Een deel van de gemeente Midden-Groningen ligt in het kerngebied van de gaswinning. Dit betekent dat veel van onze inwoners dagelijks te maken hebben met de gevolgen hiervan. Veel woningen en andere gebouwen hebben schade vanwege aardbevingen die veroorzaakt worden door gaswinning. Ruim 3.000 gebouwen (grotendeels woningen) in onze gemeente zijn onderdeel van de versterkingsopgave. Van al deze gebouwen moeten worden onderzocht of zij voldoen aan de veiligheidsnorm van 10-5 en als dat niet het geval is, dan moeten zij preventief worden versterkt. De traagheid in zowel de afhandeling van schade als de versterking en de steeds veranderende kaders en werkwijzen zorgen voor veel psychische en emotionele schade bij onze inwoners. Vanwege de grote impact op onze inwoners en de brede betrokkenheid vanuit de gemeente vanuit vele disciplines is ervoor gekozen om de gevolgen van de gaswinning programmatisch aan te pakken.
Schade
Sinds juni 2020 wordt schade als gevolg van gaswinning uit het Groningenveld afgehandeld door het Instituut Mijnbouwschade (IMG). Schade als gevolg van andere gasvelden en andere vormen van mijnbouw (zoals zoutwinning) ligt bij de Commissie Mijnbouwschade. De rol van de gemeente in individuele schadetrajecten is beperkt. Wel proberen we de vinger aan de pols te houden. Met de directie van het IMG wordt periodiek gesproken over voortgang en ontwikkelingen. Ditzelfde geldt voor de ontwikkelingen rondom de waardeverminderingsregeling en regeling immateriële schade die sinds kort ook door het IMG worden behandeld. Wanneer door het IMG bij een pand een acuut onveilige situatie wordt geconstateerd, kan het zijn dat de gemeente een meer actieve rol krijgt, bijvoorbeeld vanwege vergunningverlening.
Versterking
Gebouwen die niet voldoen aan de veiligheidsnorm van 10-5 (gebouwen die niet sterk genoeg zijn om bij een beving met een magnitude van maximaal 5 lang genoeg overeind te blijven zodat de bewoners veilig het pand kunnen verlaten) moeten worden versterkt. Om dit te beoordelen wordt gebruik gemaakt van de Nederlandse Praktijkrichtlijn Aardbevingsbestendig Bouwen, de NPR 9998. De scope van de versterking bestaat uit zowel de adressen die reeds in de bestaande versterkingsopgave zitten (de batches en programma’s vanuit de Meerjarenprogramma’s van 2016, 2017 en 2018) en de adressen die voorkomen uit de risicoanalyses HRA en SDRA van de afgelopen jaren.
De formele rol en positie van de gemeente in het versterkingsproces is vooral het prioriteren van opname, beoordelen en uitvoeren. Hierbij is het van belang dat de beperkte capaciteit hiervoor goed en efficiënt wordt ingezet. Deze prioritering landt uiteindelijk in de Lokale Plannen van Aanpak die elke gemeente opstelt en die als opdracht richting NCG gelden. Deze rol is opgenomen in het Besluit Versterken en de Tijdelijke Wet Groningen, onderdeel versterking.
Ook heeft de gemeente een belangrijke rol bij het zorgen voor goede randvoorwaarden. Dat betekent dat ruimtelijke procedures vlot moeten worden doorlopen en dat de gemeente faciliteert bij het ontwikkelen van tijdelijke huisvesting voor eigenaren die tijdelijk hun huis uit moeten vanwege de versterking. Daar waar versterkingsprojecten zich concentreren heeft de gemeente een coördinerende rol en moet er ook gekeken worden naar bereikbaarheid, logistiek en leefbaarheid. Voor de dekking van kosten aan openbaar gebied, de zogenaamde inpassingskosten, zijn afspraken gemaakt met het rijk.
Ook op het gebied van sociale ondersteuning heeft de gemeente een toenemende rol. We zien de individuele vragen van inwoners voor ondersteuning en hulp toenemen. De gemeente probeert er voor haar inwoners te zijn en bij hulpvragen te kijken wat zij kan doen, bijvoorbeeld door te bemiddelen tussen de verschillen de instanties.
In november 2020 zijn er tussen de gemeenten, provincie en het rijk bestuurlijke afspraken gemaakt over de versterking en hoe om te gaan met de verschillen in uitkomst. Dat heeft geleid tot drie verschillende compensatiepakketten die bedoeld zijn om de inwoners meer perspectief te bieden. De afhandeling hiervan ligt grotendeels bij het rijk en de NCG, maar voor een beperkt deel (het zogenaamde blok B), ligt de afhandeling in handen van de gemeente. Hiertoe is in 2021 een subsidieregeling vastgesteld.
Onderdeel van de bestuurlijke afspraken is dat er middelen en inzet wordt vrijgemaakt voor zogenaamde vastgelopen dossiers. Dit gaat om schade- en versterkingsdossiers, waarbij de reguliere aanpak vanuit IMG en NCG niet voldoende is en waar meer speelt dan versterking en/of schade alleen.
89 adressen in het dorp Overschild zijn onderdeel van batch 1588. Voor deze groep adressen zijn in 2018 afzonderlijke afspraken gemaakt tussen de betrokken gemeenten en het rijk. Daarbij is afgesproken dat de financiering van de versterkingsprojecten (grotendeels sloop-nieuwbouw) via de gemeenten loopt in de vorm van subsidies ter grootte van het bouwbudget. In 2020 bleek dat, met name vanwege sterk stijgende bouwkosten, het totale budget voor deze groep (€ 420 miljoen) onvoldoende zou zijn. Daarom zijn er in 2021 aanvullende afspraken gemaakt tussen de gemeenten en het rijk en is het budget verhoogd.
De personele inzet die hoort bij de gemeentelijke rol wordt gedekt vanuit de zogenaamde lump-sum, die tussen gemeenten en het rijk is overeengekomen. We monitoren of de benodigde inzet en de beschikbare middelen in de pas lopen.
Wettelijke rol gemeente bij vaststellingsbesluiten Groningenveld
Jaarlijks neemt de minister van EZK een besluit over de hoogte van de gaswinning uit het Groningenveld. De rol van de gemeente daarbij is geregeld in de Mijnbouwwet. De gemeente is één van de wettelijke adviseurs die de minister adviseert voordat hij een ontwerp-vaststellingsbesluit neemt. Ook kan de gemeente reageren op een ontwerp-vaststellingsbesluit met een zienswijze en tot slot mag de gemeente (mits er een zienswijze is ingediend) in beroep tegen het definitieve besluit.
De verwachting is dat er in 2022 geen regulier vaststellingsbesluit meer wordt genomen door de minister, omdat de gaswinning dan niet meer wordt bepaald door de leveringszekerheid, maar door de zogenaamde minimum flow die nodig is om het systeem rondom het Groningenveld (deels) in stand te houden voor calamiteiten en monitoring.
Scholenprogramma
De gemeente Midden-Groningen geeft uitvoering aan het convenant aardbevings- en toekomstbestendige scholenbouw Groningen. Dit convenant combineert het waarborgen van een veilige onderwijsomgeving met het realiseren van ’een sprong voorwaarts’ als het gaat om onderwijs in de gehele regio. Binnen de gemeente Midden-Groningen wordt op dit moment gewerkt aan 13 nieuwbouwprojecten en 6 versterkingsprojecten. Het scholenprogramma heeft inmiddels een aantal projecten succesvol opgeleverd.
In het najaar van 2019 heeft de raad besloten tot het overnemen van de verantwoordelijkheid voor de versterkingsprojecten die ondergebracht waren bij het CVW. Door deze nieuwe rolverdeling zijn minder partijen betrokken bij de projecten en staat de gemeente aan het roer om samen met het onderwijsveld tot uitvoering van de projecten te komen.
In samenwerking met de schoolbesturen en de medezeggenschapsraden, onderwijzers, ouders en kinderen van de scholen wordt door het Scholenprogramma gewerkt aan het onderwijs voor de toekomst. Waar mogelijk worden daarbij ook annexe voorzieningen mee ontwikkeld. Dit betreffen wijkvoorzieningen en voorzieningen voor sport en bewegen.
In de gemeentelijke organisatie zijn meer mensen aangetrokken om de toegenomen hoeveelheid werk in de uitvoering snel aan te kunnen pakken en de juiste financiële, juridische en projectmatige aanpak zoveel mogelijk te kunnen garanderen.
Een aantal projecten wordt grotendeels in 2021 opgeleverd en een aantal projecten loopt door tot in 2022. Dit betreffen projecten die volgtijdelijk zijn aan andere projecten (Rutger Kopland School, De Meent) of waarbij geen veiligheidsissue meer speelt (KC Hoogezand-West, KC Kropswolde-Meerwijck).
Zoutwinning
Vanwege de samenhang tussen gaswinning uit het Groningenveld en de kleine velden door NAM en de winning van zout door Nedmag, zijn de gevolgen van de zoutwinning ook onderdeel van de programmatische aanpak.
De gemeente Midden-Groningen verzet zich tegen uitbreiding van de zoutwinning, uit bezorgdheid om calamiteiten zoals in 2018, voortgaande bodemdaling en weerstand van omwonenden. Dit heeft in 2021 geleid tot een beroepsprocedure, waarvan de uitkomst bij het schrijven van deze begroting, nog niet bekend is.