarktsituatie. Hetgeen leidde tot een kleiner dan verwacht klantenbestand dat een beroep deed op bijzondere bijstand. Tezamen leverde dit een resultaat op van ruim € 530.000.
Lagere personele kosten
Tijdens de coronaperiode kon gedurende langere tijd geen fysiek klantencontact of huisbezoek plaatsvinden. Er is dan ook besloten om tijdens corona zowel de bestaande als ontstane (vertrek medewerkers) vacatureruimte niet direct in te vullen. Het voordeel van ruim € 510.000 dat hiermee samenhangt, is daarmee grotendeels incidenteel van aard.
Herijking systematiek vorderingen debiteuren
Naar aanleiding van het opvolgen van het advies van onze accountant HZG is in 2021 de systematiek voor het bepalen van vorderingen van debiteuren gewijzigd. Door deze wijziging is er sprake van een eenmalig voordeel van afgerond € 460.000.
Diverse overige ontwikkelingen
Naast een klein voordeel op de BUIG (€30.000) en BBZ (€130.000), resteert er per saldo € 380.000 rondom de uitvoering van de ondersteuning van zowel ondernemers in het kader van de Tijdelijke Overbrugging Zelfstandig Ondernemers (TOZO) en de gedupeerden van de toeslagenproblematiek. Het bedrag dat we vanuit het Rijk ontvangen is gebaseerd op normbedragen en een potentieel aantal gerechtigden. De uitvoering van de benodigde werkzaamheden zijn binnen de bestaande organisatie uitgevoerd, waardoor de ontvangen vergoeding meer dan toereikend blijkt. Daarnaast zijn er mede door corona enkele onderschrijdingen op diverse budgetten binnen het product inkomensregelingen. In totaal tellen de afwijkingen op tot grofweg € 680.000. Een in het oog springend restant dat we voorstellen over te hevelen hangt samen met het onderdeel gemeentelijke kredietbank. De gemeentelijke kredietbank heeft tijdelijke coronagelden ontvangen voor Schuldhulp voor ondernemers (SHVO). Doordat de werkzaamheden pas later in het jaar zijn opgestart en ook nog ten laste van 2022 komen, zijn de middelen nog niet volledig besteed. Het betreft een bedrag van € 125.000 waarmee we ondernemers in 2022 kunnen ondersteunen bij schulden ten gevolge van corona. We stellen dan ook voor dit resterende bedrag over te hevelen naar 2022.
(Werk)participatie
De totale lasten op werkparticipatie zijn € 740.000 lager dan begroot. Het resultaat op het onderdeel Wedeka is € 200.000 euro positiever uitgekomen. Grotendeels door de ontvangen coronacompensatie in 2021 is het resultaat van Wedeka € 2.500.000 minder negatief. Daarin bedraagt het aandeel van onze gemeente € 190.000. De totale lasten van het BWRI Werkbedrijf zijn in 2021 € 415.000 lager. Ondanks corona is het resultaat van het Werkbedrijf fors positiever, waardoor het tekort minder negatief is dan verwacht.
Op het onderdeel Nieuw Beschut zijn de lasten € 230.000 hoger dan begroot, doordat er meer mensen een dienstverband hebben dan volgens taakstelling voorgeschreven. Dit wordt gecompenseerd door de in 2021 vanuit het UWV ontvangen compensatie voor uitbetaalde transitievergoedingen. De lagere lasten worden grotendeels veroorzaakt door lagere salarislasten SW. De uitstroom (inclusief overlijdens) is de afgelopen twee jaar groter geweest dan in de begroting was opgenomen.
Wmo Sociaal domein (nieuwe taken)
Het product Wmo Sociaal domein (nieuwe taken) laat per saldo (lasten en baten) een voordelig saldo zien van € 1.131.000. Het product 'Begeleiding' heeft een positief resultaat van € 810.000. We zien in 2021 een afname van het aantal mensen dat gebruik maakt van de maatwerkvoorziening Begeleiding, zowel individueel- als groepsbegeleiding. Het is niet met zekerheid te stellen dat deze afname alleen veroorzaakt wordt door de naweeën van corona en het ontstaan van de wachtlijst bij het sociale team.
De geëscaleerde zorg heeft een positief resultaat van € 242.000. Dit resultaat is veroorzaakt door een administratieve fout als gevolg van het vereenvoudigen van de interne verdeling van de basissubsidie Kwartier (minder interne budgethouders). Dit bedrag is onterecht bijgeraamd bij de voorjaarsnota 2021.
Accommodaties
Het product Accommodaties laat per saldo (lasten en baten) een nadelig resultaat zien van € 305.000. De totale lasten van het product accommodaties zijn € 224.000 hoger dan begroot. In verband met corona zijn er subsidies uitgegeven die € 68.000 hoger zijn dan begroot. Het gaat hier om compensatie voor coronaschade voor stichtingen, buurt- en belangenverenigingen. Dankzij deze uitkeringen kan het voortbestaan van deze organisaties worden gegarandeerd. In 2021 is er een beleidsadviseur gebiedsgericht werken aangetrokken. Zijn inzet was niet geraamd en zorgt voor een overschrijding van € 62.000. Tevens zijn de kosten voor energie in 2021 sterk toegenomen door een stijging van de energieprijzen. De overschrijding hierop is € 35.000. Daarnaast zijn er extra huurlasten gemaakt in verband met de tijdelijke huur van het dorpshuis Froombosch Ruitenvelder ten hoogte van € 24.000. Tot slot zijn er afwijkingen op diverse kleinere zaken van € 35.000.
De totale baten van het product accommodaties zijn € 81.000 lager dan begroot. In verband met corona is voor de dorpscentra de huur kwijtgescholden. Dit heeft een nadelig effect van € 71.000.
Jeugd
Het product Jeugd laat per saldo (lasten en baten) een nadelig resultaat zien van € 1.088.000. De totale lasten van het product Jeugd zijn € 1.109.000 hoger dan begroot. De kosten van jeugdhulp zijn de voorgaande jaren redelijk stabiel geweest. We zien dat er in 2021 sprake is van een trendbreuk. Deze trend is in 2020 al gestart, maar mede door corona zijn de totale kosten voor jeugdhulp vorig jaar lager uitgevallen dan in 2021. Naar alle waarschijnlijkheid heeft corona (en de uitgestelde hulp) effecten. In de decembercirculaire hebben wij een bedrag van € 116.000 ontvangen voor de continuïteit van de jeugdzorg in verband met corona. Deze middelen zijn budgettair niet meer bij de kosten van jeugd verwerkt, maar dempen het tekort.
De kosten voor Zorg in Natura (ZIN), de Solidaire kosten en de Persoons Gebonden Budgetten (PGB) zijn communicerende vaten. Ten opzichte van de actuele begroting stijgen deze kosten met ongeveer € 1.205.000. De kostenstijging is mede veroorzaakt door indexering van de tarieven. Daarnaast worden de kosten beïnvloed door:
- meer zware zorg (dus problematiek);
- De kosten lijken het hardst te stijgen bij cliënten van sociale teams;
- De kosten stijgen vooral in de ambulante productgroep;
- Dalend aantal cliënten en kosten PGB;
- Correctie kosten boekjaar 2016/2017.
Ook de kosten voor maatwerk pakken dit jaar hoger uit. Dit komt voornamelijk door de subsidie voor een tweejarige pilot van de Toverboom om de sociale veerkracht van de lokale samenleving te bevorderen en een toename van de kosten van gezinsondersteuning. Ten opzichte van de begroting zijn de kosten voor inspecties van de kinderopvang € 55.000 hoger geweest. Ten eerste heeft de GGD vanwege coronamaatregelen beperkt geïnspecteerd in 2020. In 2021 heeft de GGD een inhaalslag gemaakt. Daarnaast zijn de tarieven voor de inspecties gestegen.
Er heeft een overheveling plaats gevonden van middelen voor de inzet van de sociaal en emotionele ondersteuning aardbevingen ter hoogte van € 191.000, welke met de VJN2021 is verwerkt in de begroting 2021. De middelen zullen worden overgeheveld naar 2022 en worden ingezet als dekking voor de inzet van de jeugdondersteuners.
Onderwijs
Het product Onderwijs laat per saldo (lasten en baten) een voordelig resultaat zien van € 2.563.000.
Scholenprogramma
Onder het product Onderwijs worden de eenmalige lasten van het Scholenprogramma verantwoord. Doordat de sloop en het afboeken van de restantboekwaarden bij een aantal projecten net niet meer in 2021 werd gerealiseerd, maar in 2022 zal worden gerealiseerd, zijn de lasten € 2.861.000 lager. Deze lasten worden volledig gedekt vanuit bijdragen en onttrekkingen aan de reserve Scholenprogramma. Doordat de dekking vanuit bijdrage € 45.000 hoger is en vanuit onttrekkingen € 2.906.000 lager, heeft dit per saldo geen effect op het resultaat.
Onderwijsachterstandenbeleid
Er is € 401.000 minder uitgegeven aan Onderwijsachterstandenbeleid dan begroot, hier staat voor hetzelfde bedrag aan minder inkomsten tegenover. Dit betreft gelabelde middelen vanuit het Rijk, die aan onderwijsachterstanden besteed dienen te worden en ook als zodanig verantwoord. Het niet gebruikte deel van 2021 wordt ingezet in 2022 en daarna ingezet op het versterken van het onderwijskansenbeleid en de inzet van jeugdondersteuners.
Er is sprake van een aanzienlijke groei van het budget door het toepassen van een nieuwe verdeelsleutel. Hierin wordt meer rekening gehouden met sociaal maatschappelijke problematiek. Tegelijkertijd kon ook in 2021 door de coronamaatregelen niet aan alle activiteiten uitvoering gegeven worden. Ook was er sprake van een lichte daling in deelname aan de voorschoolse educatie. Om de (extra/resterende) middelen ook effectief in te zetten hebben we Oberon gevraagd de huidige situatie rond onderwijskansen in Midden-Groningen in beeld te brengen en samen met onderwijs en kinderopvang de huidige aanpak te evalueren en te bepalen wat aanvullend op de huidige aanpak nog passende en zinvolle interventies zijn voor kinderen in Midden-Groningen. De extra middelen worden hiervoor benut. Daarnaast hebben we met het onderwijs een plan van aanpak jeugdondersteuners opgesteld. Dit gaan we vanaf 2022 uitvoeren. Een deel van de kosten van de jeugdondersteuners zal met het overschot in de onderwijskansenmiddelen worden bekostigd.
Vastgoed
Er is € 300.000 meer uitgegeven aan vastgoedkosten onderwijs dan begroot. Er is € 100.000 meer uitgegeven aan energielasten. De kosten voor energie zijn in 2021 sterk toegenomen. Dit had onder andere te maken met de toenemende vraag naar energie en het gastekort door beperkt aanbod wereldwijd tijdens de coronacrisis. Het verbruik binnen de gebouwen is hier amper debet aan. Ook is er € 100.000 meer uitgegeven aan schoonmaakkosten. Hierbij gaat het voornamelijk om 4 gebouwen met een grote afwijking. Mars 1 Hoogezand met € 13.000, Pluvierstraat 11 Foxhol met € 10.000, Boomgaard 31-37 Sappemeer met € 36.000 en Schoolstraat 2 Noordbroek met € 28.000. Dit is vanuit facilitair en gebouwenbeheer niet juist begroot. Tot slot is er € 100.000 meer uitgegeven aan onderhoudskosten dan begroot. Dit is voornamelijk op installaties. We kunnen niet precies aangeven waar dit aan ligt. Op bijna alle gebouwen is een relatief kleine overschrijding die optellen tot een hoog bedrag.
Mutatie reserves
Onttrekkingen Onderwijs: € 2.909.000 N voor het scholenprogramma. Dit nadeel ontstaat doordat er minder eenmalige lasten in het scholenprogramma waren in 2021 om te dekken. Dit nadeel bij de reservemutaties valt weg tegen het voordeel van de € 2.861.000 lagere lasten bij het product onderwijs. Samen met de hogere bijdrage derden van € 45.000 heeft dat per saldo geen effect op het resultaat.