Overeenkomstig de artikelen 20 en 22 van het BBV dienen gemeenten in de begroting in te gaan op de jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume. Hieronder wordt verstaan de aanspraken op toekomstige uitkeringen door huidig dan wel voormalig personeel. Het betreffen uitkeringen in relatie tot vakantierechten, wachtgeldverplichtingen voormalige wethouders, pensionverplichtingen wethouders, WW verplichtingen en WAO/WIA/WGA-verplichtingen.
In het BBV is geregeld dat voor de arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een vergelijkbaar volume geen voorzieningen gevormd mogen worden, maar dat ze verantwoord dienen te worden in de exploitatie. Deze jaarlijks terugkerende verplichtingen zijn derhalve in de begroting en meerjarenraming opgenomen en maken onderdeel uit de van de financiële positie. Als de verplichtingen niet van een vergelijkbaar volume zijn, dan moet hiervoor wel een voorziening worden getroffen.
Er is een voorziening ingesteld voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen zonder vergelijkbaar volume. In verband met de liquidatie van de voormalige Stichting Baanvak is er een voorziening getroffen van € 63.800 wegens nog te betalen transitievergoedingen. Tevens is er een voorziening ingesteld om een mogelijk tekort van de pensioenuitkeringen van wethouders aan te vullen. Op basis van berekeningen van verzekeraar Loyalis wordt er een bedrag aan de voorziening toegevoegd. De stand van deze voorziening bedraagt € 340.000.