In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing worden de risico’s die een gemeente loopt weergegeven en wordt gekeken of er voldoende capaciteit is om deze risico’s op te vangen als ze optreden. Deze paragaaf geeft op hoofdlijnen de actuele stand van het weerstandsvermogen en de risico’s van de gemeente Midden-Groningen weer. De kadernota “Integraal Risicomanagement en Weerstandsvermogen” (2020) vormt hierbij het kader waarbinnen we werken.
3.3 Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Risico versus onzekerheden
Het is van belang dat duidelijk is wanneer iets als een risico, een onzekerheid of een aandachtspunt is te betitelen. Immers risico's nemen we op in de risicoparagraaf, maar onzekerheden en aandachtspunten niet (effect is namelijk niet kwantificeerbaar). Om het verschil te bepalen, hanteren we een begrippenkader dat in onderstaande tabel is opgenomen.
Risico-kwalificatie
Terug naar navigatie - Risico-kwalificatieRisico-kwalificatie | ||||
Omschrijving | Tijd | Effect | ||
Risico | Niet kwantificeerbaar | Kwantificeerbaar | ||
Onzekerheid | Kwantificeerbaar | Niet kwantificeerbar | ||
Zekerheid | Kwantificeerbaar | Kwantificeerbaar | ||
Aandachtspunt | Niet kwantificeerbaar | Niet kwantificeerbaar |
Weerstandsvermogen vs weerstandskapitaal
Weerstandsvermogen is het verschil tussen de beschikbare en benodigde weerstandscapaciteit. De beschikbare weerstandscapaciteit zijn de onderdelen die door het BBV zijn aangewezen als mogelijke bronnen van weerstandscapaciteit. De benodigde weerstandscapaciteit zijn de risico's waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. In onderstaande figuur zien we de schematische weergave van de componenten die onder de benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit vallen.
Risicomanagement
Risicomanagement is het proces van risico's identificeren tot beheersen (mitigeren). Dit proces kan in drie hoofdstappen worden onderverdeeld. Ten eerste zal een gebeurtenis moeten worden geïdentificeerd als risico en vervolgens geclassificeerd. De tweede stap is het kwantificeren van de risico’s. De laatste stap is het sturen en beheersen.
Identificeren & classificeren
Het identificeren van een gebeurtenis als risico doen we aan de hand van de tabel "risico-kwalificatie", zoals onder het kopje risico versus onzekerheden is opgenomen. Hiermee bepalen we of een gebeurtenis een risico, onzekerheid, zekerheid of aandachtspunt is. Het classificeren van de risico’s is bedoeld om na te gaan of een risico binnen de beïnvloedingssfeer ligt van de gemeente of juist niet. Zogenoemde interne en externe risico’s.
Kwantificeren
Is een gebeurtenis eenmaal als risico geïdentificeerd en geclassificeerd dan zal deze gekwantificeerd moeten worden. Dit gebeurt via de volgende structuur: het effect/gevolg van het risico maal de kans van optreden. Structurele risico’s worden in de berekening maal twee gedaan (huidig jaar en opvolgend jaar). Incidentele risico’s keer één. De totale som van risico’s inclusief de correctie is gelijk aan de benodigde weerstandscapaciteit.
Sturen en Beheersen
Er zijn verschillende opties voor het sturen en beheersen van risico’s. De maatregelen die genomen kunnen worden zijn de volgende: accepteren, verminderen, vermijden, overdragen en delen.
Beschikbare weerstandscapaciteit
In onderstaande tabel is de berekening gemaakt van de beschikbare weerstandscapaciteit. Onvoorzien wordt niet meegenomen aangezien dit bedrag vaak in het begrotingsjaar wordt aangewend voor niet begrote kosten, niet zijnde risico’s.
Voor de berekening van de onbenutte belastingcapaciteit moet een vergelijk worden gemaakt tussen het percentage redelijk peil voor toelating tot artikel 12 (genoemd in de meicirculaire 2021) en de berekening voor Midden-Groningen. Daarnaast wordt voor de onbenutte belastingcapaciteit gekeken naar de kostendekkendheid van Afvalstoffenheffing (ASH) en Rioolheffingen (RIO). Voor de ASH geldt een tarief op basis van 69% kostendekkendheid en voor het RIO is dat 100%. Uit berekening blijkt dat het redelijk peil voor Midden-Groningen uitkomt op 0,2421. In de meicirculaire 2021 is het redelijk peil voor het jaar 2022 vastgesteld op 0,1800. De hogere uitkomst voor Midden-Groningen geeft aan dat er geen sprake is van onbenutte belastingcapaciteit.
Berekening redelijk peil | Bedrag | |
Totaal WOZ waarde woningen 2021 | 5.205.000.000 | |
Totaal WOZ waarde niet woningen gebruikers 2021 | 1.100.500.000 | |
Totaal WOZ waarde niet woning eigenaren 2021 | 1.159.500.000 | |
Totaal OZB opbrengst o.b.v. waarde 2021 | 19.828.080 | |
Totaal onderdekking reiniging/afvalstoffen 2021 | -1.753.000 | |
Totaal onderdekking riool 2021 | 0 | |
Totaal OZB opbrengst o.b.v. waarde gecorrigeerd voor | 18.075.080 | |
onderdekking reniging/afvalstoffen en riool 2021 | (7=4-5-6) | |
Werkelijk gewogen landelijk gemiddelde OZB-perventage | ||
van de gecorrigeerde WOZ waarde 2021 | ( 8=(7/1+2+3)*100) | 0,2421 |
Percentage van de WOZ waarde voor toelating tot | ||
artikel 12 voor het jaar 2022 | 0,1800 |
Weerstandscapaciteit
Terug naar navigatie - WeerstandscapaciteitWeerstandscapaciteit | |||
Capaciteit | Mutatie 2022 | Bedrag | |
1-1-2022 | |||
A | Algemene reserve | 8.679.254 | |
Mutatie 2021 | |||
resultaat 2020 | 0 | ||
overhevelingen etc | 0 | ||
0 | |||
Begrotingsaldo 2022 | 547.000 | ||
B | Belastingcapaciteit | 0 | |
C | Onvoorzien | 0 | |
D | Saldo 31-12-2021 | 9.226.254 | |
Benodigde weerstandscapaciteit
In lijn met het BBV (artikel 11) en onze kadernota integraal risicomanagement en weerstandsvermogen nemen we risico’s die gemitigeerd zijn niet op in de risicoparagraaf. In het geval dat we de risico's moeten ‘accepteren’ krijgen ze uiteraard wel een plek in de risicoparagraaf. In het geval dat een risico voor een gedeelte gemitigeerd is, wordt het restant risico opgenomen. Het totale bedrag aan risico’s in 2022 is bepaald op € 4.793.500. Afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit van € 9.226.254 bedraagt de ratio van het weerstandsvermogen 1,92 (beschikbare weerstandscapaciteit/ benodigde weerstandscapaciteit). De door uw raad vastgestelde minimumgrens van de ratio van het weerstandsvermogen is 1. De weerstandsratio voor 2022 ligt daar dus ruim boven.
Overzicht risico's
Risicotabel 2022
Terug naar navigatie - Risicotabel 2022Risicotabel 2022 | ||||||
Risico's 2022 | Maximaal risico | S/I | Effect | Kans | Risicobedrag | |
1 | Grex IJsbaan | € 278.000 | I | € 278.000 | 38% | € 107.000 |
2 | Julianapark | € 52.000 | I | € 52.000 | 25% | € 13.000 |
3 | Grex Burg. Venemastraat | € 252.000 | I | € 252.000 | 6% | € 14.000 |
4 | Grex Verl.Veenlaan/Molenstreek verkoop | € 347.000 | I | € 347.000 | 31% | € 107.000 |
5 | Tolweg | € 765.000 | I | € 765.000 | 17% | € 128.000 |
6 | Rengerspark | € 3.840.000 | I | € 3.840.000 | 23% | € 893.000 |
7 | Stadshart | € 401.300 | I | € 401.300 | 35% | € 141.000 |
8 | Sociaal Domein : Jeugd | € 500.000 | S | € 1.000.000 | 50% | € 500.000 |
Sociaal Domein : Jeugd | € 700.000 | I | € 700.000 | 50% | € 350.000 | |
9 | Renterisico | € 395.000 | S | € 790.000 | 25% | € 197.500 |
10 | BTW | € 1.020.000 | I | € 1.020.000 | 25% | € 255.000 |
11 | BTW | € 340.000 | S | € 680.000 | 25% | € 170.000 |
12 | BTW Compensatiefonds | € 931.000 | s | € 1.862.000 | 25% | € 465.500 |
13 | Aardbevingen | € 1.000.000 | I | € 1.000.000 | 10% | € 100.000 |
14 | Aardbevingen | € 250.000 | S | € 500.000 | 10% | € 50.000 |
15 | Beroepzaak onderwijs | € 1.250.000 | I | € 1.250.000 | 25% | € 312.500 |
16 | Effecten gasbesluit 2030 | PM | S | PM | 50% | PM |
17 | Ombuigingen/taakstellingen ex Jeugd | € 7.400.000 | S | € 14.800.000 | 5% | € 740.000 |
18 | Algemene uitkering | € 500.000 | S | € 1.000.000 | 25% | € 250.000 |
Totaal | € 4.793.500 |
In de risicotabel 2022 zijn de risico's opgenomen. De risico’s zijn beoordeeld aan de hand van de uitgangspunten in de kadernota “Integraal Risicomanagement en Weerstandsvermogen” (2020) . Hieronder is een korte toelichting opgenomen van de risico's. De nummering komt overeen met de volgorde in de tabel.
1.Grondexploitaties (1. t/m 5.)
De risico’s zijn ontleend aan de Meerjaren Prognose Grondexploitaties 2021 (MPG’21). De MPG’20 is vastgesteld in de raadsvergadering van 1 juli 2021. De risico’s bestaan uit tegenvallende verkoopopbrengsten en wijziging van de markt. Waar de risico’s kunnen worden afgedekt door winstpotentie is het risico op “nul” gesteld. Dit is overeenkomstig de risicoanalyse zoals vermeld in de paragraaf Grondbeleid.
6. en 7. Rengerspark en Stadshart
Het risico is gebaseerd op de boekwaarde ultimo 2021.
8. Sociaal Domein : Jeugd
Op 17 oktober 2019 is tijdens de raadsvergadering een tweede pakket aan ombuigingsvoorstellen
vastgesteld. Ditmaal betreft het een pakket aan maatregelen voor de domeinen Wmo en Jeugd van
in totaal € 2,4 miljoen in 2020, oplopend naar structureel € 2,5 miljoen vanaf 2021. Het risico betreft hoofdzakelijk het Jeugddeel en is bepaald op € 500.000. Verwacht wordt dat de kosten van de Jeugdzorg blijven toenemen. Het risicoprofiel neemt in 2022 incidenteel toe met € 0,7 miljoen. Het risicoprofiel stijgt daardoor in 2022 naar € 1,2 miljoen. Voor de jaren daarna gaan we ervanuit dat het rijk (nieuw kabinet) extra middelen beschikbaar zal stellen om deze extra uitzetting op Jeugd te dekken. Het risico vanaf 2023 wordt daarmee weer op het niveau van € 500.000 gebracht.
9. Renterisico
Renterisico bestaat onder meer bij een toekomstige financieringsbehoefte waarvan de lasten nog niet of deels zijn afgedekt. In het meerjarenperspectief (2022-2025) wordt uitgegaan van het aantrekken van € 79.000.000. Rekening is gehouden met een constant renteniveau op de kapitaalmarkt. Het risico wordt ingeschat op 0,5% tegen een kans van 25%.
10. en 11. BTW
De risico’s hebben zowel een incidentele als structurele component. Incidenteel zal het gaan over een afzonderlijke transactie, structureel over de wijze van inrichting van de BTW-administratie.
12. BTW-compensatiefonds
Afrekening van het BTW-compensatiefonds vindt jaarlijks achteraf plaats.
13 en 14. Aardbevingen
We gaan ervan uit dat de kosten ten gevolge van de aardgaswinning voor 100% een budgettair neutraal effect hebben op de begroting. Tot op heden is dat ook zo. Hieraan is een risico verbonden van zowel incidentele als structurele aard.
15. Beroepszaak onderwijs
Tegen de 5-jaarlijkse afrekening 2006-2010 van de kosten van het openbaar primair onderwijs
liep een beroepszaak. De Raad van State heeft uitspraak gedaan. Daarmee rekening houdende en vervolgprocedures voor de 5-jaarlijkse afrekening over de periode 2011-2015 en de gebroken periode 2016-2017 (verzelfstandiging openbaar primair onderwijs) is het risico geraamd op € 1,25 miljoen. Verwacht wordt dat in 2022 de kwestie wordt afgewikkeld.
16. Effecten gasbesluit 2030
Het Kabinet wil dat de gaswinning in Groningen uiterlijk 2030 is gestopt. Onduidelijk is wat de neveneffecten zijn voor de gemeente Midden-Groningen.
17. Ombuigingen/taakstellingen ex Jeugd
Met de aanvullende ombuigingen, waartoe in 2020 is besloten, ligt er een omvangrijk pakket aan maatregelen die moeten worden uitgevoerd. Het risico dat ombuigingen/taakstellingen niet (volgens de planning) worden behaald is aanwezig.
18. Algemene uitkering
De algemene uitkering uit het gemeentefonds is berekend op basis van de meicirculaire 2021. Onzekerheid over eventuele consequenties van de herijking van het gemeentefonds (uitstel tot 2023) houden een risico in voor de ontwikkeling van het –fonds en daarmee de uitkering aan de gemeenten. Het risico van de herijking van het gemeentefonds (€ 900.000 per jaar) wordt opgenomen vanaf de jaarschijf 2023. Het maximum nadeel is bepaald op € 3,6 miljoen structureel en zal zich mogelijk in 2026 voordoen. Voor deze begroting 2022-2025 loopt het risico op van € 900.000 in 2023 naar € 1,8 miljoen in 2024 tot € 2,7 miljoen in 2025.
Tot slot: meerjarig zien we oplopende risicobedragen. Deze stijging wordt grotendeels veroorzaakt door het risico op de herijking van het gemeentefonds.
Ontwikkeling risico's en weerstandsratio
Terug naar navigatie - Ontwikkeling risico's en weerstandsratioMeerjarig ontwikkeling risico's en weerstandsratio | |||||
Omschrijving | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
A | Saldo Algemene reserve ultimo 1-1 | 9.226.254 | 9.479.254 | 9.358.254 | 9.854.254 |
B | Totaal risicotabel | 4.793.500 | 5.343.500 | 6.243.500 | 7.143.500 |
C | Weerstandsratio (A/B) | 1,92 | 1,77 | 1,50 | 1,38 |
Financiële kengetallen
Het doel van het opnemen van onderstaande kengetallen is om uw raad een betere onderbouwing te geven over het oordeel van het structureel en reëel sluitend zijn van de begroting. Hieronder treft u allereerst een definitie aan van de gehanteerde kengetallen:
- De netto schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen) geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft zodoende een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken;
- De gecorrigeerde netto schuldquote laat zien wat het aandeel is van de verstrekte leningen en wat dit betekent voor de schuldenlast;
- Het Solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen;
- De structurele exploitatieruimte is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte een gemeente of provincie heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is;
- De Grondexploitatie geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten;
- De Belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeenten zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde.
Kengetallen
Terug naar navigatie - KengetallenKengetallen | ||||||
Begroting 2022 | Verloop van de kengetallen | |||||
Kengetallen: | Verslag 2020 | Begroot 2021 | Begroot 2022 | mjr 2023 | mjr 2024 | mjr 2025 |
Netto schuldquote | 65,2% | 79,3% | 80,2% | 89,8% | 100,1% | 93,7% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 61,8% | 76,5% | 77,1% | 86,5% | 96,9% | 90,5% |
Solvabiliteitsratio | 10,4% | 7,8% | 8,7% | 8,8% | 8,5% | 9,3% |
Structurele exploitatieruimte | 1,3% | 1,5% | 0,6% | 0,3% | 0,2% | 0,1% |
Grondexploitatie | 2,8% | 2,5% | 1,8% | 1,5% | 1,5% | 1,4% |
Belastingcapaciteit | 100,3% | 101,4% | 102,1% | 102,1% | 102,1% | 102,1% |